‘Ik deed de Rietveldacademie maar was ook nieuwsgierig naar KI. In 2008 stapte ik daarom over naar de bachelor KI om te kijken hoe het zou bevallen. Het was zo leuk dat ik niet meer ben teruggegaan naar de kunstacademie. Een van de mooiste kanten van KI vind ik zelf dat de vakken over het nú gaan, denk aan zelfbesturende auto’s en woordherkenning op je telefoon. Dat maakt het vakgebied voor mij heel aansprekend.’
‘Mijn master wilde ik graag volgen in de Verenigde Staten. Ik heb me daarom voor verschillende universiteiten ingeschreven. Uiteindelijk koos ik voor het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Hier was veel overlap tussen KI en de kunstwereld, en dat sprak mij erg aan. Bij het MIT ben ik dan ook niet meer weggegaan: na mijn master ben ik hier gepromoveerd, en inmiddels ben ik hier als postdoc. Het MIT is een prestigieuze universiteit maar ik was gewoon een normale student. Ik ben vooral aangenomen omdat ik veel verschillende dingen deed, en vooral ook heel eigen dingen. Ik deed en doe bijvoorbeeld veel met elektrotechniek.’
Tijdens de bachelor heb ik het honoursprogramma gevolgd, waarbij je meedoet in iemands onderzoek. Het honoursprogramma heeft mij geholpen om binnen te komen bij het MIT. Ik liep mee met Ulle Endriss van het Institute of Logic, Language and Computation (ILLC). Hij kijkt naar beslissystemen en onderzoekt onder meer hoe een grote groep beslissingen maakt, bijvoorbeeld bij verkiezingen. Het was een ontzettend goede ervaring om met hem mee te lopen. Ik heb bijvoorbeeld veel geleerd over het opzetten van gedegen onderzoek.’
‘Als postdoc ben ik op zoek naar manieren om zo gemakkelijk mogelijk machines te maken met verschillende toepassingen. Ik werk hiervoor samen met bedrijven. Met Philips in Eindhoven ben ik bezig met een project waarbij we zo veel mogelijk soorten lampen willen creëren. Hiervoor ontwikkel ik een nieuwe infrastructuur.’
‘Wat ik erg goed vond aan KI aan de UvA, zijn de vele contacturen. De docenten weten hoe je heet en wat jij interessant vindt. Toen ik studeerde, hadden we een knus jaar met maar twintig studenten. Docenten behandelden een bepaald onderwerp meer als daar interesse voor was. Ook vond ik de aansluiting van de vakken op elkaar heel sterk.’
‘Als postdoc maak ik veel gebruik van alle kennis die ik heb opgedaan. Regelmatig pak ik een boek uit de bachelor erbij om na te zoeken hoe iets ook alweer precies zat. Tijdens de bachelor heb ik ook goed leren programmeren. En ik merk nu als postdoc dat ik gestructureerder te werk ga dan andere mensen. Al met al heeft de bachelor voor mij goed uitgepakt.’
‘Als middelbare scholier vond ik het moeilijk om in te schatten wat de studie KI precies inhoudt. Er bestaat immers geen middelbare schoolvak dat erop lijkt. Ik was niet de enige. In mijn bachelorjaar zaten veel mensen die het eerste jaar de bachelor bèta-gamma hadden gedaan en van daaruit voor KI kozen. Dat kan natuurlijk ook.’
‘Er werken nog altijd weinig vrouwen in de techniek en dat vind ik soms moeilijk. Als middelbare scholier zag ik op een voorlichtingsbijeenkomst van een technische universiteit vrijwel alleen jongens. Ik ben toen naar de kunstacademie gegaan. Ik dacht: hier zijn meer mensen die op mij lijken, dus hier pas ik beter dan op een technische universiteit. Ik had nog niet de zelfkennis om te bedenken dat ik een goede technicus zou zijn. Het gevaar is dat het beeld zo in stand wordt gehouden dat techniek iets voor mannen is. Vrouwen zijn zeker net zo geschikt om de techniek te werken.’