22 mei 2024
Ze werd geboren in Duitsland en studeerde daar ook. Sinds 1994 woont en werkt ze in Nederland, en doet ze aan de UvA Amsterdam School of Economics onderzoek naar arbeidsmigratie. Haar eerste paper gaat over belastingvoordeel voor hoogopgeleide arbeidsmigranten. Ze onderzocht, samen met Massimo Giuliodori en Paul Muller, of het betalen van minder belasting hoogopgeleide mensen uit het buitenland kan overhalen om in Nederland te werken. Dat bleek het geval te zijn.
Timm, Giuliodori en Muller ontdekten dat sinds een wetswijziging, die in 2012 werd ingevoerd, Nederland aantrekkelijker is geworden voor mensen die € 35.000 of meer verdienen. Het merendeel van migranten die aan die eis voldoen, komt in aanmerking om geen belasting te hoeven betalen over 30 procent van hun inkomen. De regeling geldt 5 jaar, daarna betalen buitenlandse werknemers die in Nederland werken net zoveel belasting als Nederlanders. Voor 2012 bestond er ook een regeling, maar die was onduidelijker voor veel mensen. Timm: ‘Mensen kunnen nu beter inschatten of ze in aanmerking komen voor de regeling. Dat blijkt met name voor werknemers die niet uit de EU komen belangrijk te zijn. Er is vooral een toename te zien in die groep. Waarschijnlijk heeft dat te maken met het feit dat het voor hen duurder is om naar Nederland te komen, omdat ze niet uit een land komen dat bij de EU hoort. Ze kunnen bijvoorbeeld niet vrij reizen en hebben een visum nodig. Als ze al voor Nederland kiezen, willen ze zeker zijn van hun zaak. En bij die zekerheid hoort bijvoorbeeld ook 5 jaar lang minder belasting betalen.’
Niet alleen Nederland doet haar best om hoogopgeleide werknemers uit andere landen aan te trekken. Ook in andere Europese landen, bijvoorbeeld in Zweden en Denemarken, bestaan er regelingen voor deze doelgroep. Timm: ‘Je ziet dat er een soort concurrentie ontstaat. Bedrijven zijn dringend op zoek naar hoogopgeleide werknemers en geven dat aan bij hun regering. De regeling in Denemarken is een stuk strenger dan die in Nederland. Daar betaal je pas minder belasting als je tot de 1 procent van de hoogste inkomens hoort. Dit is een vrij kleine groep van migranten. In Nederland geldt dat ook de migranten met een inkomen tussen de € 35.000 en € 40.000 zich laten leiden door deze regeling bij de keuze om naar Nederland te komen.
Timm is nog lang niet klaar met dit onderwerp. Ze wil graag nog meer onderzoek doen naar dit thema. Waar ze hierna mee aan de slag gaat, is of en op welke manier het belastingvoordeel invloed heeft op de huizenmarkt. Timm: ‘Dit is een actueel onderwerp, zeker tijdens de laatste verkiezingen. Er wordt vaak de indruk gewekt dat de huizenprijzen stijgen door expats., Samen met mijn collega Flavia Paoloni wil ik onderzoeken of dat klopt of niet. Ook zijn we benieuwd naar wat het algemene effect op lonen is van deze maatregel. Het is een onderwerp waar je voorzichtig mee moet omgaan. Veel mensen maken zich zorgen over de huizenmarkt. Die zorg is terecht, maar ik wil voorkomen dat expats de schuld krijgen. Dat gebeurt nu soms in nieuwsartikelen en dat is echt te kort door de bocht.’
Ook wil Timm graag onderzoeken wat werknemers doen als de regeling na 5 jaar stopt. Blijven ze in Nederland, of gaan ze op zoek naar een ander land om te werken? Timm: ‘Het lijkt erop dat het merendeel van de hoogopgeleide buitenlandse werknemers sowieso na 4 jaar vertrekt. Dat is dus nog voordat de regeling stopt. Het gaat vaak om jonge mensen, die het leuk vinden om regelmatig van werkplek te veranderen. Ongeveer 25 tot 30 procent besluit wel te blijven en betaalt dus ook na 5 jaar net zoveel belasting als Nederlandse werknemers. We hebben ontdekt dat de kosten van deze regeling net zo groot zijn als de opbrengsten. De mensen die blijven, hebben namelijk een hoog inkomen en betalen veel belasting. Er komen dus relatief veel mensen met een hoog inkomen, die veel belasting betalen, bij.’
Timm kan niet wachten tot ze verder kan met het onderzoek: ‘Ik vind het fantastisch dat er zoveel data beschikbaar is in Nederland. Dat maakt het super interessant, maar ook ingewikkeld. Ook zorgt het ervoor dat je heel uitgebreid onderzoek kunt doen. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in waarom mensen werken en wat er gebeurt in een werkomgeving. Bijna iedereen werkt of heeft ooit gewerkt. En ik maak deel uit van een generatie die opgroeit in een Europa zonder grenzen. Wij vinden het heel normaal om voor een baan te verhuizen. Ik heb er zelf vrienden uit de hele wereld aan overgehouden. Het is geweldig dat ik voor dit onderzoek mijn academische nieuwsgierigheid en mijn eigen ervaring kan samenbrengen.’