12 mei 2020
De natuur op eilanden, en de soorten die daar leven, worden momenteel ernstig bedreigd door de mens. Van de oorspronkelijke vegetatie zijn vaak nog maar kleine stukken over. Deze veranderingen begonnen al enkele eeuwen (of soms zelfs millennia) geleden, toen de eerste mensen zich op de voorheen onbewoonde eilanden vestigden. Mensen verwijderden de oorspronkelijke vegetatie om landbouw te kunnen bedrijven, bejaagden soorten waardoor ze uitstierven, en introduceerden exotische soorten. Maar hoe komt het dat bepaalde eilanden meer te lijden hebben gehad onder de invloed van de mens dan andere eilanden?
Om deze vraag te beantwoorden, bestudeerde een internationaal onderzoeksteam dertig eilanden in vijf archipels in de Atlantische Oceaan: de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Kaapverdië en de eilanden in de Golf van Guinee. De onderzoekers voerden een statistische analyse uit op verschillende variabelen op het gebied van topografie, klimaat, menselijke activiteit en demografie. ‘Onze resultaten laten zien dat eilanden die een relatief groot oppervlakte aan oorspronkelijke natuur over hebben over het algemeen ook een ruigere topografie hebben. Dit suggereert dat biodiversiteit op eilanden met een ontoegankelijk landschap beter beschermd zijn tegen menselijke invloeden zoals ontbossing’ vertelt Sietze Norder, eerste auteur en onderzoeker aan zowel het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica aan de UvA, alsook het Centre for Ecology, Evolution and Environmental Changes aan de Universiteit van Lissabon en de Azoren.
Hoewel topografie een belangrijke rol lijkt te spelen, kunnen de huidige vegetatiepatronen ook deels verklaard worden door demografische en socio-economische veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de eerste mensen zich op de eilanden vestigden. Daarom maakte onderzoeksteam ook een reconstructie van de demografische en socio-economische veranderingen die deze archipels de afgelopen eeuwen doormaakten. Deze historische informatie (kwalitatieve gegevens) werd gebruikt om de statistische bevindingen (kwantitatieve gegevens) in een bredere context te plaatsen.
Eerdere studies gebruikten vaak alleen een kwalitatieve of juist kwantitatieve benadering, en kwamen soms tot contrasterende conclusies over het relatieve belang van milieu- en socio-economische factoren op veranderingen in landgebruik. Norder: ‘Onze studie laat zien dat het gebruik van een interdisciplinaire benadering, waarbij kwantitatieve en kwalitatieve informatie wordt geïntegreerd, grote potentie heeft om de interactie tussen mens en milieu beter te begrijpen.’
Niet alleen de eilanden in de oostelijk Atlantische Oceaan, maar ook in de rest van de wereld, zijn grotendeels veranderd door menselijke activiteit. ‘Een volgende stap zou daarom zijn om deze veranderingen te onderzoeken in andere gebieden verspreid over de wereld, zodat we nog beter kunnen begrijpen waarom de invloed van de mens op biodiversiteit per eiland verschilt,’ besluit Norder.
Sietze J. Norder, Ricardo F.de Lima, Lea de Nascimento, Jun Y. Lim, José María Fernández-Palacios, Maria M. Romeiras, Rui Bento Elias, Francisco J. Cabezas, Luís Catarino, Luis M. P. Ceríaco, Alvaro Castilla-Beltrán, Rosalina Gabriel, Miguel Menezes de Sequeira, Kenneth F. Rijsdijk, Sandra Nogué, W. Daniel Kissling, E. Emiel van Loon, Marcus Hall, Margarida Matos, Paulo A. V. Borges: ‘Global change in microcosms: environmental and societal predictors of land cover change on the Atlantic Ocean Islands’, in: Anthropocene (Mei 2020). https://doi.org/10.1016/j.ancene.2020.100242