Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Over de oorlog in het Midden-Oosten wordt veel gezegd en geschreven. Maar snijdt het allemaal hout in een conflict waar zoveel emotie mee gemoeid is? Hoogleraar Internationaal strafrecht Göran Sluiter ziet soms met lede ogen aan hoe de oorlog wordt geduid vanuit het recht. ‘Juist in zo’n complex conflict moeten juristen vasthouden aan het recht en niet schipperen.’
Shutterstock

Hoe bekijk je de berichten over de oorlog tussen Israël en Hamas?

‘Sommige politici en collegawetenschappers interpreteren het recht in de media op manieren die mij verbazen. Dan vraag ik me af of dat gebaseerd is op wat ze vinden of dat er een analyse van jurisprudentie aan ten grondslag ligt. Daar erger ik me aan. Maar dan ook aan mij de taak om het recht op een andere manier uit te leggen.’

Waar gaat het volgens jou mis?

‘Er zijn twee vervuilende factoren. Ten eerste zie je het perspectief van de strijdkrachten veel voorbijkomen. Daar is op zich niks mis mee. We hebben de nodige deskundigheid en kennis, zoals bij de Defence Academy, en we zien deskundigen op tv die bijvoorbeeld generaal zijn geweest. Maar dat is een ander perspectief dan dat van bescherming van de burgerbevolking. Daar zit altijd spanning tussen. De jurisprudentie van internationale straftribunalen stelt veel sterker het perspectief van kwetsbaren centraal dan sommige (militaire) deskundigen en dat geluid hoor ik te weinig.’

Wat is die andere vervuilende factor?

‘Voor veel mensen is Israël een bijzonder land dat extra bescherming behoeft in het licht van de geschiedenis en context. Dat is niet allemaal te kwader trouw. In Israël wonen veel joden en er zijn ook veel joden gaan wonen na de Tweede Wereldoorlog, omdat het een veilig land zou zijn. We willen geen herhaling van de Holocaust. Daardoor zien we een ingewikkelde relatie van Nederland met Israël. Dat leidt ertoe dat we gaan schipperen met de standaarden en dat we andere dingen benadrukken, zoals het recht op zelfverdediging. Het klopt dat Israël kwetsbaar is en omringd is door vijanden. Dat is een reëel punt. Maar dat geldt ook voor de Palestijnse bevolking, zij ervaren ook veel dreiging. Juist in zo’n complexe context moeten juristen bezig zijn met universele standaarden en nooit gaan schipperen. Je mag jezelf verdedigen, maar wel conform het recht.’

De gedachte is: we moeten nu net wat meer kunnen doen om onszelf te verdedigen

Gebeurt dat ‘schipperen met standaarden’ vaker als er veel op het spel staat?

‘We zien dit vaker. De geallieerden hebben in de eindfase van de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld nog enorme bombardementen uitgevoerd op Duitsland. Daar was geen aandacht voor en de geallieerden zijn nooit vervolgd. Maar denk ook aan de War on Terror van de Verenigde Staten na de aanval op de Twin Towers. Terrorismeverdachten werden gemarteld en gefolterd. We zien vaker dat als een land vindt dat het in nood verkeert het internationaal recht even in de ijskast wordt gezet. De gedachte is: we moeten nu net wat meer kunnen doen om onszelf te verdedigen. Daar is vervolgens tot op zekere hoogte begrip voor in de internationale gemeenschap. In de beginfase zag je dat ook met betrekking tot de oorlog in Gaza. Zelfverdediging was het argument nadat Hamas Israël op 7 oktober aanviel, terwijl je kon zien aankomen dat het uit de hand zou lopen.’

Je stelt tegelijkertijd dat Israël inderdaad een kwetsbaar land is. Mag het zichzelf niet verdedigen?

