'Toen ik mijn man leerde kennen studeerde ik nog in Leiden, maar het was een pragmatische keuze om naar Amsterdam te gaan voor mijn master Nederlandse Taal en Letterkunde, wat later Algemene Taalwetenschappen werd. We gingen in Amsterdam samen verder.’
‘Mijn man is in 2012 overleden en wij kregen geen kinderen. Ik was mijn man en zijn familie heel dankbaar voor wat ze allemaal voor mij gedaan hadden, dus ik wilde iets opzetten waarmee de naam Jansonius bekend zou blijven. En omdat mijn man en schoonvader geïnteresseerd waren in historische kaarten, besloot ik om daar een fonds bij de UvA – hun alma mater - voor in te stellen. Zo blijft hun naam in de schijnwerpers staan.’
'Ik ben toen met het fonds naar de UvA gegaan omdat ikzelf de UvA altijd heel dankbaar geweest ben: dankzij de UvA kon ik carrière maken in de klinische linguïstiek. Het fonds is toen ondergebracht bij het Amsterdams Universiteitsfonds en is ten gunste van wat nu het Allard Pierson is.’
Dankzij de kennis van de geschiedenis kunnen we ook de toekomst beter begrijpen.
‘Door het fonds ben ik in contact gekomen met allerlei anderen die ook een fonds hebben ingesteld, of op een andere manier bijdragen aan de historische cartografie. Ik ben een klein onderdeel van het grote geheel. Het maakt me trots om te zien wat er bij het Allard Pierson allemaal gebeurt op dit gebied.’
‘Bovendien ben ik er trots op dat er meer belangstelling komt voor de historische cartografie. Het is een bijzondere groep mensen met een belangrijk vakgebied. Ik vind het heel belangrijk om ons door middel van die kaarten te verdiepen in het verleden. Dankzij de kennis van de geschiedenis kunnen we ook de toekomst beter begrijpen.’
‘Dat was absoluut het behalen van mijn promotie. De hele Aula zat vol! En natuurlijk gaat het niet om hoeveel mensen er dan zijn. Maar als je zo hard hebt gewerkt en je kunt dat vieren met zo veel mensen die je kennen en die ook blij zijn met dat moment, dat heb ik als ontzettend bijzonder ervaren.’
‘Ik heb tijdens het schrijven van mijn proefschrift een hele moeilijke periode gehad, ik moest echt doorzetten. En dat doorzetten, dat is een karaktereigenschap, maar daardoor besefte ik wel hoe veel mensen er bijdroegen aan het feit dat ik mijn studie en onderzoek kon doen en afronden. Realiseer je dus dat er heel veel mensen bijdragen aan jouw studie. Dat is zo waardevol, dat mag je niet zomaar weggooien.’