Faculteit der Rechtsgeleerdheid
19 maart 2025
‘Ik ben niet tegen het eerder naar huis sturen van mensen die geen ernstige misdrijven hebben gepleegd. Dat zijn alleen geen langetermijnoplossingen. Ik denk vooral dat er op een andere manier nagedacht moet worden over straffen. In het publieke debat draait het vaak alleen om vergelding en slechts een kleinere groep probeert de aandacht te vestigen op resocialisatie. Als vergelding het enige doel van het strafrecht zou zijn, is het eerder vrijlaten van gevangenen onacceptabel. Dat zie je terug in het politieke debat als Emiel van Dijk van de PVV zegt: “Zet ze met 8 man op een cel en laat ze lekker staand slapen, maar laat ze niet eerder vrij”.’
‘Het strafrecht heeft meerdere functies en de resocialisatie van gevangenen blijft vaak onderbelicht. Maar we kunnen verder gaan dan dat en kijken naar waarom mensen in de gevangenis belanden. We weten dat het opsluiten van mensen een terugkeer in de maatschappij niet makkelijk maakt. Een gevangenis plaatst iemand buiten de samenleving. Dat versterkt problemen juist: iemand heeft daarna minder kans op een baan en kan het contact met familie en vrienden verliezen. Daarom worden er alternatieven aangeboden zoals een enkelband of een taakstraf. Maar ook daar moeten we kanttekeningen bij plaatsen. Een enkelband en taakstraf plaatst iemand evengoed buiten de samenleving. De retoriek blijft: mensen moeten als straf uitgesloten worden van de samenleving en we denken vanuit dat perspectief na over hoe ze daarna weer terug kunnen keren in de maatschappij. Je zou ook naar de oorzaken kunnen kijken. Hoe komen mensen in de gevangenis terecht? Als we daar niet over nadenken komen we niet tot een rechtvaardige benadering van criminaliteit en straf.’
Straffen die als mild worden gezien zijn dat niet per se
‘Dan moeten we kansengelijkheid in overweging nemen. Wat kun je doen op het gebied van onderwijs en werk voordat iemand de fout ingaat? Mensen die in de gevangenis terechtkomen hadden vaak al geen baan of geen vaste baan. Zo’n achterstand wordt door een gevangenisstraf alleen maar vergroot. Ik denk dat we op dit moment al te hard straffen. We moeten mensen juist in de samenleving trekken in plaats van nog meer afstand te creëren. Het liefst voorkom je dat iemand in het strafrechtsysteem terechtkomt. Als dat wel gebeurt, is het belangrijk dat je de afstand tot de samenleving zo klein mogelijk maakt. De opties om te werken en onderwijs te volgen in de gevangenis zijn nu beperkt.’
‘Ik denk dat je dan met cijfers moet komen: wat werkt? Hard straffen zorgt ervoor dat mensen sneller weer de fout in gaan. Wereldwijd is daar al zoveel onderzoek naar gedaan. Dat moeten we serieus nemen. Tegelijkertijd denk ik dat straffen die als mild worden gezien dat niet per se zijn. Ook een enkelband sluit iemand uit van de samenleving. En een gevangenisstraf houdt niet op als je de deur uitloopt. Het is daarna nog een hele taak om weer aan werk te komen en de banden met familie en vrienden aan te halen. Een straf loopt op die manier door na de gevangenisstraf. Iemand 2 weken eerder vrijlaten zal daarom niet veel uitmaken.’
Hadassa Noorda is universitair docent bij het Amsterdam Center for Criminal Justice (ACCJ). Ze geeft onderwijs en doet onderzoek op het gebied van de rechtsfilosofie, met een focus op strafrechtsfilosofie. Noorda heeft een achtergrond in zowel rechten als filosofie. In een recente publicatie beargumenteert ze dat werkende gevangenen recht moeten hebben op een minimumloon en op betekenisvol werk.