‘Alleen conform het recht. Er wordt wel beweerd dat je burgers zou mogen aanvallen omdat Hamasstrijders zich onder de bevolking verstoppen. Bij het Joegoslaviëtribunaal zagen we een vergelijkbare situatie. Daar werd geconcludeerd: als een paar militairen zich schuilhouden onder de burgerbevolking betekent dat niet dat het opeens geen burgerbevolking is. Die mag je nog steeds niet aanvallen. Het is een hardnekkig misverstand dat de aanwezigheid van Hamasstrijders vele burgerslachtoffers zou kunnen rechtvaardigen. De kwalificatie burgerbevolking kan wel komen te vervallen als de hoeveelheid Hamasstrijders onder de burgerbevolking groter wordt. Maar dat is bij de meeste bombardementen op Gaza volstrekt niet aan de orde. Er zijn en worden veel oorlogsmisdrijven gepleegd in Gaza; dat vindt ook de aanklager van het Internationaal Strafhof.’

Is Hamas niet schuldig als zij de Palestijnse bevolking als menselijk schild gebruiken?

‘Dat argument verkondigen de bondgenoten van Israël en deskundigen vaak. Het gebruik van de burgerbevolking als menselijk schild tegen aanvallen van de vijand kan een oorlogsmisdrijf zijn, maar alleen onder voorwaarden die zich binnen het Gaza conflict niet lijken voor te doen. De aanklager van het Internationaal Strafhof vervolgt Hamas dan ook niet voor dit feit; wel voor andere oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Belangrijker is dat het plegen van oorlogsmisdrijven door Hamas niet kan rechtvaardigen dat Israël oorlogsmisdrijven pleegt – en vice versa. Hamas is een verschrikkelijke organisatie die verschrikkelijke misdaden pleegt, maar de Palestijnse burgerbevolking mag daar niet het slachtoffer van worden.’

Het is de taak van de wetenschap om te voorkomen dat we op een hellend vlak terechtkomen

Over de kwalificatie genocide wordt veel gediscussieerd. Hoe kijk je daarnaar?

‘Bij genocide denken mensen vaak aan de omvang van de Holocaust. Dan moet het om 6 miljoen slachtoffers gaan en dat is in Gaza niet het geval. Maar aantallen zeggen niet alles. Door internationale straftribunalen zijn conflicten met minder slachtoffers dan nu in Gaza bestempeld als genocide – bijvoorbeeld de 8000 moslimmannen die in Srebrenica werden omgebracht in 1995. Genocide gaat over het uitroeien van een groep op basis van etniciteit, ras of religie, of over het creëren van omstandigheden waarin dat gebeurt. Uiteindelijk gaat het om de overlevingskansen van de groep op langere termijn. Ook bij een gedeeltelijke vernietiging van de groep kunnen die overlevingskansen in gevaar komen.’

Is dat nu het geval in Gaza?

‘Het is tekenend dat de aanklager van het Internationaal Strafhof het optreden van Israël in Gaza ziet als een beleid van collectieve bestraffing van de Palestijnse bevolking. Dan komt wat mij betreft de kwalificatie genocide erg dichtbij. Het Genocideverdrag dat Israël heeft ondertekend, kun je overigens op twee manieren schenden: door als land zelf genocide te plegen of door niet genoeg te doen om genocide te voorkomen. Ik kan me voorstellen dat Israël zeker op dat tweede punt het verdrag heeft geschonden door bijvoorbeeld niet genoeg hulpgoederen toe te laten tot Gaza.’

Voor juristen is dit vanzelfsprekend, maar waarom is terminologie zo belangrijk?

‘Omdat het gevolgen kan hebben voor beleidskeuzes. Dat heeft het hier ook gehad en daaruit zijn ernstige misdrijven voortgekomen. We hebben lang het narratief gehad dat je ver mag gaan als je jezelf verdedigt. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling, want er worden in het recht duidelijke grenzen gesteld aan zelfverdediging. Het is dan de taak van de wetenschap om dat naar voren te brengen en om te voorkomen dat we op een hellend vlak terechtkomen.’

Prof. dr. mr. G.K. (Göran) Sluiter

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Strafrecht