Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Gezinsplanningsbeleid, zoals de ‘eenkindpolitiek’, heeft het onderwijsniveau en de welvaart van kinderen van boeren en laagopgeleide arbeiders in China niet doen toenemen. Dit concludeert micro-econoom Yun Xiao van de Amsterdam School of Economics (ASE) in haar promotieonderzoek naar de effecten van Chinees overheidsbeleid op de levensloop van kinderen. Ze zag wel positief effect van een drinkwaterprogramma op de gezondheid van kinderen, met name op die van laagopgeleide moeders. Xiao verdedigt haar proefschrift op dinsdag 27 september aan de Universiteit van Amsterdam.

Etnische minderheden

In haar eerste deelstudie onderzocht Xiao in hoeverre de beslissing van stellen om kinderen te krijgen wordt beïnvloed door andere stellen. In China gold gezinsplanningsbeleid, zoals de Later Langer Minder-campagne in de jaren '70 en de eenkindpolitiek vanaf 1979, niet voor etnische minderheden. Regels rondom geboortequota golden alleen voor de Han, die grootste etnische groep in China. Toch besloten minderheden ook om minder kinderen te krijgen. Dit kwam door de 'culturele nabijheid' van de Han-Chinezen en de concurrentie op de arbeidsmarkt met de Han. Xiao: 'Met culturele nabijheid bedoelen we minderheden die de Han-taal spreken en schrijven en dicht bij de Han-gemeenschap wonen. Zij werden sterk beïnvloed door het feit dat de Han minder kinderen kregen.'

Lagere verwachting

De ASE-onderzoeker dook vervolgens verder in de eenkindpolitiek. Ze zag dat door minder kinderen te krijgen, mensen meer konden investeren in de gezondheid van hun eerste of enige kind. Het beleid had echter geen effect op het niveau van onderwijs dat de kinderen volgden of op hun welvaart. Alleen hoogopgeleide ouders gingen meer investeren in het onderwijs van hun kinderen, doordat ze er minder hadden. ‘Het lijkt erop dat boeren en laagopgeleide arbeiders minder rendement van (beter) onderwijs verwachtten. Vooral voor boeren is investeren in de scholing van een enig kind financieel minder aantrekkelijk dan als er nog een ander kind is. Dat kind kan dan namelijk bij de ouders op de boerderij blijven werken', zegt Xiao.

Drinkwaterprogramma

Als onderdeel van een Chinees drinkwaterprogramma werd in verschillende dorpen gezuiverd kraanwater geïntroduceerd. In haar laatste deelstudie onderzocht Xiao welk effect dit had op de gezondheid van kinderen. Ze ontdekte dat kinderen die dit water al in de baarmoeder binnenkregen, gezonder waren en langer werden dan kinderen die dit niet hadden gehad. Dit verschil gold voornamelijk voor kinderen van laagopgeleide moeders. Hieruit blijkt dat het aanleggen van waterinfrastructuur in landelijke gebieden het potentieel heeft om menselijk kapitaal te vergroten en de sociale mobiliteit te verbeteren. Xiao: ‘Hoogopgeleide ouders kunnen vaak makkelijk aan gezuiverd water komen, ook als er geen openbare waterinfrastructuur in de buurt is. Door iedereen toegang te geven tot schoon drinkwater, verklein je de kloof tussen hoger- en lageropgeleide ouders en verklein je ook de kans dat kinderen de sociaaleconomische achterstand van hun ouders erven.’

Promotiegegevens

Yun Xiao: Fertility, parental investments and intergenerational mobility. Promotoren zijn prof. dr. Hessel Oosterbeek en dr. Pauline Rossi.

Tijd en locatie

De promotie van Xiao vindt plaats op dinsdag 27 september, om 15.00 uur, in de Agnietenkapel van de UvA.