‘Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in kunst. Mijn vader was leraar geschiedenis, Latijn en Grieks, dus ik heb als kind op vakantie in Italië vele Romeinse opgravingen en overblijfselen bezocht. Hij vertelde daarbij over de geschiedenis en natuurlijk over de prachtige Griekse mythen en sagen. Aangezien mijn moeder ook van kunst houdt, bezochten we in Nederland regelmatig met het gezin een museum. Het bekijken van kunst is mij dus met de paplepel ingegoten.
Ik ben zelf nu al geruime tijd werkzaam in het onderwijs en was toe aan wat intellectuele uitdaging. Tijdens de lockdowns in de coronaperiode heb ik een online cursus kunstgeschiedenis gevolgd. Dat vond ik zo leuk dat ik heb besloten kunstgeschiedenis te gaan studeren aan de UvA. Doordat ik al een andere master heb afgerond mocht ik na een pre-master starten met de master Kunstgeschiedenis. Deze master legt, in tegenstelling tot de bachelor, geen brede kunsthistorische basis maar gaat echt de diepte in. Ik heb de specialisatie Moderne en Hedendaagse Kunst gekozen en hoop in de toekomst een leuke baan te vinden in de kunstwereld, het liefst iets waarbij ik mijn betrokkenheid met de maatschappij kan combineren met mijn passie voor kunst.’
‘Ik heb heel veel inspirerende lessen gevolgd, dus alle lof voor de docenten! Daarnaast heb ik tijdens de master een ontzettend leuke stage gevolgd bij galerie tegenboschvanvreden, waar ik onder meer de tentoonstelling 010 + 010 = 020, Street Special mocht produceren. Tijdens de pre-master vond ik de excursie naar Parijs het leukst, met als hoogtepunt de presentatie die ik aan mijn medestudenten gaf in het Louvre over het schilderij Portret van Madeleine van Marie-Guillemine Benoist. Dat was natuurlijk ontzettend spannend, maar ook superleuk om te doen. We hebben tijdens de excursie veel musea bezocht en ik heb heel veel geleerd van mijn docent en medestudenten. Ik vond ook de vakken over kunstfilosofie en benaderingen in de kunstgeschiedenis erg boeiend. Deze vakken gaven mij veel nieuwe inzichten en ideeën en lieten mij zien dat de (kunst)geschiedenis niet maar één perspectief kent, maar dat er meerdere perspectieven mogelijk zijn.’
Het bekijken van kunst is mij met de paplepel ingegoten.
‘Meld je aan bij ICOM voor een internationale museumjaarkaart en bezoek tijdens de studie veel musea en tentoonstellingen. Dit komt goed van pas tijdens de studie, want wat je leert op de universiteit zie je terug in musea of andersom. Je brengt bijvoorbeeld nieuwe ideeën en inzichten die je hebt opgedaan tijdens je bezoeken aan musea en tentoonstellingen mee naar de universiteit tijdens discussies in de werkgroepen, bij het geven van presentaties of het uitwerken van schrijfopdrachten. Zo krijg je ook een beter beeld van waar jouw interesse ligt op het gebied van de kunstgeschiedenis. Verder zou ik aanraden om stage te lopen. Je maakt dan kennis met het werkveld en leert waar jouw krachten liggen als toekomstig kunsthistoricus.’