Om je te helpen met de overgang van de middelbare school naar de universiteit en je te begeleiden in je studievoortgang, krijg je aan het begin van de studie een mentor toegewezen. Dit is een docent die jou, samen met een kleine groep andere studenten, onder zijn of haar hoede neemt in het eerste jaar van de opleiding. Met je mentor oefen je je academische vaardigheden en bespreek je je studievoortgang. Uit evaluaties blijkt dat studenten positief zijn over het mentoraat: het helpt ze om zich snel thuis te voelen en hun weg te vinden binnen de opleiding.
Je kunt bij de studieadviseur Biologie onder andere terecht voor:
Heb je nu al vragen over de opleiding? Aarzel dan niet om contact op te nemen.
Als je een lichamelijke- of een functiebeperking hebt, aan een chronische ziekte lijdt of psychische problemen ervaart die een belemmering voor je studievoortgang kunnen veroorzaken, dan bieden we mogelijkheden voor extra ondersteuning. Denk bijvoorbeeld aan extra tentamentijd bij dyslexie, hulp bij studieplanning of aanpassingen tijdens practica. Neem ruim voor de start van de opleiding contact op met de studieadviseur. We kijken dan wat voor jou specifiek de mogelijkheden zijn en je ontvangt een persoonlijk advies.
Aan het eind van het eerste jaar krijg je een bindend studieadvies (BSA): studenten die aan het eind van het studiejaar minder dan 42 EC (van de 60) hebben behaald, mogen de bachelor Biologie niet voortzetten. Je ontvangt je bindend studieadvies in juli. Om te voorkomen dat een eventueel negatief advies je overvalt, krijg je al drie keer eerder een advies over je studievoortgang: een préadvies in november op basis van je eerste resultaten, en een voorlopig studieadvies in januari en april.