8 april 2022
Olga Burlyuk is een wetenschapper afkomstig uit Oekraïne die Oekraïne in een internationale context bestudeert. Ze woont in Brussel en is sinds januari verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. ‘In die tijd zaten we nog in lockdown, dus kon ik in februari pas mijn collega’s ontmoeten. En toen begon de oorlog. Veel collega’s die ik nog niet ken, zoeken nu contact met me. Het is paradoxaal dat ik in dit artikel, en niet persoonlijk bij een kop koffie, over mijn onderzoek vertel.’
‘De oorlog heeft mij, zoals iedere Oekraïner, diep geraakt. We spreken nu van voor en na de scheidslijn van 24 februari. Toen ik hoorde dat de oorlog was begonnen, was ik natuurlijk allereerst bezorgd om mijn familie en vrienden. Is iedereen veilig? Kunnen ze op tijd vluchten? Maar ik vroeg me ook af wat ik zelf moest doen. Laat ik mijn college doorgaan dat voor dezelfde ochtend staat gepland?’
‘De betrekkingen tussen Oekraïne en Rusland, tussen Oekraïne en de EU en tussen de EU en Rusland vormen precies het onderwerp van mijn onderzoek. Maar nu ben ik er ook persoonlijk bij betrokken, ik ben zowel onderwerp als analist geworden. En ik maak deel uit van de Oekraïense diaspora in Brussel die onmiddellijk in actie kwam om te helpen met politieke druk en het vinden van kleding, onderdak en werk voor vluchtelingen. Het is heel moeilijk om te beslissen wat voorrang krijgt en om alles even goed te doen.’
Ik deed onderzoek naar democratische vernieuwingen in Oekraïne. Dat werk is nu achterhaald
‘Door de oorlog is mijn werk deels achterhaald. In de maanden vóór de oorlog werkte ik bijvoorbeeld aan een project over democratische vernieuwingen in niet-westerse democratieën. Ik was de deskundige op het gebied van Oekraïne. Ik deed onderzoek naar de boeiendste dingen die er plaatsvonden in termen van burgerparticipatie en democratische vernieuwing om te zien wat en hoe het Westen van Oekraïne kon leren. En toen begon de oorlog en moest ik dit project laten varen. Hoe kan ik rustig en afstandelijk in de verleden tijd over mijn onderzoek schrijven, nu de context zo drastisch is veranderd?’
‘De aandacht voor de oorlog in de media is ongekend. Maar volgens mij beseft het westerse publiek de omvang van de dreiging niet ten volle. Ik merk nog steeds dat de oorlog wordt beschouwd als een extern probleem. Er is onvoldoende besef van hoe dit ook een aanval op het Westen is en hoe dit kan doorsijpelen. Het kan het leven voor iedereen nog lange tijd vergiftigen. Bedenk dat Oekraïne ongeveer even ver weg van Nederland ligt als Rome van Amsterdam.
‘In Oost-Europa wordt de dreiging wel begrepen en gevoeld. Ik heb vrienden in Polen, Tsjechië, Estland en Litouwen die allemaal slapeloze nachten doormaken omdat ze bang zijn dat zij als volgende aan de beurt zijn. En dat ze niets hoeven te verwachten van een internationale overeenkomst. Dat geldt ook voor hun regeringen. Zij hebben het Westen altijd gewaarschuwd tegen “zakendoen” met Rusland, omdat ze wisten dat het niet alleen een kwestie is van zakendoen, maar ook van geopolitiek en het steunen van een dictatuur. Het staat nu vast dat Rusland een dreiging vormt, maar dit past niet in westerse analytische modellen die uitgaan van een vorm van rationeel gedrag.’
‘De respons van de Europese Unie is overweldigend, veel omvangrijker dan iemand, ook Rusland, had verwacht. De mate van eenheid, het niveau van solidariteit en de snelheid waarmee beslissingen worden genomen zijn ongekend.’
‘Maar ook zijn er misrekeningen en misvattingen met betrekking tot de oorlog. De eerste dag van de oorlog kondigde Rusland aan dat het Oekraïne in slechts 72 uur zou veroveren. En iedereen vreesde dat dat mogelijk was. Nu, meer dan een maand later, is het Rusland niet alleen niet gelukt, maar heeft de weerstand van Oekraïne de westerse wereld ook verrast. De (onjuiste) opvatting bestond dat de Oekraïners zich zouden moeten overgeven als Rusland met kernwapens zou gaan dreigen. Maar zich overgeven zou gelijkstaan aan de dood, het einde van de Oekraïense staat en het Oekraïense volk. Bij de dreiging van kernwapens heb je tenminste nog de kans dat ze niet worden afgeworpen.’
Rusland vecht voor het verleden, Oekraïne voor de toekomst
‘Rusland kan deze oorlog uiteindelijk alleen winnen als er niets meer van Oekraïne overblijft. Kijk maar wat er gebeurt in de Oekraïense steden die volledig zijn bezet. Tienduizenden mensen worden in bussen geladen en naar Rusland gedeporteerd, niemand weet waarheen. Duizenden mensen zijn gruwelijk vermoord. De mensen die nog in de belegerde steden zijn, hebben geen voedsel, elektriciteit en water, en worden uitgehongerd. Oekraïners weten dus wat ze staat te wachten als Rusland slaagt. Er zijn twee uitspraken die de situatie goed illustreren. De ene is: “zonder Rusland in deze oorlog zou er geen oorlog zijn, en zonder Oekraïne in deze oorlog zou er geen Oekraïne zijn”. En de andere is: “Rusland vecht voor het verleden en Oekraïne voor de toekomst”. Laten we hopen dat de toekomst wint.’