Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Echtscheidingen, faillissementen, gevangenisstraffen en zelfs zelfmoord: de gevolgen van de Nederlandse toeslagenaffaire en het Britse Post Office-schandaal zijn enorm. ‘We zijn nog steeds ver verwijderd van een goede afsluiting’, zegt Richard Moorhead, hoogleraar Recht en beroepsethiek aan de Universiteit van Exeter. Hij bespreekt 5 stellingen over de schandalen met Iris van Domselaar, hoogleraar Rechtsfilosofie en rechtsethiek aan de UvA.

De Nederlandse toeslagenaffaire en het Britse Post Office-schandaal hebben veel overeenkomsten. In beide schandalen werden mensen ten onrechte beschuldigd van het niet naleven van de regels, zonder dat ze zich daar goed tegen konden verweren. In Engeland werden duizenden filiaalhouders van kleine postkantoren (‘subpostmasters’) beschuldigd van fraude. Maar de financiële problemen werden niet veroorzaakt door de filiaalhouders, maar door een falend boekhoudsysteem. Tijdens de Nederlandse toeslagenaffaire werden duizenden ouders ten onrechte beschuldigd van fraude en gedwongen om grote bedragen terug te betalen. Iris van Domselaar en Richard Moorhead reageren op 5 stellingen over deze affaires.

1) Zonder het gebruik van AI was er geen Post Office-schandaal of toeslagenaffaire geweest

Richard: ‘De zaak rond de postkantoren ging eigenlijk meer over het boekhoudsysteem dat niet goed functioneerde dan over AI. Het systeem was ingewikkeld en instabiel. Managers gingen ervan uit dat het werkte, terwijl dat niet zo was. Ze negeerden de problemen, ook omdat ze niet begrepen hoe het systeem werkte.’

Copyright: Shutterstock
Als een systeem soms hapert, hoe weet je dan wanneer het werkt en wanneer niet? Richard Moorhead

Iris: ‘Het is duidelijk dat AI een belangrijke rol heeft gespeeld in het schandaal rond de toeslagen in Nederland. Er werd te veel op software vertrouwd die werkte met discriminerende algoritmes, gebaseerd op raciale profilering. Maar dit was niet de enige reden. Zonder AI hadden zich soortgelijke problemen kunnen voordoen.’

Richard: ‘De IT-mensen zijn gefrustreerd over het schandaal, omdat ze nog steeds niet begrijpen waarom de software niet werkte. Zoals in elke bureaucratie is het handig om erop te vertrouwen dat een systeem werkt. Maar als je als advocaat of rechter een zaak hebt niet kunt zien of iets werkt dan loop je vast. Als een systeem soms hapert, hoe weet je dan wanneer het werkt en wanneer niet?’

Iris van Domselaar

Iris van Domselaar is hoogleraar Rechtsfilosofie en rechtsethiek aan de rechtenfaculteit van de UvA. Daarnaast is ze oprichter van het Amsterdam Center on the Legal Professions and Access to Justice en directeur van het Legal Ethics Educational Programme. In haar oratie stelt ze een burgergerichte benadering van juridische professionaliteit voor.

2) De rechtsstaat heeft de slachtoffers van deze schandalen in de steek gelaten

Richard: ‘Ja, hoewel de rechtsstaat het nu probeert op te lossen. De eerste 20 jaar werden er vooral onschuldige mensen achtervolgd en hielpen advocaten om een misleidend beeld te schetsen. Toen voormalig filiaalhouder en aanjager Alan Bates een zaak begon, werd er een juridische inhaalslag gemaakt, die in 2019 deels succesvol was. Het zal nog ongeveer een jaar duren voordat we eindelijk weten wie er verantwoordelijk wordt gehouden. Eerst werd het schandaal gemakkelijk aan de kant geschoven. Het werd behandeld als een zaak waarin mensen klagen over iets wat ze zelf hadden veroorzaakt. Pas door een reeks gebeurtenissen werd hun boekhoudsysteem nader bekeken. In feite is het systeem erop gericht om mensen te beschermen die de middelen hebben om zichzelf te beschermen. De “gewone mensen” hebben niet dezelfde middelen.’

Copyright: Shutterstock
De Nederlandse rechtsorde schoot tekort in het beschermen van burgers Iris van Donselaar

Iris: ‘Dat klinkt logisch. Voor de kinderopvangaffaire is er één advocaat geweest die een sleutelrol heeft gespeeld in de bescherming van de slachtoffers: Eva González Pérez. Zonder haar inspanningen weet ik niet waar we nu zouden staan. De Nederlandse rechtsorde schoot tekort in het beschermen van burgers, ook omdat veel burgers geen toegang hadden en hebben tot rechtsbijstand. Het recht zou toegankelijker moeten zijn voor burgers, maar dat is moeilijk met onvoldoende sociaal advocaten. Het zal ook niet lukken zonder een zeer dominante cultuur te veranderen.’

