13 oktober 2024
Eén organisatie is niet in staat om een complex probleem, zoals hoge kosten in de gezondheidszorg of een tekort aan betaalbare woningen, op te lossen. Daar zijn heel veel partijen voor nodig, die elk over eigen data beschikken. Het bij elkaar brengen van die data kan veel nuttige inzichten geven om bijvoorbeeld processen in de gezondheidszorg efficiënter te maken, de mobiliteit in steden te verbeteren of overbelasting van het energienetwerk te verminderen. Partijen kunnen die data echter niet zomaar delen, waardoor de informatie verkokerd blijft, en het moeilijker wordt om de meest optimale uitkomst te realiseren. Kort gezegd is dat het probleem waarvoor Sander Klous, hoogleraar AI & Audit aan de UvA en partner bij KPMG, momenteel een oplossing zoekt.
Klous, groepsleider van de Complex Cyber Infrastructure (CCI) groep van het Informatica Instituut noemt een voorbeeld uit de gezondheidszorg. ‘Als je met bijvoorbeeld een herseninfarct in het ziekenhuis wordt opgenomen, dan ben je daar misschien een paar weken. Daarna ga je naar een volgende organisatie, bijvoorbeeld voor revalidatie of thuiszorg. Als patiënt doorloop je zo een hele keten van organisaties. Op dit moment optimaliseert het ziekenhuis de behandeling op basis van de data die het zelf heeft – en dat zijn dus maar een paar weken. Terwijl revalidatie en thuiszorg jaren in beslag kunnen nemen. Het zou dus best kunnen dat als je in die paar weken in het ziekenhuis de behandeling aanpast, dat je het vervolgtraject dan zou kunnen verkorten. We willen de gehele patiëntreis kunnen volgen om dat inzichtelijk te krijgen.’ Daarvoor is data-analyse van alle partijen nodig, in een gezamenlijke dataruimte. Omdat zo’n optimalisatieproces mogelijk tot hogere kosten voor het ziekenhuis kan leiden, moet bijvoorbeeld ook de zorgverzekeraar bij dit traject betrokken worden, zodat die kosten kunnen worden gecompenseerd. ‘Die verdien je dan elders weer terug. Want het uiteindelijke doel is natuurlijk dat patiënten een kortere hersteltijd hebben.’
Dit voorbeeld is gebaseerd op een onderzoeksproject genaamd Enabling Personalized Interventions, dat Klous en collega’s van de UvA, VU en het CWI uitvoerden in samenwerking met onder andere het UMC Utrecht, het Sint Antonius Ziekenhuis en het Prinses Maxima Centrum. Dit project valt weer onder een grotere paraplu, namelijk AMdEX, wat je zou kunnen omschrijven als een initiatief dat het mogelijk maakt om data op een open en verantwoorde manier uit te wisselen. Een digitale notaris als het ware, waarmee afspraken over data-uitwisseling kunnen worden opgesteld en bewaakt. Het doel van AMdEX is om de dataruimtes interoperabel te maken, oftewel niet van een enkele leverancier afhankelijk. Klous noemt dit een federatief stelsel. ‘In dit stelsel heeft elke partij zijn eigen verantwoordelijkheid. Er zijn mechanismen ingebouwd om te controleren of iedereen zich aan de afspraken houdt, en je kunt sancties opleggen als dat niet gebeurt.’ Om tot zo’n infrastructuur te komen moeten er afspraken gemaakt worden over standaarden en protocollen voor de uitwisseling van informatie, vergelijkbaar met het internet of het wereldwijde web.
Net als in de gezondheidszorg en bij gebiedsontwikkeling zijn daar veel verschillende partijen bij betrokken die allemaal hun eigen belangen hebben. Federatieve dataruimtes kunnen een belangrijke rol spelen bij dit soort analyses, omdat de betrokken partijen samen kunnen werken zonder dat ze hun autonomie of soevereiniteit hoeven op te geven.Sander Klous, groepsleider CCI groep
Deze infrastructuur kan niet alleen helpen in de gezondheidszorg. Veel organisaties die met veel data te maken hebben, kunnen ervan profiteren. ‘We bereiden bijvoorbeeld ook een project voor met de Gemeente Amsterdam, voor gebiedsontwikkeling rond de Johan Cruijff Arena. Daar moeten allerlei belangen tegen elkaar afgewogen worden. Er moeten afvalstromen worden verwerkt, er moet genoeg energie en water zijn, er moet werkgelegenheid zijn. We willen een sociaaleconomische emulator maken van allerlei databronnen, denk aan mobiliteitsgegevens, gezondheidsgegevens, arbeidsparticipatie en energieverbruik, zodat we beleidsmakers kunnen ondersteunen om de kwaliteit van leven in het gebied te optimaliseren.’ En de infrastructuur van AMdEX is ook toepasbaar bij de energietransitie. ‘Net als in de gezondheidszorg en bij gebiedsontwikkeling zijn daar veel verschillende partijen bij betrokken die allemaal hun eigen belangen hebben. Federatieve dataruimtes kunnen een belangrijke rol spelen bij dit soort analyses, omdat de betrokken partijen samen kunnen werken zonder dat ze hun autonomie of soevereiniteit hoeven op te geven.’
Klous, die inmiddels ruim tien jaar werkzaam is op de UvA, zoekt het liefst onderzoeksprojecten op die dicht bij de maatschappij staan, vertelt hij. Hij werkte zeventien jaar als natuurkundige aan projecten bij deeltjesversneller CERN, voordat hij de overstap maakte naar accountants- en adviesorganisatie KPMG. ‘Vanwege de korte doorlooptijden van projecten in het bedrijfsleven was dat in eerste instantie geen gelukkige match, maar gelukkig kreeg ik de kans om mijn baan te combineren met een hoogleraarschap bij de Complex Cyber Infrastructure (CCI) groep van de UvA. Zo kan ik betrokken zijn bij de langetermijnontwikkelingen met mijn onderzoek op de UvA en via KPMG direct invloed hebben op wat er in de maatschappij gebeurt.’
AMdEX is nog lang niet voltooid, maar roept nog allerlei wetenschappelijke vervolgvragen op, zoals: wie gaat er controleren dat alle partijen zich aan de afspraken houden? ‘Binnenkort zullen er organisaties op moeten staan die die rol op zich gaan nemen. Bij KPMG zijn we daar nu al over aan het nadenken.’