Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Wereldwijd worden er bijna 7000 verschillende talen gesproken, maar toch is veel taalkundig onderzoek op een handjevol talen gebaseerd. Zonde, vindt taalwetenschapper Eva van Lier. In haar Vidi-project 'Exceptions rule! Lexical restriction on grammatical structure' wil ze een brug slaan tussen taaltypologie en psycholinguïstiek, om meer van de enorme variatie in talen te benutten.
Eva van Lier
© Bob Bronshoff

‘Taaltypologen, zoals ik, kijken naar de diversiteit van de talen op de wereld. Hoe variëren talen en waarom is dat zo? Is dat historisch toeval, of zit er een bepaald principe achter? Typologen bekijken taal ook als deel van een cultuur, en niet zozeer als iets dat aangeboren is. Een heel andere tak van taalwetenschap is psycholinguïstiek. Psycholinguïsten hebben interesse in hoe taal werkt in je brein, bijvoorbeeld bij het leren of produceren van taal. Hoe dit precies gaat, onderzoeken ze door middel van experimenten met sprekers.’

Elke twee weken sterft er een taal uit

‘In mijn Vidi-project wil ik die twee velden dichter bij elkaar brengen. Want aan de ene kant is het jammer dat typologen hun observaties over taal in veel gevallen niet baseren op experimentele data, en aan de andere kant dat psycholinguïsten hun theorieën over taal in de hersenen bijna altijd baseren op een paar West-Europese talen. En dat terwijl er ongeveer 7000 talen op de wereld zijn. Gemiddeld sterft er elke twee weken een taal uit, en in de afgelopen decennia is er ontzettend veel tijd en geld geïnvesteerd in het beschrijven van al die talen voordat het te laat is. Het is zonde dat zoveel taaldiversiteit onbenut blijft in psycholinguïstisch onderzoek.’

Een eigen grammaticale mini-gebruiksaanwijzing

‘In mijn onderzoek gaan we met behulp van experimenten met sprekers van niet-westerse talen kijken naar variatie in taal. Er is namelijk ontzettend veel variatie binnen talen, tot op het niveau van individuele woorden. Zo blijken veel woorden hun eigen grammaticale mini-gebruiksaanwijzing te hebben. Wij gaan bijvoorbeeld kijken naar werkwoorden waarbij sprekers tussen verschillende constructies kunnen kiezen. In het Engels kan dat bijvoorbeeld bij het werkwoord to give: je kunt zeggen ‘John gives Mary the book’ of ‘John gives the book to Mary’. Tussen die twee zinnen lijkt geen verschil in betekenis te zijn, maar toch hebben sprekers bij verschillende werkwoorden een duidelijke voorkeur voor een van de twee constructies. Bij to give wordt bijvoorbeeld vaker de eerste constructie gebruikt, en bij to send vaker de tweede. Dat is voor een buitenstaander niet te voorspellen, maar sprekers weten gewoon waar de voorkeur ligt.’

Toen ik nog op school zat, wist ik niet dat taalwetenschap bestond. Ik vond klassieke talen wel het allerleukste, het puzzelen met naamvallen vond ik fantastisch.

Experimenten in het Kamang en Tsjetsjeens

‘Tot nu toe is dit soort variatie eigenlijk alleen met experimenten onderzocht in een paar Germaanse talen. Wij gaan dat doen in het Kamang, een taal die gesproken wordt in Indonesië, en in het Tsjetsjeens – twee talen die in veel opzichten totaal anders zijn dan het Engels. Bij die experimenten gaan we werken met priming: als je net iets hebt gezien of gehoord, gaat het activeren van gerelateerde informatie in je hersenen sneller. Dus als ik kat zeg, is in jouw hersenen het woord hond sneller te activeren dan bijvoorbeeld bord. We willen proberen te laten zien dat als je sprekers een bepaald werkwoord laat zien, mensen een sterkere voorkeur hebben voor een bepaalde constructie. Als we ze vervolgens een plaatje laten beschrijven met een ander werkwoord, willen we kijken of mensen daarbij diezelfde constructie gaan gebruiken.’

Eva van Lier
© Bob Bronshoff

Inzicht in hoe we talen leren

‘Het doel van dit onderzoek is dat er een bredere basis komt voor het idee dat lexicon en grammatica niet gescheiden zijn. We willen laten zien dat dat niet alleen in het Engels zo is, maar ook in talen met heel andere structuren. Ik denk dat dat ook interessante inzichten kan opleveren over taalverwerving. Er zijn aanwijzingen dat kinderen zo ook een taal leren: dat ze langzamerhand leren welke werkwoorden met welke constructies samengaan, en dus eigenlijk woord voor woord generalisaties opbouwen. Het is dus niet zo dat kinderen beginnen met een soort lege grammaticale structuur waar ze dan woordjes in gaan stoppen.’


Fawlty Towers in plaats van woordjes en grammatica

‘In traditioneel taalonderwijs gaat het nu vooral om woordjes stampen en grammaticale regels leren. Maar volgens mij zou het handiger zijn om woorden en grammatica meer geïntegreerd aan te bieden, omdat veel grammaticaal gedrag dus helemaal niet te vatten is in algemene regels. Nu leer je woordjes en regels, en vervolgens nog tientallen uitzonderingen op elke regel. Ik had vroeger een leraar Engels op school die ook helemaal geen grammatica en woordjes gaf, maar ons gewoon heel veel literatuur liet lezen en Britse televisieseries liet kijken, zoals Fawlty Towers en Monty Python. Hij gaf geen enkel expliciet grammatica-onderwijs, en had toch de hoogste gemiddelde examencijfers van het hele land. Dit soort immersion werkt volgens mij veel beter.’

Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat ik iets tegenkom waarvan ik denk: moet je kijken, wat hebben we híer nou weer voor iets bijzonders!

Fascinatie voor taalwetenschap

‘Toen ik nog op school zat, wist ik niet dat taalwetenschap bestond. Ik vond klassieke talen wel het allerleukste, het puzzelen met naamvallen vond ik fantastisch. Daarna ben ik begonnen met een studie Nederlands in Groningen, waar ik voor het eerst college kreeg over taalwetenschap. En ik las er het populair-wetenschappelijke boek van taalkundige Steven Pinker, The Language Instinct. Toen dacht ik: wauw, als dit bestaat, wil ik dit. Zo ben ik in dit vakgebied terechtgekomen.’

‘Als onderdeel van mijn Vidi-project wil ik ook graag een tentoonstelling maken in het Museon in Den Haag, over taaldiversiteit. Ik vind het nog altijd zo geweldig om met al die verschillende talen bezig te zijn. Er gaat bijna geen dag voorbij dat ik niet iets tegenkom waarvan ik denk: moet je kijken, wat hebben we híer nou weer voor iets bijzonders!’

In juni 2019 kende NWO Eva van Lier een Vidi-beurs toe voor het onderzoeksproject ‘Exceptions rule! Lexical restriction on grammatical structure’. Van Lier is verbonden aan het Amsterdam Center for Language and Communication (ACLC) en geeft onderwijs in onder andere typologie en syntaxis.

Dr. E.H. (Eva) van Lier

Faculteit der Geesteswetenschappen

Capaciteitsgroep Taalwetenschap