Maatschappelijke impact corona
26 maart 2020
De scholen zijn dicht, en de meeste kinderen moeten nu thuis verder met hun schoolwerk. Maar de omstandigheden thuis kunnen flink verschillen. Welke impact heeft dit?
‘Op zich is er geen aanleiding te denken dat een paar weken minder intensief onderwijs zal uitmonden in een algehele daling van het niveau van leerlingen. Een belangrijke kanttekening is echter dat leerlingen verschillen in de mate waarin hun leerontwikkeling afhankelijk is van de input die ze krijgen op school of in het aanvullend onderwijs. Sommige leerlingen krijgen thuis een rijk taalaanbod, er zijn boeken en digitale middelen aanwezig die hun ontwikkeling kunnen ondersteunen, er is rust en ruimte in huis om schoolwerk te maken en hun ouders zijn voldoende bekend met het Nederlandse onderwijs om ze thuis te kunnen ondersteunen in hun leerproces. Zulke leerlingen kunnen in de thuisomgeving vooruitgang blijven boeken wanneer de school een tijdje gesloten is.’
‘Voor andere leerlingen zijn deze voorzieningen thuis in mindere mate of helemaal niet aanwezig. Zulke leerlingen zijn voor hun leerontwikkeling meer afhankelijk van de school, en ook van de bibliotheek, het buurthuis, het huiswerkbegeleidingsinstituut, buren, vrienden of andere familie die kan helpen bij hun schoolwerk. Daar kunnen ze nu allemaal niet naar toe.’
Bowen Paulle ziet ook een dreiging van toenemende ongelijkheid door een ongelijke verdeling van ondersteuningsmogelijkheden en materiële hulpmiddelen in huishoudens.
‘Het is bemoedigend om te zien dat er initiatieven worden genomen om kinderen in huizen met te weinig computers en/of ontoereikende internetverbindingen te voorzien van laptops en routers. Echter, dergelijke initiatieven bieden op zichzelf onvoldoende tegenwicht aan de ongelijke verdeling van sociale ondersteuningsmogelijkheden die samenhangen met sociaaleconomische status. Nog verontrustender is de verwachting dat de sluiting van de scholen, in combinatie met de bredere uitdagingen van deze pandemie, zich voor sommige kinderen vertaalt in een verhoogd risico van negatieve ervaringen – zoals veronachtzaming of zelfs misbruik.’
‘Bij kinderen uit de middenklasse en hogere klasse zien we ook een 'thuisvoordeel'. Deze huishoudens zijn vaak niet alleen ruimer bemeten en materieel beter toegerust, maar ook vaak meer gestructureerd en cultureel beter toegerust.’
De wetenschappers trekken alle drie een vergelijking tussen het effect van de scholensluiting nu en het effect van sluiting tijdens de zomervakantie, ook wel ‘summer learning loss’ genoemd.
'Deze crisis is als een soort tweede zomervakantie. In de vakantieperiode zonder school neemt het leerniveau van kinderen met laagopgeleide ouders af, terwijl die van kinderen met hoogopgeleide ouders blijft groeien. Blijkbaar geven ouders hun kinderen bedoeld of onbedoeld dingen mee. Na deze periode zal dat gat dus nog groter worden.'
Ook Elffers trekt deze vergelijking met de effecten van een zomervakantie. ‘We zien al langer dat de ontwikkeling van leerlingen met lageropgeleide en hogeropgeleide ouders tijdens de zomermaanden verder uit elkaar gaat lopen. Een soortgelijk effect zouden we kunnen verwachten wanneer leerlingen vanwege het coronavirus een aantal weken achter elkaar niet naar school gaan en aangewezen zijn op de input die ze thuis krijgen. Het is heel goed dat het ministerie en gemeentes daarom nu gaan zorgen dat er in elk geval laptops beschikbaar komen voor gezinnen die anders niet kunnen deelnemen aan online onderwijs.’
‘Het hoeft geen verbazing te wekken dat dit verschijnsel van ‘summer learning loss’ voornamelijk gevolgen heeft voor schoolgaande kinderen uit de meer kansarme gezinnen’, onderschrijft ook Paulle. Hij voegt hieraan toe dat de aantoonbare afname van toets-scores die samenhangt met ‘summer learning loss’ in het algemeen (1) sneller verloopt voor rekenen-wiskunde dan voor lezen en (2) groter is in de hogere leerjaren.
