‘Als middelbare scholier wilde ik eigenlijk Natuurkunde studeren, maar mijn wiskundeknobbel bleek niet zo groot en ik wilde meer met mensen werken, dus ik koos voor Geneeskunde. Omdat ik werd uitgeloot, schreef ik me in 2008 in voor Biomedische wetenschappen. Ik was inmiddels geboeid geraakt door de menselijke biologie. Het grappige is dat ik me niet heb meer ingeschreven voor Geneeskunde. Tijdens de bachelor ontdekte ik dat een meer onderzoeksgerichte kijk op ziektes me erg lag. Ik leerde van alles over het menselijk lichaam en de fundamentele principes van medische aandoeningen.’
‘Na mijn bachelor wilde ik toch meer met patiënten werken en ben ik de Selective Utrecht Medical Master (SUMMA) gaan doen, een masterprogramma om arts te worden. Sinds 2015 ben ik zowel arts als klinisch onderzoeker en nu werk ik als Arts-assistent op de interne geneeskunde. Terugkijkend heb ik bij Biomedische wetenschappen veel wetenschappelijke vaardigheden geleerd zoals statistiek, presenteren, wetenschappelijke artikelen schrijven en medische ethiek, waar ik als onderzoeker en als arts veel aan heb. Ook van de wetenschappelijke houding die je aangewend krijgt, heb ik veel profijt. ‘Weet ik niet’ is bij die houding geen antwoord maar een reden om verder te kijken.’
‘Tijdens mijn semi-artsstage op de psychiatrie was het standaardbeleid om bij ernstig depressieve patiënten die elektro convulsieve therapie(ECT) kregen, eerst de onderhoudsbehandeling lithium af te bouwen. Dit is een belangrijke bouwsteen in de behandeling van ernstige stemmingsstoornissen. Er was bewijs dat de ECT behandeling minder goed te controleren was als er nog lithium in het bloed van de patiënt zou zijn. Maar dit bewijs was mager. Ik heb toen een literatuurstudie gedaan en er bleken geen redenen te zijn om dit te doen. De afdeling heeft het ECT protocol toen herzien. Dankzij de goede wetenschappelijke vorming nam ik geen genoegen met een halve verklaring en zocht ik dieper.’
‘Mijn tijd aan de UvA was wegens de vele nieuwe indrukken intensief en daardoor uitdagend. Het was ontzettend gezellig en leerzaam. Mijn bachelor heeft me een brede basis gegeven voor mijn verdere carrière. In het begin volgden we met heel veel studenten dezelfde vakken waardoor het leek alsof je een van zovelen bent. Maar naargelang ik meer en meer mijn eigen keuzes maakte, kreeg ik het gevoel steeds meer te kunnen doen wat ik echt interessant vond. Hier vond ik ook de mensen die van dezelfde dingen enthousiast kunnen worden. Hoewel ik me in het begin dus enigszins verloren voelde, voelde de universiteit steeds meer ‘eigen’.’
‘Hoewel de UvA soms groots en intimiderend lijkt, is er veel ruimte voor spontaniteit. Een medestudent en ik waren de eerste studenten van het nieuwe honoursprogramma van Biomedische wetenschappen. Er was nog veel uit te zoeken, maar als studenten werden we erg betrokken bij de inrichting hiervan. Daarnaast waren er voldoende mogelijkheden om je in dingen buiten het reguliere programma te verdiepen. Ik deed bijvoorbeeld een didactiekvak, er werden lezingen georganiseerd en de studievereniging regelde leuke activiteiten zoals feestjes en borrels. Er heerste een goede sfeer. Ook doordat de docenten en coördinatoren erg benaderbaar waren.’
‘Biomedische wetenschappen is iets voor jou als je geïnteresseerd bent in hoe het menselijk lichaam werkt en als je een bijdrage wilt leveren aan het bestrijden van ziektes. De studie geeft je een brede wetenschappelijke vorming waarmee je veel kanten op kunt. Je kunt terecht in het bedrijfsleven, onderzoek, onderwijs en je kunt arts worden. Waar Geneeskunde een beroepsopleiding is met enige wetenschappelijke aspecten, is Biomedische wetenschappen het vak waar de blijvende vooruitgang ten aanzien van ziektes worden gemaakt.’