Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Grafmonument in de Grote Kerk van Breda met Engelbrecht I van Nassau en zijn vrouw Johanna van Polanen (links) en Jan IV van Nassau en zijn vrouw Maria van Loon (rechts) met hun beschermheiligen. In de onderliggende crypte liggen de vier afgebeelde personen begraven tesamen met Engelbrecht II van Nassau en zijn vrouw Cimburga van Baden. (© Mario Damen)

Tegenwoordig associëren we de adel graag met landelijke kastelen, van waaruit edelen de heerschappij uitoefenden over boeren en erop uittrokken om op jacht te gaan. De werkelijkheid in de laatmiddeleeuwse Nederlanden was echter heel anders. Zo verwierf Engelbrecht I van Nassau in 1403 de stad Breda, inclusief een fraaie adellijke residentie, via een huwelijk met de steenrijke erfdochter Johanna van Polanen. Engelbrecht erfde ook een stadspaleis in Brussel, waarvan tegenwoordig de kapel nog zichtbaar is, ingekapseld in de Koninklijke Bibliotheek. Mario Damen, Universitair hoofddocent Middeleeuwse geschiedenis, onderzoekt samen met promovendus Julia van Leeuwen en andere onderzoekers van de UvA, Tilburg University en het Stedelijk Museum Breda hoe de Nassau-dynastie de stedelijke ruimte inzette voor de legitimatie van haar vooraanstaande positie en de representatie van haar adellijke afkomst en levenswijze.  

Het project onderzoekt niet alleen schriftelijke bronnen als oorkonden, testamenten en stadsrekeningen, maar ook diverse materiële bronnen zoals grafmonumenten, wandtapijten en verluchte handschriften. Zij bestuderen hoe de steden op hun beurt profiteerden van de vorstelijke, adellijke en religieuze netwerken van de Nassaus in de 15de en 16de eeuw.