‘In het Biotechnology Center van DSM buig ik me samen met andere wetenschappers over oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Denk daarbij aan het beschikbaar maken van goede en gezonde voeding en de transitie van een fossiele naar een bio-hernieuwbare samenleving. Wij werken hier aan de toekomst van een duurzame maatschappij.’
‘Ik werk op de genetica-afdeling en ontwikkel gisten, schimmels en bacteriën. Deze micro-organismen maken nuttige producten. Bijvoorbeeld enzymen die zorgen dat brood langer vers blijft. We introduceren ook genen in micro-organismen om ze nieuwe producten te laten maken zoals de zoetstof Stevia. Ik vind het heel leuk om dingen te bouwen, en dat is eigenlijk precies wat ik doe: bouwen aan producten en processen met behulp van micro-organismen.’
‘Ik hou ervan om in een team problemen op te lossen. Nieuwsgierigheid, de honger om te weten hoe dingen zitten, is daarbij onmisbaar. Alleen daarmee kom je erachter hoe iets werkt en hoe je dingen kunt verbeteren. De vele practica tijdens mijn studie Biologie aan de UvA vond ik zeer leuk en nuttig. Tijdens mijn stages, promotie en hier bij DSM is het praktische werk essentieel. Je kunt heel veel op papier bedenken, maar uiteindelijk moet je in het lab biologisch iets voor elkaar krijgen.’
‘Toen ik aan mijn studie begon, wist ik niet hoe breed de opleiding was. En ik had geen idee op wat voor soort plekken je terecht kon komen als bioloog. Sterker nog: ik betwijfelde of je er überhaupt wel een goede boterham mee zou kunnen verdienen. Ook kon ik me niet voorstellen hoe het zou zijn om te werken in het bedrijfsleven. Die ervaring heb ik nu wel en zie dat er ook binnen het bedrijfsleven grote behoefte is aan biologen. Leuk detail: de vorige directeur van DSM was een bioloog en in 2018 bovendien “Invloedrijkste Nederlander”.’
‘Biologen zijn dus hard nodig. Al was het maar om te zoeken naar oplossingen die onze wereld leefbaar houden voor toekomstige generaties. We willen bijvoorbeeld minder afhankelijk zijn van aardolie als brand- en grondstof. Op weg naar een toekomst waarin we steeds meer chemische bouwstenen met micro-organismen maken, zodat we die olie helemaal niet meer nodig hebben.’