In Amsterdam ligt de geschiedenis letterlijk op straat. Dat begint al bij ons eigen gebouw, het Oost-Indisch Huis. Ooit vergaderden hier de bestuurders van de VOC. En wat te denken van het Begijnhof, het Paleis op de Dam of het Anne Frankhuis? Allemaal plaatsen die ons iets vertellen over de Amsterdamse historie, maar zeker ook over de geschiedenis van Nederland en de wereld. Zo kun je in de Oude Kerk sporen vinden van de Beeldenstorm, terwijl het beeld Het Lieverdje aan het Spui ons herinnert aan de Provo’s in de jaren zestig. Geschiedenis studeren doe je in Amsterdam daarom niet alleen in de collegezaal, maar ook op locatie.
Al in je eerste jaar organiseer je, samen met medestudenten, zelf een rondleiding langs een aantal historische plaatsen in de stad. Daarnaast geef je uitleg bij een topstuk in een van de vele musea die de stad rijk is. Je bezoekt archieven en culturele instellingen. Zo komt de geschiedenis tot leven. Maar het belangrijkst is misschien wel dit: je leert al snel hoe het is om de theoretische kennis die je tijdens je studie hebt opgedaan, in praktijk te brengen.'