Faculteit der Rechtsgeleerdheid
26 november 2021
Tamar de Waal, universitair docent Algemene rechtsleer, is sinds 1 september directeur van het Amsterdam Honours College of Law. Ze volgt Jonathan Soeharno op. Een onbekende van het programma is ze niet: het afgelopen jaar was ze al coördinator en zelf was ze ook ooit honoursstudente.
‘Het programma en de aard van het Amsterdam Honours College is totaal anders dan toen ik studeerde’, vertelt ze. ‘Het is nu echt een club geworden, met allerlei activiteiten en een studievereniging. In het programma kunnen studenten verdiepende vakken volgen, onder meer bij het Instituut voor Interdisciplinaire Studies. Er is een retraite-weekend en er zijn workshops. Het is een mooie kans voor ambitieuze studenten die hun studie op de eerste plek willen zetten.’
Ieder jaar start een selecte groep van 40 studenten met het Amsterdam Honours College of Law. De plekken worden verdeeld op basis van studieresultaten. Studenten met de hoogste gemiddelde cijfers krijgen een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek. Tamar: ‘De uitnodigingen gaan automatisch op cijfers, maar het is prettig als mensen zich aanmelden. Niet iedereen met de hoogste cijfers wil meedoen, en we zoeken naar studenten die willen investeren in hun opleiding en in zichzelf.’
Veel honoursstudenten zijn academisch en onderzoekend van aardTamar de Waal
Het honoursprogramma bestaat uit 30 studiepunten boven op de 180 studiepunten van de bachelor Rechtsgeleerdheid of Fiscaal recht. Er is een vak Retorica, ratio en recht, er zijn masterclasses en studenten doen mee aan de Amsterdam Law Trials. Tamar: ‘Honoursstudenten zijn op zoek naar verdieping en verbreding en kunnen ook elkaar inspireren. Ik hoop dat gelijkgestemden elkaar bij het traject treffen en elkaar kunnen aansporen blijvend bij te dragen aan de faculteit en aan de juridische wereld en rechtswetenschap in bredere zin.'
In de komende jaren heeft Tamar de ambitie om nog meer academische verdieping in het programma te brengen. ‘Veel onderdelen zijn gericht op praktijkervaring, op het leven als jurist. Dat is goed, maar veel honoursstudenten zijn academisch en onderzoekend van aard. Met wetenschappelijk debat, het organiseren van symposia en lezingen, of een verdiepend scriptietraject kunnen we die academische ontwikkeling bieden.’