Galilei, de grondlegger van de moderne sterrenkunde, noemde wiskunde de taal van de wetenschap, omdat de natuurwetten die hij ontdekte alleen te formuleren waren in wiskundige termen. In de hedendaagse wetenschap en technologie is wiskunde onverminderd het instrument om verschijnselen te beschrijven en doorgronden, of het nu gaat om de loop van planeten, de structuur van hormonen, veranderingen in de zeestromen of fluctuaties in de conjunctuur.
Sociale wetenschap bestudeert de wereld van de mensen. Hoe mensen erin slagen een zekere orde te bewaren, vormen van samenwerking weten te vinden en hoe ze de problemen die gepaard gaan met dat samenleven proberen op te lossen. Hoe mensen ook manieren weten te vinden om elkaar naar het leven te staan, dwars te zitten en conflicten te krijgen. Noch de creativiteit, noch de vernielzucht van mensen kent veel grenzen. In de sociale wetenschap bestaan tal van verschillende disciplines met een veelheid aan invalshoeken – daarmee weerspiegelen ze de complexiteit van de manieren waarop mensen in groepen vorm geven aan hun bestaan, hun aspiraties, hun angsten en hun hoop.
Sociale wetenschap bestudeert de wereld van de mensen. Hoe mensen erin slagen een zekere orde te bewaren, vormen van samenwerking weten te vinden en hoe ze de problemen die gepaard gaan met dat samenleven proberen op te lossen. Hoe mensen ook manieren weten te vinden om elkaar naar het leven te staan, dwars te zitten en conflicten te krijgen. Noch de creativiteit, noch de vernielzucht van mensen kent veel grenzen. In de sociale wetenschap bestaan tal van verschillende disciplines met een veelheid aan invalshoeken – daarmee weerspiegelen ze de complexiteit van de manieren waarop mensen in groepen vorm geven aan hun bestaan, hun aspiraties, hun angsten en hun hoop.
In het vak Academische Vaardigheden zullen studenten de gereedschappen en vaardigheden aangereikt krijgen die nodig zijn om wetenschappelijke teksten te schrijven. Door een literatuurstudie uit te voeren naar een zelfgekozen onderwerp zal de academische schrijfvaardigheid (verder) worden ontwikkeld, en zal worden geleerd hoe wetenschappelijke bronnen gezocht, gevonden en beoordeeld kunnen worden. Er zal aandacht zijn voor het inzetten van digitale technieken in het verkennen van de vraagstelling en zoeken en beheren van literatuur. In dit vak wordt de basis gelegd voor de schrijfvaardigheden die nodig zijn bij diverse andere schrijfopdrachten, bijvoorbeeld in de vakken thema I en thema III.
In de cursus Cognitie leer je over de hersenen en cognitie. Je gebruikt je hersenen de hele dag: om de wereld waar te nemen, om te studeren en dingen te onthouden, maar ook om emoties te ervaren, taal te produceren en begrijpen, en om onszelf te zijn. Dergelijke mentale processen worden cognitieve functies genoemd. Je verdiept je in het interdisciplinaire veld van cognitieve neurowetenschappen waarbinnen bestudeerd wordt hoe cognitieve functies en gedrag voortkomen uit de hersenen. Binnen dit brede vakgebied zijn mensen met allerlei academische achtergronden werkzaam. Deze diversiteit is terug te zien in de achtergronden van de hoorcollegedocenten die o.a. werkzaam zijn als cognitief psycholoog, neurobioloog, biomedische ingenieur, taalwetenschapper, enzovoort. In de cursus AI en Samenleveing gaan wij samen proberen om een beter begrip te krijgen van de invloed die AI krijgt en in toekomst nog kan krijgen op ons en onze samenleving. Wij willen meer te weten komen over AI technieken zelf, maar wij gaan ook praten met experts van andere disciplines over hun kijk op bestaande problemen en uitdagingen. Uiteindelijk is het doel om ideeën te ontwikkelen voor hoe wij de integratie van AI in de samenleving op een verantwoorde manier vorm kunnen geven.
