Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Om oorlogsmisdaden vast te leggen is tegenwoordig niet meer nodig dan een smartphone. Hoe zorg je dat die informatie ook in de rechtszaal terechtkomt? Marieke de Hoon ontvangt een Vidi-beurs om onderzoek te doen naar de nieuwe rol van de nationale aanklager in het internationaal strafrecht. 'Dat er meer informatie beschikbaar is, betekent niet dat er we nu zijn.'
Copyright: Warchild

Het internationaal strafrecht wordt vaak geplaagd door een gebrek aan bewijs. Maar door technologische ontwikkelingen kunnen er opeens veel meer zaken bewezen worden. 'We krijgen steeds meer een informatie-overload. Aanklagers staan daardoor voor nieuwe uitdagingen', zegt De Hoon. De komende 5 jaar onderzoekt ze hoe aanklagers in Nederland, Duitsland, Zweden, Frankrijk en Oekraïne omgaan met mensen die verdacht worden van internationale misdrijven. De Hoon brengt onder meer in kaart welke knelpunten aanklagers ervaren en met wie ze samenwerken. Maar ze gaat ook in gesprek met slachtoffers en ngo's om te onderzoeken wat hun ervaringen zijn en wat er beter kan. 

Is een overvloed aan informatie niet een welkom luxeprobleem?

'Ja, maar dan wordt er vaak gezegd: je hebt toch bewijs, waarom vervolg je niet? Maar dat is niet zo eenvoudig. Er is wel nagedacht over de vraag waar al die nieuwe informatie naartoe moet. Het Internationaal, Onpartijdig en Onafhankelijk Mechanisme, IIIM, is opgericht als verzamelpunt voor potentieel bewijs voor internationale misdrijven in Syrië. Om al die data te managen worden algoritmes ingezet. Maar wat betekent dat als je als aanklager een paar jaar later aanklopt voor informatie over een verdachte? Hoe zorg je dat je alles bij elkaar hebt? En kun je bijvoorbeeld vertrouwen op algoritmes die een selectie voor je maken? Het vereist een nieuw soort denken over de rol van aanklager. Je moet rekening houden met een ander soort risico’s.'

Met welke nieuwe risico’s hebben aanklagers te maken?

'Aanklagers krijgen meer informatie over een zaak. Maar ze leunen op informatie van bijvoorbeeld ngo’s en die is niet per se representatief: die organisaties doen waar ze geld voor krijgen. Seksueel geweld kan bijvoorbeeld veel minder worden onderzocht door ngo’s vanwege de kwetsbaarheid van slachtoffers. De informatie die aanklagers krijgen kan daarbij lang niet altijd vertaald worden naar bewijs in de rechtbank. Daar zit een enorme mismatch. Dat betekent dat er veel mensen teleurgesteld zijn. Waarom kan er niet meer met alle informatie die er is?'

Copyright: Kirsten van Santen
Een paar decennia geleden was er 100 procent zekerheid dat je wegkwam met ernstige misdrijven

Waarom is informatie zo lastig te vertalen naar de rechtbank?

'Een aanklager heeft niet alleen informatie over een misdrijf nodig, maar ook informatie over de identiteit en opzet van de dader. Dat bewijs is superingewikkeld. Veel informatie gaat over wat mensen is overkomen en niet over wie we daarvoor kunnen vervolgen. Op een filmpje zie je bijvoorbeeld iemand in een uniform een misdaad begaan. Maar wie is dat precies? Kun je dat zonder twijfel aantonen? En dan moet de verdachte ook nog te vinden zijn om hem te kunnen laten weten dat hij wordt vervolgd. De meesten zitten in Syrië of Rusland of in andere landen waar ze worden beschermd. Dat er meer informatie beschikbaar is, betekent niet dat er we nu zijn. Bij MH17 was er bijvoorbeeld veel informatie van onderzoekscollectief Bellingcat beschikbaar. Maar aanklagers deden toch het werk van Bellingcat opnieuw, want anders accepteerde de rechtbank het bewijs misschien niet. Er moeten juridische bewijsstandaarden en samenwerkingen met publieke en private partijen ontwikkeld worden met voldoende waarborgen van de rechten van de verdachte, bedreigde getuigen en slachtoffers.'