3) De schandalen hebben geleid tot een afnemend vertrouwen in de Britse en Nederlandse overheid

Richard: ‘Gedeeltelijk. In het Verenigd Koninkrijk was het niet echt een overheidsschandaal. Er is nog geen keihard bewijs tegen de Staat, hoewel er wel een aantal sterke vermoedens zijn. En ze zijn erbij betrokken. Ze hebben achter het stuur zitten slapen. Dat voedt de lage verwachtingen die mensen hebben van de overheid.’

Iris: ‘In de Nederlandse zaak is er veel onderzoek dat laat zien dat dit schandaal het vertrouwen in de overheid heeft geschonden. Het rechtssysteem heeft de slachtoffers in de steek gelaten. En dan is er nog de belastingdienst die discriminerende algoritmes gebruikte en een “alles of niets aanpak” hanteerde. Als ouders geen sluitend bewijs hadden dat ze voor kinderopvang hadden betaald, moesten ze alle ontvangen toeslagen terugbetalen. Dit was een normale praktijk binnen de belastingdienst. Ze combineerden dat met een interne cultuur waarin ze deze ouders op een afwijzende en soms zelfs agressieve manier toespraken, iets wat ik ook heb gemerkt in de zaak over de postkantoren. Dat helpt uiteraard niet om vertrouwen op te bouwen.’

Richard Moorhead

Richard Moorhead is hoogleraar Recht en beroepsethiek aan de Universiteit van Exeter. Hij leidt een team dat zich bezighoudt met het Britse Post Office-schandaal en is benoemd in de Adviesraad Horizon Compensatie. Moorhead gaf onlangs de 2024 Hamlyn Lectures over 'Frail Professionalism' en hij blogt regelmatig over het Post Office-schandaal. 

4) De kern van het probleem is opgelost sinds de schandalen aan het licht zijn gekomen

Richard: ‘Absoluut niet, we zijn nog lang niet bij een oplossing. Dat zal nog lang duren. Ik denk dat het begint te dagen dat er dingen moeten veranderen. Maar we zijn nog ver verwijderd van een goede afsluiting. We hebben nog niet eens alle slachtoffers gecompenseerd.’

Iris: ‘Hetzelfde geldt voor het toeslagenschandaal. Er zijn reflectierapporten opgesteld en veel aanbevelingen gedaan. Maar we hebben nog geen fundamentele veranderingen gezien. Er zijn al nieuwe rechtszaken met vergelijkbare problemen over de ontbrekende menselijke factor en het ondoordacht toepassen van regels. Ik denk niet dat betere wetten de enige oplossing zijn. Hoe ze worden toegepast hangt grotendeels af van de organisatiecultuur. We hebben een bredere holistische burgergerichte kijk op het rechtssysteem nodig.’

5) Rechtenfaculteiten spelen een belangrijke rol in het voorkomen van dergelijke schandalen

Richard: ‘Dat weet ik niet. Faculteiten moeten het natuurlijk wel proberen. Wij zijn de eersten die toekomstige juristen beïnvloeden. Maar de commerciële advocatuur wordt overal gezien als iets heel waardevols. Misschien ben ik er cynisch over, maar ik denk dat we behoorlijk slecht in zijn in het overbrengen van een andere boodschap. We proberen wel veel; we organiseren clinics en we leren studenten over juridische ethiek. Maar het is duidelijk dat je vecht tegen een cultuur die studenten meer geld oplevert. Dat kan een beetje deprimerend zijn. We proberen het, maar we zouden meer kunnen doen.’

Copyright: onbekend
Het is duidelijk dat je vecht tegen een cultuur die studenten meer geld oplevert Richard Moorhead

Iris: ‘Er is een oproep gedaan aan rechtenfaculteiten om studenten meer te leren over beroepsethiek. We hebben een ambitieus curriculum met een verplicht eerstejaars vak over ethiek. Maar ik deel je zorgen volledig, Richard. Ik kan alleen niet al mijn optimisme verliezen. Ik hoop dat onze opleidingen studenten als professionals zullen beïnvloeden. Een van onze taken is ook om de waarde van verschillende soorten carrières te laten zien; het zijn niet alleen de chique advocatenkantoren die goede advocaten nodig hebben. Het feit dat studenten een doel in hun leven willen hebben, helpt ook. De bewondering voor de commerciële kant is hier echter ook heel zichtbaar. Ik ben me daarvan bewust en we proberen het gesprek met onze studenten aan te gaan.’