Anouk de Koning per 1 juni benoemd tot hoogleraar Antropologie van Macht, Politiek en de Staat
4 juni 2024
Beleid maken en uitvoeren in samenspraak met burgers op lokaal niveau: dat klinkt mooi en is inmiddels het mantra in Nederlands sociaal beleid. Maar in de praktijk blijkt dat toch lastig, merkt De Koning: ‘Ik richt me in mijn onderzoek op de dilemma’s van sociaal beleid waarin samenwerking met burgers centraal staat. Yannick Drijfhout, een van mijn promovendi, zei treffend: ‘Samenwerken met de wijk is lastig omdat de wijk geen voordeur heeft’. Overheden gaan vaak op zoek naar een vertegenwoordiger van de buurt, maar wie is dat dan? Soms creëren ambtenaren zelf een netwerk van buurtbewoners. En als er wel een bewoner is die zelf aanklopt, vragen ze zich vaak af of deze persoon ‘de wijk’ wel echt vertegenwoordigt.’
Samenwerken met de wijk is lastig omdat ‘de wijk’ geen voordeur heeft.
‘Daarnaast probeert nieuw sociaal beleid de overheid een menselijk gezicht te geven; een persoon die aanspreekbaar is, meedenkt en meevoelt, en bemiddelt tussen de wijk en collega’s van de overheid. Het maakt dan natuurlijk des te meer uit wie dit gezicht is; een man of vrouw, wit of van kleur, uit een elite- of juist arbeidersmilieu. In Crafting Resilience, een nationaal onderzoeksproject dat ik leid, onderzoeken we dit soort thema’s.’
Naast dit nationale onderzoek, leidt De Koning een vergelijkend onderzoeksproject naar de toekomst van de verzorgingsstaat in Europa, genaamd Prototyping Welfare. ‘Bij sociale en welzijnsvoorzieningen wordt men steeds vaker geconfronteerd met schrijnende situaties: families die niet genoeg te eten hebben, economisch daklozen; in Amsterdam is huisvesting in de praktijk al lang geen grondrecht meer. In plaats daarvan wordt er geredderd met beperkte middelen. In de vier bestudeerde steden, Amsterdam, London, Marseille en Thessaloniki, onderzoeken we welke actoren opstaan om deze gaten op te vullen; wat voor publieke rol nemen zij op zich, en voor wie?’
In Amsterdam is huisvesting in de praktijk al lang geen grondrecht meer.
Met haar leerstoel hoopt De Koning ook mee te bouwen aan theorievorming over de staat vanuit een antropologisch perspectief. ‘De staat, of in Nederland de overheid, is een intrigerend fenomeen met verschillende kanten: het bestaat uit een groot aantal instituties, heeft onduidelijke grenzen, maar wordt wel aangesproken als één actor. De overheid biedt mensen hoop op een zeker bestaan, maar is tegelijk een beangstigende macht die je leven kan vermorzelen. Ik kijk er erg naar uit om te bouwen aan een beter begrip van de overheid in samenwerking met collega’s die de staat in bijvoorbeeld India, Indonesië of Kenia bestuderen, en collega’s bij de AISSR die dat doen vanuit andere disciplines. Verder ben ik heel benieuwd naar nieuwe, creatieve manieren van onderwijs waar ze op deze afdeling binnen de UvA heel goed in zijn.’
Anouk de Koning is antropoloog en werkte tot haar benoeming voor de Universiteit Leiden. Daar was ze universitair hoofddocent bij Culturele Antropologie & Ontwikkelingssociologie. Op dit moment leidt ze twee grote onderzoeksprojecten: Prototyping Welfare en Crafting Resilience.