Interview met sociaal advocaat Thomas Vetter
10 februari 2025
Thomas is meteen na de universiteit begonnen als pro-Deo-advocaat. ‘Binnen enkele weken stond ik al in de rechtszaal te pleiten.’ Bij Zuidaskantoren komen jonge advocaten tijdens hun opleiding vaak niet aan proceservaring toe. Ze doen meer advieswerk. Daarom laten grote kantoren ze stagelopen bij sociaal-advocatenkantoren. ‘Bij ons staan ze vaak in de rechtszaal te pleiten en moeten ze veel processtukken schrijven.’
Over het algemeen staat Thomas een persoon bij, bijvoorbeeld bij kwesties rondom huisvesting, uitkeringen, voorzieningen of opvang. ‘Maar ik heb ook te maken met uitspraken die impact hebben op een grote groep mensen. Dat zijn de meer principiële zaken, bijvoorbeeld of opvangcriteria in Amsterdam in overeenstemming zijn met de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning, red). Dat heb je niet als je in de commerciële advocatuur werkt.’
Hij vindt het jammer dat het in de media vaak gaat over te weinig geld in de sociale advocatuur. ‘Wat mij betreft moet het in eerste instantie gaan om de interessante vraagstukken waarmee je wordt geconfronteerd en om de complexiteit van het werk. Je kunt iets betekenen op individueel en op groepsniveau. Sociale advocatuur is hoog specialistisch werk met een grote impact.’
Thomas is onder meer gespecialiseerd in fraudezaken en internationaal recht. ‘Er zijn allerlei systemen in Nederland waarbij je je kunt afvragen of die in overeenstemming zijn met bepaalde internationale verdragen. Een van de redenen dat de toeslagenaffaire heeft kunnen ontstaan, is dat mensen zich niet konden verweren tegen een beschikking waarin een bepaald voorschotbedrag werd bijgesteld. Dat kwam doordat de Raad van State vond dat nationale wetgeving geen ruimte bood om evenredigheid (de gevolgen van een besluit moeten in verhouding staan tot het doel, red.) toe te passen of om af te wijken van wettelijke regels, terwijl het internationale recht die mogelijkheid wel bood . Een voorschot werd niet gezien als een eigendomsrecht, omdat het nog geen definitief recht was.’
‘In een recente zaak ontving een mevrouw een voorschot op haar WIA-uitkering. Daarin heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald dat het voorschot wel degelijk een beschermd eigendomsrecht kan zijn. Was deze uitspraak al gedaan tijdens van de toeslagenaffaire, dan hadden mensen mogelijk eerder het internationale recht kunnen inroepen bij de Raad van State.’
Hij vindt het fijn om ‘een luis in de pels te zijn van de overheid’. ‘De overheid weet dat iets niet kan, maar doet het toch. Dan sta ik er voor mijn cliënt en vertel: dit kan niet. Dat is precies de positie die ik altijd wilde hebben. Als dit je aanspreekt, moet je echt gaan doen wat wij doen.’
Het is mogelijk om rond te komen van de sociale advocatuur, maar er zijn wel verschillen per rechtsgebied. ‘Ik heb een koophuis in Amsterdam, mijn kinderen zitten op hockey. In mijn vakgebied bestuursrecht wordt er beter betaald dan in het vreemdelingenrecht en het personen- en familierecht. Die zaken zouden beter moeten worden vergoed, want dat heeft gevolgen voor de instroom.’ Er is lang bezuinigd op de sociale advocatuur. Mede aangejaagd door de toeslagenaffaire zag de overheid in dat er iets moest gebeuren. De Commissie Van der Meer werd ingesteld, die het vergoedingssysteem onderzoekt. Op basis van een eerste rapport zijn de vergoedingen al verhoogd. In het voorjaar volgt een nieuw rapport, waarin een herijking zal plaatsvinden van het financieringssysteem.’
‘Het probleem voor veel jonge sociaal advocaten is dat ze niet in loondienst kunnen. Als je begint als jonge sociaal advocaat, begin je meestal als stagiair-ondernemer. Dat is best onzeker, want past het vak wel bij jou? Je gaat een traject in met een zware beroepsopleiding, je moet je ergens inkopen bij een kantoor. Ik kan me voorstellen dat je terughoudend bent als je weinig financiële steun hebt. Voor mij heeft het prima uitgepakt, want wij hebben ons kantoor efficiënt ingericht. Pro-deo-advocaten zouden beter kunnen overbrengen wat ze doen en hoe ze dat hebben ingericht.’
Voormalig minister Franc Weerwind is bij Advokatenkollektief Oost op werkbezoek geweest. ‘Ik kan dat bezoek niet los zien van wat hij later heeft gedaan voor de sociale advocatuur terwijl er weinig politiek draagvlak was om er extra geld voor uit te trekken. Staatssecretaris Teun Struycken, oud-partner bij NautaDutilh, zei in een recent interview dat sociaal advocaten efficiënter moeten werken. Maar het merendeel werkt al heel efficiënt. Kom kijken hoe we dingen doen. Ik begrijp best dat het voor ministers lastig is om 5 dagen mee te lopen bij een advocatenkantoor. Maar het is wel een heel belangrijk onderdeel van je dossier.’
Thomas legt uit waarom hij vindt dat er een betere vergoeding moet komen voor het personen- en familierecht en vreemdelingrecht. ‘Bij bijvoorbeeld personen- en familierecht wordt gevraagd: waarom speelt de overheid daarin een rol? Het is toch een civiele aangelegenheid? Dat is heel kortzichtig als je ziet wat een goede personen- en familierechtadvocaat doet. Je ziet agressie, beschadigde kinderen, dat soort zaken. Als die niet goed worden geregeld, zijn de maatschappelijke kosten hoger dan die ene advocaat. Het is moeilijk te meten, maar het zou een reden moeten zijn om juist dat soort zaken beter te vergoeden.’
Er is vergrijzing binnen de sociale advocatuur. ‘Als je dit kennisverlies niet opvangt, ontstaan er problemen. Echtscheidingen worden niet meer goed geregeld, de tegenmacht voor de overheid verdwijnt.’ Onder de nieuwe instroom is ook een uitstroom. ‘Dat heeft niet alleen met geld te maken. Mensen begrijpen niet wat het betekent om sociaal advocaat te zijn. Het werk vraagt veel van je. Bij Zuidaskantoren kom je niet gauw mensen tegen die er een eind aan willen maken omdat ze op straat zijn beland. Als sociaal advocaat bied je cliënten een toekomstperspectief. Dat vertaal je naar iets concreets in de rechtszaal. Je doet het inhoudelijke juridische werk én behartigt ook nog allerlei belangen.’