Programmeren betekent: een computationeel probleem oplossen door de computer een recept te geven dat vertelt hoe de beschikbare informatie moet worden verwerkt. Programmeren is een vaardigheid die oefening en ervaring vereist, en die je gedurende je opleiding voortdurend zult blijven inzetten.
Dit college betreft een introductie van de vakgebieden natuurkunde, chemie en biologie vanuit een overkoepelend kosmologisch perspectief waarin de verbanden tussen de vakgebieden worden blootgelegd en benadrukt. Toch zullen de verschillen tussen de disciplines duidelijk worden omdat de colleges wel vanuit de basis van de natuurkunde, chemie en biologie gegeven zullen worden.
Onderzoek doen vormt het hart van de wetenschap. In de sociale wetenschappen, levenswetenschappen, economie en psychologie maken onderzoekers gebruik specifieke methoden en technieken om conclusies over de empirische wereld te kunnen trekken. In dit vak leer je de belangrijkste methoden van empirische dataverzameling en -analyse uit de natuur- en sociale wetenschappen. Je gaat daarbij oefenen met zowel kwantitatieve (statistische) als kwalitatieve manieren om onderzoeksvragen te beantwoorden.
Wetenschapsfilosofie levert filosofisch denkgereedschap waarmee je kritisch leert reflecteren op je toekomstige praktijk als wetenschappelijk onderzoeker, in relatie tot andere wetenschappelijke disciplines, andere vormen van kennis en de maatschappij. Aan de hand van de ruimtelijke metafoor van ‘grenzen’ introduceert deze cursus relevante denkgereedschappen voor interdisciplinaire studies.
In dit vak staat de stad als menselijke constructie centraal: wat de stad is, wat voor bijzondere kansen en uitdagingen de stad levert, en hoe wetenschappelijk onderzoek kan helpen kansen te benutten en uitdagingen het hoofd te bieden.
Project 1 vak maakt deel uit van de leerlijn Interdisciplinariteit van Bèta-Gamma en biedt een eerste kennismaking met het zelf opzetten en uitvoeren van onderzoek vanuit een multidisciplinair perspectief in een bepaald domein. Met een onderzoeksgroep bestaande uit een kleine groep studenten wordt er een onderzoeksvoorstel ontwikkeld en uitgevoerd. De in het eerste deel van het vak verworven samenwerkings- en onderzoeksvaardigheden kan je hierbij inzetten en je levert met jouw onderzoeksgroep een onderzoeksverslag en een uitgewerkt interview met een expert op het gebied van het onderzoeksonderwerp af.
Hier kies je uit Wetenschap in Praktijk - Consultancy voor Duurzaamheid of Wetenschap in Praktijk - Placemaking. Bij Consultancty voor Duurzaamheid krijg je de kans om de interdisciplinaire transitie naar een circulaire economie te verkennen door praktische oplossingen te vinden voor duurzaamheidsvraagstukken van organisaties, terwijl je belangrijke vaardigheden ontwikkelt zoals groepswerk, planning en zelfstandigheid. Je werk resulteert in het presenteren van advies dat zowel relevant is voor de opdrachtgever als voor de maatschappij. Bij Placemaking leer je op transdisciplinaire wijze plekken in te richten op basis van lokale plekken en lokale kwaliteiten.
In Project 3 krijg je een theoretische en methodologische inleiding op het uitvoeren van interdisciplinair onderzoek en dit sluit af met een onderzoeksvoorstel. Het bouwt voort op de onderzoeksvaardigheden die je hebt opgedaan bij het vak Project 1 en andere vakken op het gebied van o.a. reflectie op disciplinaire vooronderstellingen en onderzoeksmethoden. De gereedschappen die je daar aangereikt hebt gekregen, kun je ook inzetten tijdens dit vak. Denk daarbij aan het doen van literatuuronderzoek, scrum, het gebruik van issue trees, samenwerken, etc.
