Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De georganiseerde misdaad wordt op allerlei manieren aangepakt. Maar kwetsbare jongeren die de voedingsbodem vormen, worden vaak vergeten, waarschuwen raadsheer bij de Hoge Raad Ybo Buruma en hoogleraar Straf(proces)recht Sven Brinkhoff. Ze gaan met elkaar in gesprek over de kwetsbaarheid van het strafrechtsysteem.
Shutterstock

Waar zit de kwetsbaarheid van het strafrechtsysteem in?

Sven: ‘De georganiseerde criminaliteit maakt het strafrechtsysteem denk ik kwetsbaarder dan we durven toe te geven. Vanuit de politiek kun je dat niet oplossen. Natuurlijk is het belangrijk dat de overheid iets doet aan drugshandel, maar alleen al vanwege de enorme bedragen die in dat circuit omgaan, is het lastig om daartegenop te boksen.’

Ybo: ‘Ik kijk al wat langer naar de georganiseerde misdaad en ik heb gezien hoe de framing daarvan enorm is veranderd. Vroeger ging het over de Hakkelaar die met een bord hutspot op zijn schoot bij zijn moeder werd gearresteerd. Dat had nog een enigszins vriendelijk frame. Vanaf het jaar 2000 worden mensen banger voor georganiseerde misdaad. De Hells Angels slaan Barend en Van Dorp bijvoorbeeld in hun gezicht. Dan ontstaat het idee: het zijn geen knuffelcriminelen, maar het is iets engs. Het woord “ondermijning” werd vervolgens geïntroduceerd. Criminelen worden steeds meer uitvergroot tot monsters. Daar zit een gevaar in. We moeten niet het idee krijgen dat georganiseerde misdaad voor al het leed in de wereld zorgt. Dat beeld maakt het systeem volgens mij kwetsbaar.’

In welke zin?

Ybo: ‘Door het schrikbeeld van de georganiseerde misdaad komen er veel dure maatregelen tegen witwassen en dergelijke. Ik wil niks afdoen aan de ernst van georganiseerde misdaad, maar het kan de focus afhalen van dingen die net zo belangrijk zijn. Het simpelste voorbeeld zijn uithalers [mensen die in opdracht van criminelen drugs uit containers halen, red.]. Hoe zit het met de kansen van die jongeren? Niet om ze zielig te maken, maar we moeten daar ook naar kijken.’

Ybo Buruma
Copyright: Ybo Buruma
Vroeger ging het over de Hakkelaar die met een bord hutspot op zijn schoot bij zijn moeder werd gearresteerd Ybo Buruma

Is de georganiseerde misdaad echt toegenomen, of vooral het schrikbeeld?

Ybo: ‘Als je door je oogharen kijkt zie je dat er in jaren 80 en 90 een grotere groep Hollandse netwerken ontstaat, ook met mensen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond. Het is onnozel om te ontkennen dat het om een toenemend probleem gaat. De hoeveelheden geld die in het circuit omgaan zijn ook groter geworden.’

Sven: ‘De politie heeft nu een beter beeld van de georganiseerde misdaad door alle cryptodiensten, zoals EncroChat, die gekraakt zijn. De politie en het OM sloegen daarvan van achterover. Je weet alleen niet of deze vorm van criminaliteit vroeger ook al zo groot was. Het spoort aan om steeds verder te gaan in opsporing. Door de omvang van de georganiseerde criminaliteit wil de overheid wat doen, maar door in te zetten op risicovolle methoden, zoals kroongetuigen en criminele burgerinfiltranten, wordt de overheid zelf ook kwetsbaar. De Marengo-zaak en alles wat er daar rondom de kroongetuige is gebeurd, is hiervan een tastbaar voorbeeld. Het idee dat de overheid georganiseerde misdaad kan uitroeien door de inzet van dit soort methoden is een illusie. Daar mist echt een soort realiteitszin. Criminelen zijn adaptief. Ongeacht de methode; georganiseerde misdaad zal altijd blijven. Maar dat bekt niet lekker voor politici.’

Hoe bestrijd je georganiseerde misdaad effectief?

Ybo: ‘Een beste route is er niet. We weten wel: de georganiseerde misdaad haalt kwetsbare jongeren binnen. We geven krankzinnig veel geld uit aan jeugdzorg en dyslectici, maar voor lui die in de georganiseerde misdaad terechtkomen is geen geld. Die jongens gaan vervolgens als uithaler voor 2.000 euro in een Rotterdamse haven werken. Het heeft lang geduurd voordat daar serieus naar werd gekeken. Dat irriteert me mateloos.’

Sven: ‘Eens. We moeten meer aan preventie doen en qua uitgaven moet dat meer in balans komen. Dat is een mooi begin. Het is dweilen met een kraan die open blijft staan, maar je moet wel dweilen.’

Ybo: ‘En dan vooral niet op haalbaarheid sturen. Bij de bestrijding van georganiseerde misdaad is het zoveel belangrijker dat je de top dogs vangt en dat je niet stuurt op het vangen van een paar jongens onderaan de keten.’

Sven Brinkhoff
Copyright: Kirsten van Santen
De georganiseerde misdaad zal altijd blijven. Maar dat bekt niet lekker voor politici Sven Brinkhoff

Zijn professionals in het strafrechtsysteem kwetsbaarder geworden?

Ybo: ‘Er is meer bezorgdheid onder de mensen. Ze voelen zich bedreigd en ze hebben daar aanleiding voor. Maar die dreiging komt bepaald niet alleen uit de hoek van de georganiseerde misdaad. Het gebeurt ook in heel andere contexten. Mensen kunnen in familiezaken ook heel agressief worden.’

Sven: ‘Voor mijn gevoel heeft die kwetsbaarheid ook iets te maken met de kritiek op vonnissen en de hoogte van straffen in het publieke debat. De discussie is verhard en dat maakt professionals kwetsbaarder.’

Ybo: ‘Sommige zaken zijn meer onderdeel van politieke discussies. Ik ben daar zelf niet zo overstuur van. Wij rechters blijven verdachten in de ogen kijken. We hebben aandacht voor wat er in een zaak is gebeurd en passen de wet toe.’

Copyright: shutterstock
Ik vind het mooi om te laten zien dat een rechter ook iemand van vlees en bloed is Sven Brinkhoff

Sven: ‘Oud-rechter Frank Wieland liet in zijn boek ook zijn eigen kwetsbaarheid zien als rechter. Ik vind het mooi om te laten zien dat een rechter ook iemand van vlees en bloed is. Hoe kijk jij daar tegenaan?’

Ybo: ‘Ik sta daar halfhartig in. Ik heb enorme bewondering voor Frank Wieland en vind het goed dat hij laat zien welke emoties hij heeft. Maar ik vind niet dat alle rechters dat zouden moeten doen. Ik zou van een rechter niet willen horen “Weet je wel dat het heel naar is om zo’n eng proces te doen?” De aandacht moet blijven bij de partijen die in de rechtbank zitten. Dan vind ik het mooi dat de rechter een toga draagt en in zekere zin anoniem blijft.’

Sven: ‘Ik vond het goed dat Frank Wieland liet zien wat het opleggen van een levenslange straf met hem deed. Maar het klopt: de toga maakt kleurloos. Misschien is het beter om de emoties die bij zulke beslissingen komen kijken met collega’s te bespreken. Al denk ik ook dat het voor toenadering kan zorgen in de rechtszaal. Het is al zo’n intimiderende plek om als verdachte binnen te lopen. Meer menselijk contact zou dan juist mooi zijn.’