24 juni 2022
Afgelopen week kopte de NRC ‘Geldnood bedreigt 1,2 mln huishoudens’. De dreiging komt voort uit de aanhoudende prijsverhogingen van onder meer energie, levensmiddelen en brandstof. Afgelopen maand was de inflatie bijna negen procent en een groeiende groep krijgt de eindjes niet meer aan elkaar geknoopt. Deze ontwikkeling is niet alleen een grote bron van stress en zorgen voor de huishoudens die het aangaat, maar in potentie ook een enorme maatschappelijke kostenpost. Want schulden werken door in onder meer langduriger gebruik van uitkeringen, een hoger ziekteverzuim en een hoger gebruik van gezondheidszorg. Om de schuldenproblematiek (en daarvan afgeleid de maatschappelijke kosten) terug te dringen is er in de afgelopen paar jaar een reeks van wets- en beleidswijzigingen doorgevoerd. Als de koopkracht van de kwetsbare huishoudens niet voldoende op peil wordt gehouden, dan is de kans groot dat de waarde van de doorgevoerde wijzigingen ook aan stevige inflatie onderhevig zal zijn.
Stevige maatregelen voor grote problematiek
De schuldenproblematiek in Nederland is groot. Al voordat de inflatie op hol sloeg worstelden ruim 600.000 huishoudens met problematische schulden. Bij deze groep is de financiële problematiek zo groot dat alleen een schuldregeling met kwijtschelding via een gemeente of de rechter hen op afzienbare termijn weer perspectief biedt. De effectiviteit van de schuldenaanpak was echter gering. Slechts één op de zes huishoudens met geregistreerde problematische schulden wist de weg naar de professionele hulpverlening te vinden. Gevoed door maatschappelijk en parlementair ongenoegen heeft het Kabinet daarom in 2018 de Brede Schuldenaanpak ingezet. Dit interdepartementale programma vormde een kapstok om lopende en nieuwe beleids- en wetswijzigingen ter bevordering van de aanpak van schulden in samenhang te ontwikkelen en te behandelen. Het resultaat was een ongekend grote beweging waarin de wets- en beleidswijzigingen zich in hoog tempo aandienden. Zo werd vanaf 1 oktober 2020 de herziening van het beslag en executierecht in fasen ingevoerd. Dankzij deze wetswijziging zijn debiteuren beter beschermd als er beslag wordt gelegd op de inboedel of bijvoorbeeld de bankrekening. Op 1 januari 2021 volgden er nog drie wetswijzigingen. Om te beginnen trad de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet in werking. Deze wijziging biedt huishoudens een eenvoudiger berekening van de beslagvrije voet zodat zij niet zo weinig geld overhouden dat nieuwe schulden onvermijdelijk zijn. Daarnaast wijzigde op 1 januari 2021 ook de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Op grond van deze wijziging kregen gemeenten de opdracht om ook ondernemers te voorzien van ondersteuning bij schulden en huishoudens met achterstanden op de vaste lasten pro-actief op te zoeken. De derde wetswijziging die op 1 januari 2021 van kracht werd, was het wettelijk adviesrecht voor gemeenten bij een verzoek om Boek 1 bewind. Met deze wijziging beoogt de wetgever eraan bij te dragen dat rechters alleen mensen tot schuldenbewinden toelaten waarvoor geen (eenvoudiger) gemeentelijke voorzieningen beschikbaar zijn.
Naast wetswijzigingen voorzag de Brede Schuldenaanpak ook in een reeks beleidsaanpassingen en pilots. Zo zijn rechtbanken gaan experimenteren met de schuldenfunctionaris die de komende periode bij alle rechtbanken haar intrede gaat doen en zijn zelfstandige bestuursorganen zoals het Centraal Justitieel Incassobureau de dienstverlening aanmerkelijk debiteurvriendelijker gaan maken.
Wordt de inflatie een gamechanger?
Er is de afgelopen jaren dus enorm geïnvesteerd in een laagdrempeliger en effectievere aanpak van schulden. Zo rond deze tijd mocht verwacht worden dat we de eerste beelden konden verzamelen van de impact van alle inspanningen. Maar... er is sprake van hoge inflatie. Deze ontwikkeling kan in negatieve zin een gamechanger worden voor de aanpak van schuldenproblematiek. Want onder de pilots, experimenten, beleids- en wetswijzigingen ligt de aanname dat huishoudens met financiële problemen een pakket aan vaste lasten hebben dat betaald kan worden uit het inkomen. Het belangrijkste instrument in de aanpak van problematische schulden is een schuldregeling met kwijtschelding. Van de schuldenaar wordt gevraagd om 36 maanden op een houtje te bijten en na afloop worden de resterende bedragen kwijtgescholden of omgezet in natuurlijke verbintenissen. Een voorwaarde om voor dit instrument in aanmerking te komen is dat de vaste lasten passen in het budget. Wat heeft vroegsignalering vanuit de aangepaste Wgs voor zin als mensen met achterstanden op de vaste lasten geen oplossing meer kan worden geboden? En wat heeft de vereenvoudiging van de berekening van de beslagvrije voet opgeleverd als mensen door de gestegen kosten ook bij de nieuwe berekeningen onvermijdelijk nieuwe schulden gaan maken en dus wederom van de regen in de drup komen? De belangrijkste randvoorwaarde voor een effectieve aanpak van schuldenproblematiek is bestaanszekerheid die huishoudens een voldoende inkomen biedt om de vaste lasten en een minimaal pakket aan dagelijkse boodschappen, verzorgingsproducten en andere noodzakelijkheden in het leven te betalen. Deze randvoorwaarde staat nu onder druk.
Onsystematische koopkrachtreparaties
Het Kabinet heeft voor dit jaar 6 miljard gereserveerd om de impact van de inflatie te dempen. Naast de minima overweegt het Kabinet inmiddels ook de middeninkomens tegemoet te komen met een eenmalige energietoeslag van 500 euro. Eerder besloot het Kabinet de minima al te voorzien van een eenmalige energietoeslag van 800 euro, de energiebelasting te verlagen en het minimumloon en de AOW te verhogen. Op het eerste oog sympathieke maatregelen, maar wie ze doordenkt realiseert zich dat ze niet gestoeld zijn op een gedegen analyse van de vraag wie ondersteuning nodig heeft. Want de energietoeslag komt ook terecht bij de groepen die het niet nodig hebben. En de verhoging van het minimumloon en de AOW bedient maar een deel van de lage inkomens die helemaal klem komen te zitten.
De hoge inflatie draagt het risico in zich dat de groep huishoudens met problematische schulden op korte termijn (flink) gaat toenemen. Als dat gebeurt dan is er behoefte aan een effectieve aanpak van de financiële problematiek. De Brede Schuldenaanpak heeft voorzien in een (eerste set) waardevolle beleids- en wetswijzigingen. Het Kabinet is nu aan zet om ervoor te zorgen dat er geen nieuwe groep ontstaat waarvoor geldt dat de vaste lasten en andere noodzakelijke uitgaven structureel niet in het budget passen. Want als die groep wel ontstaat dan ontbreekt het hen aan elk perspectief. Bij alle wijzigingen was voldoende inkomen de premisse en als deze vervalt dan vervalt voor de nieuwe groep ook de toegevoegde waarde van alle beleids- en wetswijzigingen, pilots en experimenten.