12 april 2022
Dobber: ‘Wat mij vooral opvalt is hoe sociale media worden ingezet om dronebeelden te verspreiden. Dat is een hele nieuwe ontwikkeling ten opzichte van eerdere oorlogen. We krijgen zo, vooral van Oekraïense zijde, een heel goed overzicht van gebieden die vrij ontoegankelijk zijn en van de enorme vernietiging die daar plaats vindt. Ook zien we hiermee de militaire successen, maar wel van een afstand.’
De Vreese: ‘Het is voor het eerst sinds lange tijd dat we zo dichtbij een oorlog meemaken. En dat we ogen op de grond hebben via sociale media. Dit heeft groot effect op mensen. De oorlog is niet alleen dichtbij qua geografische afstand, maar ook door al het beeldmateriaal dat we bijna live zien. Dit maken we voor het eerst mee op het Europese continent.’
Dobber: ‘Rusland maakt het lastig voor zichzelf doordat ze aan eigen burgers een hele andere werkelijkheid willen laten zien. Ze willen hun doen geloven dat het om een vredesmissie gaat die voortvarend verloopt. Dat er geen grootschalige vernietiging plaats vindt en de Oekraïners hierop zaten te wachten. Oekraïne wil juist aan de Russische bevolking laten zien dat er een wrede oorlog gaande is. Tegelijkertijd probeert Oekraïne hulp van hun bondgenoten te mobiliseren en het moraal van hun eigen bevolking hoog te houden. Dat zijn wisselende boodschappen die ze over willen brengen.’
De Vreese: ‘Ik vind het ook opmerkelijk dat het meest effectieve communicatiemiddel tot nu toe klassieke toespraken zijn. Die worden wel grootschalig verspreid op sociale media, maar het is eigenlijk een eenvoudige en ouderwetse manier van communiceren. Het lukt Zelensky door zijn eigen kracht en met behulp van technologie nagenoeg alle parlementen toe te spreken en de helft van de wereld te laten meekijken via korte fragmentjes op sociale media. Zo realiseert hij een enorm bereik.’
Dobber: ‘Het heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat je unieke inzichten krijgt van wat er gebeurt op plekken waar journalisten niet kunnen komen. Het nadeel is dat het soms lastig is te doorzien waar je naar zit te kijken. De context is niet altijd even duidelijk.’
De Vreese: ‘Een voordeel is ook het enorme bereik dat je krijgt en het zichtbaar houden van de oorlog. Het moment van de invasie domineerde het nieuws volledig. Maar je ziet nu al, ruim een maand verder, dat er andere headlines zijn. Die korte berichten op sociale media bereiken mensen die misschien niet dagelijks naar al het nieuws kijken. Het nadeel is inderdaad het gebrek aan context en dat het zo snel gaat.’
De Vreese: ‘Dat is in de afgelopen weken heel erg centraal komen te staan. Rusland heeft de toegang tot allerlei sociale media platforms geblokkeerd. Aan de Russische kant zie je dus een enorme inzet om het verhaal van buiten, buiten de deur te houden en het eigen verhaal continue te voeden via vooral staatsmedia. Hier bepaalt de staat in grote mate wat waar is. Aan de Oekraïense kant is er nog een groot scala aan informatie ter beschikking. In het Westen zien we weer dat nieuwsmedia als The New York Times de taak op zich hebben genomen de stroom aan nieuws op waarheid te checken. Maar we zien het Westen ook strategieën van autocraten overnemen. Door bijvoorbeeld bepaalde nieuwsmedia te verbannen uit de EU, sociale media te screenen en daar de toegang voor bepaalde actoren te beperken. Het is dus een gelaagde discussie wie bepaalt wat de waarheid is.’
Dobber: ‘Aan het begin van de oorlog zag je een interessante samenwerking tussen Biden en zijn inlichtingendiensten. Biden gaf steeds aan dat Rusland “false flag” operaties zou inzetten, operaties zo ontworpen dat het lijkt alsof andere actoren ze uitvoeren. Bijvoorbeeld een aanslag op een hooggeplaatste Russische militair door de Oekraïners. Allemaal om een excuus te hebben voor wraak en oorlog. Digitale speurders hebben deze false flags vervolgens heel snel ontmaskerd.’
Dobber: ‘Alle registers worden opengetrokken en we zien veel vormen van desinformatie. We zien informatie dat uit zijn context is gehaald en daardoor lastiger te plaatsen, misleidende nieuwsberichten en nepchecks van nieuws. Ook zijn er eerste deepfakes opgedoken, van zowel Poetin als Zelensky. Maar beiden waren totaal ongeloofwaardig.’
De Vreese: ‘Wij gaan nu in bijna 20 landen onderzoeken hoe burgers omgaan met desinformatie. Hoe langer de oorlog gaat duren hoe belangrijker de rol van desinformatie mogelijk wordt. Hoe goed schatten mensen zichzelf in om desinformatie te ontmaskeren? Uit eerder onderzoek weten we bijvoorbeeld dat Nederlanders zich geen grote zorgen maakten over desinformatie en fakenews. Ze weten wel dat het er is, maar waren niet bang voor een diepe inmenging van buiten. Maar hoe burgers dit nu ervaren in deze oorlog, dat hopen we te achterhalen.’
Dobber: ‘We kunnen het een beetje vergelijken met Covid. Dat is heel lang vrij prominent in beeld geweest. Op sommige momenten zakte het weg, maar later kwam het dan weer terug. Zeker op belangrijke momenten. Dat verwacht ik ook bij deze oorlog.’
De Vreese: ‘Alles is natuurlijk afhankelijk van hoe de oorlog zich ontwikkelt. Je kan zomaar over een week in een nucleaire situatie zitten, of juist met een staakt-het-vuren akkoord. Dat weten we gewoon niet. Maar één ding wat waarschijnlijk gaat gebeuren, is dat er een verschuiving komt in de berichtgeving naarmate de vluchtelingenstroom echt op gang komt. We weten namelijk uit eerdere oorlogen welke invloed dit op sociale media heeft. Als wij straks 200.000 vluchtelingen in Nederland opnemen, gaat het nog steeds over de oorlog, maar zal er veel meer focus komen op die vluchtelingen.’