Interview met rechtenalumna Charlie van der Star
4 september 2023
'Apart.' Zo noemt rechtenalumna Charlie van der Star de combinatie van de mastertracks Privaatrechtelijke rechtspraktijk (2014) en Staats- en bestuursrecht (2015). 'Veel vakgenoten die privaatrecht studeren vinden publiekrecht niet zo leuk en vice versa.' Van der Star vindt beide richtingen interessant en is blij dat het mogelijk was om deze masteropleidingen te combineren bij de UvA. 'Tot op de dag van vandaag blijkt het in mijn werk heel relevant dat ik beide richtingen heb gedaan.'
Van der Star werkt als Senior Associate bij het internationale kantoor Osborne Clarke met name aan vastgoedprojecten en duurzame energieprojecten. 'Het raakvlak tussen privaat- en publiekrecht en mijn interesses komen hierin heel mooi samen. Ik kan met beide petten op naar een project kijken.' Hoe beide aspecten een rol spelen, maakt ze duidelijk met een voorbeeld. 'Een cliënt wil grond aankopen, bijvoorbeeld om een zonnepark te realiseren. Naast de koop van het perceel moeten mogelijk voor bepaalde naastgelegen percelen opstalrechten of erfdienstbaarheden worden gevestigd. Daarnaast kan een zogenaamde anterieure overeenkomst worden gesloten met de gemeente. Tegelijkertijd moeten er wellicht ook een bestemmingsplanwijziging en vergunningen komen en dient er voor het project subsidie te worden verkregen.'
Het is voor mij heel belangrijk dat iets een toevoeging is aan de maatschappij.
Tijdens haar studietijd denkt Van der Star nog dat ze geen togaberoep wil. Ze heeft een bepaald beeld van die wereld en is van mening dat die niet bij haar past. Toch besluit ze ervaring op te doen via stages. 'Ik heb bij een aantal advocatenkantoren stagegelopen, maar ook bij de rechtbank om de andere kant te ervaren. Ik bleek de advocatuur leuk te vinden. Elke cliënt is anders, met een ander bedrijf en andere strategieën. Dat maakt het heel afwisselend. Het werk is nooit saai.' Het recht leeft voor haar het meest als ze ook kan zien wat ermee gemaakt wordt. 'Ik vind het mooi als iets wordt gerealiseerd dat je daadwerkelijk kunt zien, op basis van afspraken die alle partijen met elkaar hebben gemaakt. Bijvoorbeeld grotere infrastructuur- of energieprojecten. Het is voor mij heel belangrijk dat mijn werk een toevoeging is aan de maatschappij.'
Osborne Clarke ligt geografisch gezien op het randje van de Zuidas, maar Van der Star vindt het geen doorsnee Zuidas-kantoor. 'We zijn een internationaal, maar middelgroot kantoor in Amsterdam. Iedereen kent elkaars voornaam.' Ze roemt de informele sfeer. 'Het is een platte organisatie met weinig hiërarchie. Ik weet niet hoe het bij alle andere kantoren gaat, maar ik vermoed dat Osborne Clarke daarin wel uniek is.' Ze legt uit hoe het bedrijf bijvoorbeeld omgaat met advocaat-stagiairs. 'Er zijn kantoren die meer studenten aannemen dan ze uiteindelijk houden. Bij ons wordt een plek gecreëerd in een team, omdat we graag iemand willen opleiden. Dat is met een langetermijnvisie: iemand leert en blijft.'
Volgens Van der Star zorgt haar werkgever voor een constant kwaliteitsniveau. 'Voordat je senior wordt, volg je een verdiepingsopleiding van bijvoorbeeld de Grotius Academie. Dat kun je doen als je minimaal 5 jaar werkervaring hebt. Ik heb recent de Grotius-specialisatieopleiding Onroerend goed gevolgd. Het is een actieve opleiding waar je tijd in moet investeren, maar het levert veel nieuwe inzichten op.' Het kantoor stimuleert haar juridische medewerkers om zich te blijven ontwikkelen en zo de kwaliteit van het kantoor op peil te houden.
In de toekomst hoopt Van der Star zich nog verder te specialiseren in duurzaamheidsprojecten. Ze is al bezig met hernieuwbare energieprojecten in het kader van klimaatverandering. 'Dit komt steeds hoger op de politieke agenda', zegt ze. ‘In de energie- en klimaattransitie gaat er natuurlijk heel veel spelen. Zonneparken en windparken spreken tot de verbeelding, maar er komt steeds meer vernieuwing. Bijvoorbeeld innovaties met CO2, waterstof, et cetera. Ik wil hier in juridische zin aan bijdragen.'
Ze vertelt over een cliënt die aan de gang gaat met geothermie: warmte uit de diepe aardlagen. De warmte kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld stadsverwarming maar ook voor de tuinbouwsector. 'Er komen steeds meer alternatieve energiebronnen. Deze projecten moeten worden opgezet; er moet worden gebouwd. Er moet worden geadviseerd hoe je een project moet structureren, hoe je samenwerkingen aangaat met bevoegd gezag, gemeenten, provincie. Daar komt veel bij kijken.' Ook omdat ze het persoonlijk belangrijk vindt dat er meer gebeurt op het gebied van duurzaamheid, is het een hoek waarin ze verder wil. Maar vastgoed blijft ook van belang, benadrukt ze. 'Want hoe verwerf je de grond of hoe maak je afspraken? Dat blijft relevant, maar dan onder de pijler "energieproject".'