Toen ik op de middelbare school zat, gaf ik dansles aan 4- tot 6-jarigen. Dit vond ik erg leuk om te doen, en ik zag het beroep van leerkracht dus wel zitten. Met mijn vwo-diploma zocht ik echter naar meer uitdaging dan de pabo. Een vriendin wees mij op de UPvA. Ik was geïnteresseerd en ben daardoor een dag gaan meelopen met een UPvA-student. Ik voelde me zo op mijn plek dat ik me meteen voor de opleiding heb ingeschreven en dat ik niet meer ben gaan kijken naar andere universitaire pabo's.
De UPvA is een kleine opleiding. Hierdoor ken je al je klasgenoten, wat de onderlinge samenwerking versterkt. Ik heb er vriendinnen voor het leven gemaakt. Daarnaast weten de docenten wie je bent, waardoor je je geen nummertje voelt. Zelfs nu ik afgestudeerd ben en bezig ben met mijn master kom ik nog geregeld UPvA-docenten tegen die even 'hallo' zeggen of een praatje komen maken.
De UPvA heeft me niet alleen opgeleid tot juf, maar ook tot onderzoeker. Voor mij is de meerwaarde van de opleiding dan ook de welbekende 'brug' tussen theorie en praktijk. De theorie die je leert tijdens je colleges kan je meteen in de praktijk toepassen tijdens je stage. Dit maakt het leerproces niet alleen diepgaander, maar ook direct toepasbaar in de echte onderwijsomgeving.
Momenteel volg ik de Mastertrack Preventieve Jeugdhulp & Opvoeding aan de UvA, wat ik combineer met 1 à 2 dagen per week voor de klas staan. In de toekomst, als ik geslaagd ben voor mijn master, zou ik graag een paar dagen per week voor de klas willen staan en dit combineren met het doen van onderzoek binnen het onderwijs. Zo kan ik het onderwijs verrijken met nieuwe inzichten en tegelijkertijd actief bijdragen aan de ontwikkeling en groei van mijn leerlingen.