Moeten aanklagers andere vaardigheden ontwikkelen?

'Een aanklager wordt opgeleid voor het onderzoeken van reguliere misdaad in het eigen district. Complexe internationale misdrijven in een ander land vergen andere vaardigheden: informatie selecteren, samenwerken met organisaties, je verhouden tot grote groepen zwaar getraumatiseerde slachtoffers, deels in je land, deels in het buitenland, zonder hechte binding met en vertrouwen in ons rechtssysteem. Actief samenwerken met grote hoeveelheden andere partijen die betrokken zijn bij de bewijsverzameling is echt wat anders dan dat je af en toe informatie ontvangt.'

Copyright: Kirsten van Santen
Deze zaken kunnen meer betekenis krijgen voor grote groepen slachtoffers

Hoe kan je dit beter vormgeven?

'Bij een nationale moord zoeken we alles uit. Maar bij deze extreem ernstige zaken in oorlogen moeten we keuzes maken. Aanklagers zijn onafhankelijk, maar het ontbreekt aan theorievorming achter de keuzes die er gemaakt worden. Dit onderzoek moet daar verandering in brengen. Wat houdt deze nieuwe rol van de aanklager in? Ga je bijvoorbeeld een oppositiepartij vervolgen als er bewijs is gevonden dat zij een misdrijf hebben gepleegd of neem je de grotere context mee van wie de echte schurken zijn in dat conflict? Met wie werk je wel en niet samen? En kun je de bewijsvoering en communicatie eromheen zo insteken dat het voor meer slachtoffers relevantie heeft?'

Wat betekent het als aanklagers deze zaken effectiever kunnen doen?

'Denk aan alle Syrische vluchtelingen die in Syrië geen gerechtigheid krijgen. Als we zo’n zaak in Nederland kunnen doen dan hoop je dat andere slachtoffers van het Assad-regime ook voelen “dit gaat ook over mij”. Daar moeten ze het dan van hebben. Dit soort zaken zijn tijdrovend, maar kunnen voor veel meer mensen dan het betreffende slachtoffer wat betekenen. Het is dan heel belangrijk hoe er over zo’n zaak gecommuniceerd wordt. Uit alle beschikbare informatie gebruik je misschien 2 procent voor een zaak. Maar de rest van die data heb je wel geanalyseerd. Je weet bijvoorbeeld: deze mensen zijn absoluut slachtoffer, maar we weten niet wie de dader is. Wat kunnen we dan wel met die informatie? Kan het toch bijdragen aan erkenning voor die slachtoffers?'

Wat hoop je te bereiken met dit onderzoek?

'We kunnen heel weinig doen aan wat er in oorlogen gebeurt, maar we kunnen meer betekenen voor de slachtoffers als we effectief met informatie omgaan en nadenken over welke keuzes we waarom willen maken. Je kunt heel makkelijk zeggen dat deze zaken veel geld kosten en dan de daadwerkelijke uitspraken tellen. Maar dit gaat ook over normontwikkeling en het bredere gevecht tegen straffeloosheid. Een paar decennia geleden was er 100 procent zekerheid dat je wegkwam met ernstige misdrijven, zoals een dorp uitbranden en iedereen daar verkrachten. Nu hebben we meer capaciteit en informatie die we met andere landen kunnen delen. Dat vraagt wat anders van een aanklager. Deze zaken kunnen meer betekenis krijgen voor grote groepen slachtoffers en er hopelijk aan bijdragen dat toekomstige generaties doorkunnen op basis van gedeelde feiten.'

Mr. dr. A.M. (Marieke) de Hoon

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Strafrecht