Project 4 is het afsluitende Interdisciplinaire Onderzoekspracticum van de opleiding Bèta-gamma. Studenten kiezen voor een onderzoeksdomein – AI en Samenleving, Duurzame Welvaart, Cognitie en Gezondheid of Veerkracht en Rechtvaardigheid (allen o.v.b.) – en gaan vervolgens in kleine, interdisciplinaire teams onderzoek doen. Junior en senior docenten begeleiden het onderzoeksproces aan de hand van diverse werkgroepbijeenkomsten en schriftelijke opdrachten. Project 4 wordt afgesloten met een schriftelijk verslag van het interdisciplinaire onderzoeksproject en een presentatie op het slotsymposium.
In het brede eerste jaar leer je over concepten en denkwijzen binnen de natuur- en sociale wetenschappen. Het eerste vak is bijvoorbeeld 'de Staat en de Mensen'. Tijdens dit vak ga je met alle eerstejaars naar Berlijn en leer je veel over de sociale en stedelijke gevolgen van de roerige geschiedenis van de stad.
Ook ga je in het eerste jaar aan de slag met het eerste interdisciplinaire projectvak, waarin je een interdisciplinair onderzoek uitvoert en je bevindingen presenteert op een afsluitend symposium (lees het studenteverslag).
In de studiegids is een uitgebreide omschrijving van de vakken te vinden.
In het tweede jaar start je met je gekozen major. Deze maakt een groot deel uit van je tweede studiejaar: 51 van de 60 studiepunten. Iedere major bestaat uit een voor Bèta-gamma samengesteld pakket van vakken op inleidend en verdiepend niveau, waarmee je versneld de diepte in gaat in het vakgebied van je major. Het onderwijs volg je bij de UvA-opleiding waar je je specialisatie doet.
Daarnaast, volg je het tweede interdisciplinaire projectvak met de andere Bèta-gamma studenten en voer je groepsopdrachten uit. Je kunt kiezen tussen:
In het laatste jaar omvat het majoronderwijs 54 van de 60 studiepunten. De overige ruimte wordt ingevuld door het laatste interdisciplinaire themavak. Je major sluit je af met een eindproject: je scriptie.
Hier werk je in een team van Bèta-gammastudenten (ieder met een andere major) intensief samen aan een zelfgekozen onderzoeksvraag. Zo kun je ieder vanuit je eigen specialisatie een nuttige bijdrage leveren aan het oplossen van een interdisciplinair vraagstuk. Het eindresultaat is een artikel dat wordt voorgelegd aan een forum van wetenschappers. Uiteindelijk presenteer je deze onderzoeken op een groot eindsymposium.
In totaal moet je 180 studiepunten/EC halen om af te studeren voor de bachelor Bèta-gamma. Het eerste studiejaar bestaat geheel uit Bèta-gammavakken (60 EC). In het tweede en derde jaar volg je zowel Bèta-gammavakken (15 EC) als vakken bij je gekozen major (105 EC). Bij sommige majors blijft binnen de 180 EC die je nodig hebt om af te studeren nog ruimte over voor het invullen van keuzeruimte. Als je meer dan 12 EC keuzeruimte hebt binnen je major, moet je die in principe invullen met tweede of derdejaars (keuze)vakken van je major. Als je andere vakken wilt volgen, dien je hiervoor toestemming te vragen bij de examencommissie van Bèta-gamma.
Het volgen van extra vakken
Je kunt ook extra vakken kiezen bovenop de verplichte 180 EC. Je kunt deze vakken, mits behaald aan een Nederlandse of buitenlandse universiteit, als extra vak op je cijferlijst laten vermelden.
