12 september 2023
De UvA was gevraagd dit onderzoek uit te voeren naar aanleiding van vragen vanuit boerenorganisa-ties rond de ruimtelijke verdeling van verschillende stikstofbronnen (landbouw, verkeer, luchtvaart) in de gehanteerde modellen voor stikstofdepositie. Het onderzoek richtte zich op twee melkveebe-drijven. De ene boerderij ligt in een meer stedelijke omgeving, met veel verkeer in de buurt; de andere boerderij ligt meer geïsoleerd en in een landelijke omgeving.
Onder leiding van Albert Tietema van het UvA Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) zijn meerdere deelstudies uitgevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van zowel bestaande methoden om stikstofdepositie te meten als enkele nieuwe, nog experimentele methoden, waar-onder het gebruik van bio-indicatoren. De methoden leverden een eenduidig beeld op.
Slechts 9% van de stikstof die een boerderij uitstoot komt in een straal van 500 meter van de stal terecht. Op die afstand is de bijdrage van de boerderij gedaald tot een kwart van de totale stikstofconcentratie in de lucht en tot een vijfde van de stikstofdepositie. Binnen deze 500 meter neemt de stikstofdepositie exponentieel af naarmate de afstand tot de boerderij groter wordt. Stikstof dat in de omgeving van de boerderij neerslaat, doet dit met name op het erf zelf, binnen een straal van 100 meter rondom de boerderij.
Buiten het gebied met een straal van 500 meter slaat ook stikstof neer, maar op deze afstand is een individuele boerderij niet langer aan te wijzen als de belangrijkste bron. Stikstof dat hier neerslaat is hoofdzakelijk afkomstig uit de zogenoemde stikstofdeken. Die term slaat op het totaal aan stikstof in de atmosfeer dat als een soort deken over ons land ligt, en dat afkomstig is uit een veelvoud van zowel agrarische als industriële bronnen.
Volgens de onderzoekers liggen hun resultaten in lijn met andere studies. Het team vergeleek ook hoe goed hun bevindingen corresponderen met de voorspelde ruimtelijke verdeling van stikstof-depositie rondom de boerderijen op basis van het OPS-model van het RIVM. Het model bleek lichtelijk te onderschatten hoeveel stikstof binnen 15 meter van een stal terecht komt, maar daarbuiten bleken de voorspellingen goed overeen te komen met de directe metingen. Tietema: ‘We zagen hierbij wel dat de voorspellingen nauwkeuriger werden naarmate in het model meer karakteristieken van de specifieke boerderij werden meegenomen, in plaats van uit te gaan van een standaard modelboerderij. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het aantal en grootte van de openingen waardoor uitstoot van stikstof plaatsvindt.’