6 maart 2024
‘Als we aan vrijheid denken,’ zegt Sunderason, ‘hebben we de neiging te denken aan Amerika, aan individuele vrijheid. Maar als je het vanuit gebieden buiten het Westen bekijkt, zie je dat er verschillende ideeën bestaan over wat vrijheid betekent. Bijvoorbeeld de socialistische visie, waarin vrijheid gekoppeld is aan revolutie, en ideeën uit de ‘Global South’, over vrijheid als onafhankelijkheid, bevrijding, emancipatie. Kunstenaars in het 20ste-eeuwse Azië, Afrika en het Midden-Oosten kwamen met al die verschillende ideeën in aanraking. Ik ben geïnteresseerd in hoe zij al die verschillende concepten visualiseerden, hoe ze ermee speelden.’
In de periode die Sunderason bestudeert, de jaren 1940 tot 1980, gebeurde er veel in de wereld, legt ze uit. ‘Dekolonisatie was wereldwijd aan de gang, en dan was er ook nog de Koude Oorlog – die voor veel landen niet echt koud was: er waren daadwerkelijk oorlogen in Azië en het Midden-Oosten, en in Afrika waren vrijheidsbewegingen actief. In die tijd hielden kunstenaars in de Global South zich bezig met zowel de Amerikaanse als socialistische ideeën over vrijheid, terwijl ze tegelijkertijd hun eigen postkoloniale vrijheid verbeeldden. Door specifieke kunstenaars, groepen en critici te volgen, wil ik in kaart brengen hoe die interacties plaatsvonden.’
Nog steeds bestaat het idee dat het modernisme in het Westen is begonnen en dat het op andere plekken in de wereld een afgeleide is.
In haar project gebruikt Sunderason beeldende kunst om de intellectuele geschiedenis van de 20ste-eeuwse dekolonisatie te beschrijven. ‘Als we aan moderne kunst denken, denken we vaak aan het eindproduct. Maar wat mij vooral fascineert, is de gedachte achter de tastbare kunstwerken die we zien. Hoe gaan kunstenaars bijvoorbeeld van figuratief schilderen naar volledig abstract werk? Hoe worstelen ze met hun rol in de wereld? Beeldende kunst kan ons veel vertellen over hoe verschillende concepten van vrijheid werden verbeeld in de schaduw van de 20ste-eeuwse dekolonisatie.’
Door eurocentrisme en amerikanisme hebben kunstenaars uit de Global South lange tijd minder aandacht gekregen van onderzoekers dan kunstenaars uit de westerse wereld, vertelt Sunderason. ‘Nog steeds bestaat het idee dat het modernisme in het Westen is begonnen en dat het op andere plekken in de wereld een afgeleide is. Om dat te ontkrachten zijn inmiddels uitstekende boeken geschreven over postkoloniaal modernisme, en over belangrijke modernisten in de Global South.'
'Maar we missen wat daar tussenin ligt: hoe zit het met de kunstenaars die niet succesvol waren, of niet zichtbaar op een nationaal of wereldwijd podium, maar die toch belangrijk waren voor het artistieke denken? Ik bouw voort op het onderzoek van anderen door die gaten op te vullen. Ik geloof dat de intellectuele geschiedenis juist in die hiaten ligt: in ideeën die niet zichtbaar zijn gemaakt, ideeën die mislukt zijn.'
Als onderdeel van het project gaat het onderzoeksteam uitgebreid veldwerk doen in Zuid-Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Sunderason heeft een aantal specifieke kunstenaars, tijdschriften, collecties en archieven geselecteerd om te bestuderen – wat in praktijk niet altijd makkelijk zal zijn. ‘Als we het in het Westen over archieven hebben, denken we aan instellingen, collecties en organisaties’, zegt ze. ‘Die zijn er natuurlijk ook in de Global South, maar je komt ook vaak terecht op zolders en in kelders van gewone mensen, waar je archieven vindt in dozen en kasten. In deze landen is het materiaal er wel, maar je moet op een andere manier zoeken, en voorbereid zijn op veel meer obstakels. En soms word je juist blij verrast door toevallige ontdekkingen.’
Sunderasons project zal ook deel uitmaken van de nieuwe research priority area (RPA) Decolonial Futures, die ze coördineert samen met Darshan Vigneswaran van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen en Eliana Cusato van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De RPA is breed samengesteld en combineert juridische, sociale, politieke en culturele benaderingen om te begrijpen hoe een dekoloniale toekomst eruit zou kunnen zien. ‘Het wordt een uitdaging om al die verschillende manieren van denken samen te brengen,’ zegt Sunderason, ‘maar het is ook belangrijk, omdat dekolonisatie een onderwerp is dat dwars door disciplines heen loopt.’
Met Decolonial Futures willen de onderzoekers een ruimte creëren voor nieuwe onderzoekssamenwerkingen, methoden en dialogen over wat ‘dekoloniaal’ betekent. Sunderason: ‘We horen de term overal, maar vaak overschaduwt de morele lading van het woord de concrete analysemethoden. Toch hebben we die methoden juist nodig in de academische wereld, als we kennis echt willen dekoloniseren. Het dekoloniale is niet alleen een emotie: het heeft een verleden en een ontstaansgeschiedenis, en het verdient een onderzoeksmethode.’
‘Onderzoek staat natuurlijk centraal in deze RPA’, zegt Sunderason, ‘maar daarnaast willen we ons onderzoek verbinden met het publiek: burgerbewegingen, musea, kleinere archieven, niet-institutionele collectieven, en natuurlijk met gesprekken in de Global South. Het is belangrijk dat we naar elkaar luisteren en van elkaar leren, maar daar moeten we ook infrastructuren – en een mentaliteit – voor opbouwen. We moeten concrete manieren vinden om de universiteit met de wereld te verbinden.’
Sociale verandering is een kwestie van voortdurende strijd en kritische alertheid.
De RPA richt zich op drie gebieden in de context van dekoloniale transformatie: cultureel en artistiek werk en instellingen; grenzen en migratie; en het milieu. Het programma zal de dialoog over deze thema's aanmoedigen met evenementen, seed grants, fora en programma’s voor gastonderzoekers.
‘We willen onderzoeken hoe het kolonialisme nog voortbestaat, hoe het wordt bestreden, en hoe we ons een toekomst kunnen voorstellen voorbij het kolonialisme’, zegt Sunderason. ‘Sociale verandering is een kwestie van voortdurende strijd en kritische alertheid. Uiteindelijk zijn wij aan de universiteit vooral institutionele mensen, geen revolutionairen. Maar binnen de academische wereld, vanuit onze collegezalen, cafés en wandelgangen, kunnen we veel veranderen.’