Je kunt ook kiezen om een minor te doen. Een minor is een samenhangend pakket van modules met een totaal van minimaal 30 EC. Het is een kans om je te verdiepen in een ander vakgebied dan je eigen major. Met een minor kun je je tijdens de bachelor verdiepen in een specialisme binnen je eigen vakgebied of juist verbreden met kennis in ander vakgebied of een interdisciplinair thema. Je vormt hiermee je studieprogramma en bereid je voor op een master. Meer informatie over minors aan de UvA
Ben je op zoek naar extra uitdaging? Neem dan deel aan het honoursprogramma voor Bèta-gammastudenten. Je volgt dan extra (interdisciplinaire) vakken. Een unieke kans om je nog breder te ontwikkelen. Inspirerende hoogleraren en docenten verzorgen de honourscolleges en benaderen een thema vanuit een interdisciplinair perspectief. Ook discussieer je met medestudenten in kleine discoursgroepen of doe je eigen onderzoek. Je onderscheidt je als honoursstudent in je contacten met (buitenlandse) universiteiten, studiefondsen en werkgevers. Je hebt hiermee een streepje voor bij je latere (internationale) studie, promotie of werk.
Als je in het eerste semester van het eerste studiejaar alle vakken (30 EC) hebt gehaald met een gewogen gemiddelde van een 7,5 of hoger kun je in het tweede semester beginnen met het Honoursprogramma. Het is ook mogelijk om in je tweede studiejaar met het Honoursprogramma te beginnen als je dan alle vakken (60 EC) hebt gehaald met een gewogen gemiddelde van een 7,5 of hoger. Je zult dan wel harder moeten werken om aan het eind van het zesde semester de vereiste 30 EC bij elkaar te hebben.
Als je voor alle reguliere en extra vakken minimaal een 7 hebt gehaald, krijg je naast het bachelordiploma ook een honoursdiploma.
De UvA neemt deel aan internationale samenwerkings- en uitwisselingsprogramma's. Bèta-gamma studenten worden aangemoedigd om in het buitenland te studeren of een stage te volgen in de majorfase.
Docenten en hoogleraren van de opleiding hebben veel contacten met buitenlandse collega’s. Je kunt bij hen informeren naar de mogelijkheden om in het buitenland te studeren.
Tijdens je bachelor kun je je kennis in de praktijk brengen met een stage. Stages maken geen vast onderdeel uit van het bachelorprogramma, maar zijn zeker een nuttige toevoeging. Lees het stageverhaal van Vera in Ecuador.
Het onderwijsprogramma is intensief. Docenten geven interactief college, stimuleren, dagen uit en verwachten een actieve studiehouding van je. Je hebt gemiddeld 20 contacturen per week. Daarnaast heb je 20 uur per week nodig voor zelfstudie: voorbereiden van colleges, tentamens, schrijfopdrachten en presentaties.
Je krijgt bij Bèta-gamma te maken met diverse soorten onderwijs:
In het onderwijs bij Bèta-gamma word je begeleid door tutoren: jonge wetenschappers die zijn afgestudeerd in een bèta- of gammadiscipline. Ze spelen een belangrijke en centrale rol in het themaonderwijs dat door de hele bachelor heen loopt. De tutoren begeleiden je bij het schrijven van papers en het uitvoeren van onderzoek en opdrachten tijdens werkgroepen en practica. Zij kunnen je ook adviseren bij je majorkeuze.
Voor begeleiding bij andere zaken die studiebepalend kunnen zijn, kun je altijd contact opnemen met de studieadviseur. De studieadviseur houdt je studievoortgang in de gaten, biedt zonodig extra begeleiding en adviseert over de studie en het studeren.
Met zeer specifieke vragen over de studie kun je ook nu al terecht bij de studieadviseurs van Bèta-gamma, bereikbaar via e-mail.
Voor alle bacheloropleidingen geldt in de propedeuse een bindend studieadvies (BSA). Met het BSA wordt vastgesteld in hoeverre een student, aan het einde van het eerste studiejaar, daadwerkelijk de motivatie en capaciteiten bezit om te slagen in de opleiding. Het BSA is onderdeel van een reeks van maatregelen die de kans vergroot dat een student de opleiding tijdig succesvol afrondt.