‘Online rekenhulpmiddelen bijvoorbeeld, werken prima als hulpmiddel voor leerlingen die goed zijn in rekenen-wiskunde en weinig hulp nodig hebben. Maar ze werken niet goed voor leerlingen die slecht zijn in rekenen-wiskunde, omdat die niet uit de voeten kunnen met de ‘online tips’. Deze leerlingen, maar ook meer in het algemeen kansarme leerlingen, hebben dringend langdurige aandacht nodig van volwassenen die kunnen bijspringen en, waar nodig, hen op weg helpen. Een evidence-based interventie is bijvoorbeeld ‘High Dosage Tutoring’, zie voor de onderzoeksresultaten uva.nl/sepp.'
De eindtoets voor groep 8, de voormalige Cito-toets in het laatste jaar van de basisschool, wordt dit jaar niet afgenomen. Het schooladvies dat de scholieren eerder dit jaar van hun leraren kregen, bepaalt nu naar welke middelbare school de leerlingen gaan.
‘We zien al jaren dat leerlingen uit lageropgeleide gezinnen vaker een lager advies van de school krijgen dan leerlingen met hogeropgeleide ouders, ook wanneer ze op gelijk niveau presteren. De eindtoets vormt een belangrijk correctiemechanisme op deze ongelijkheid. Leerlingen kunnen met de toetsscore in de hand om een bijstelling van het advies vragen, om zo alsnog toegang te krijgen tot vervolgonderwijs op het niveau van hun toetsscore. Deze mogelijkheid hebben de leerlingen die dit jaar in groep 8 zitten niet. Dat vind ik een groot punt van zorg.’
Ook Van de Werfhorst stelt dat de coronacrisis grote gevolgen zal hebben voor de kansengelijkheid nu ook de eindtoets is geschrapt. 'Daarmee valt een grote gelijkmaker weg. Scholen zullen nu alleen van de schooladviezen van leerkrachten uitgaan en die blijken volgens recent onderzoek van de Onderwijsinspectie soms bevooroordeeld. Kinderen met rijke en hoogopgeleide ouders krijgen vaker een hoger schooladvies dan de toets zou rechtvaardigen, dan kinderen van lager opgeleide ouders. 'Dat beeld kan nu niet meer worden gecorrigeerd door de neutrale eindtoets.'
Ook de centrale examens gaan dit schooljaar niet door. De resultaten van de schoolexamens vormen nu de basis voor het behalen van het diploma dit schooljaar.
‘Het is natuurlijk goed begrijpelijk dat de centrale examens zijn afgezegd. Maar wat zou dit kunnen betekenen voor kansengelijkheid? Het is bekend dat meisjes het relatief goed doen bij de schoolexamens, en jongens bij het centraal examen. Meiden werken het hele jaar door, en jongens halen het vaker aan het einde op. De huidige ontwikkelingen zouden kunnen betekenen dat meiden er beter uit komen dan jongens, dat moet goed onderzocht worden.’
‘Voor andere kenmerken van leerlingen, zoals sociaal milieu en migratieachtergrond, is het nog onduidelijk wat het uitvallen van het Centraal Examen betekent. Er zijn aanwijzingen dat achterstandsgroepen beter scoren op gestandaardiseerde toetsen zoals het centraal examen, terwijl de grotere subjectiviteit van beoordelingen in schoolexamens in het voordeel uitvallen voor kinderen uit hoger opgeleide milieus. Of dat nu ook het geval zal zijn weten we niet, maar het volgt wel logisch op allerlei studies die aantonen dat gestandaardiseerde toetsen minder ruimte laten voor subjectiviteit in beoordelingen dan cijfers gegeven door docenten in interactie met leerlingen.’
‘Het ironische is’, concludeert Paulle, ‘dat zelfs als de scholen over niet al te lange tijd opengaan, COVID een positieve uitwerking kan hebben, namelijk een beter inzicht in wat kansarme kinderen nodig hebben en een gedeeld gevoel van urgentie voor wetenschappelijk onderbouwde interventies die krachtig genoeg zijn om onderwijsongelijkheid te verminderen.’