25 mei 2023
Ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Biodiversiteit 2023 publiceerde de wetenschappelijke uitgeverij Elsevier deze week een rapport dat een diepgaande blik werpt op het Nederlandse biodiversiteitsonderzoek in vergelijking met dat van andere landen wereldwijd. Het rapport vergelijkt de reikwijdte en impact van het onderzoek op internationale industrie en beleid, en schetst het academische landschap en de financiering van het Nederlandse biodiversiteitsonderzoek.
W. Daniel Kissling van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) voert de lijst aan van 12 meest productieve biodiversiteitsonderzoekers van Nederland. In de periode van 2017 tot en met 2022 publiceerde hij 52 wetenschappelijke artikelen binnen de door Elsevier gebruikte zoektermen. 57,7% van die publicaties zijn in de beste 5% van de wetenschappelijke tijdschriften. Kissling: “Het is prachtig om te zien dat onze publicaties over biodiversiteit aan de UvA internationaal zo’n grote impact hebben.”
Een belangrijke bevinding van het rapport is daarnaast dat biodiversiteitsonderzoek in Nederland samen met dat in Zweden en Zwitserland in de Europese Top 3 staat. Dat is gemeten in de zogeheten Field-Weighted Citation Impact, een veelgebruikte indicator om de kwaliteit van onderzoek te beoordelen. Nederland krijgt het cijfer 2,40, tegen een internationale score van 1,22 voor onderzoek naar biodiversiteit. De UvA is na Wageningen University de universiteit met het hoogste impactcijfer van alle Nederlandse universiteiten en een hoog aantal publicaties.
Volgens de UvA-wetenschapper steunt biodiversiteitsonderzoek steeds meer op informatica, kunstmatige intelligentie en big data. “We moeten gebruik maken van vooruitgang op het gebied van informatica, nieuwe technologieën, grote en diverse gegevensbronnen, geavanceerde statistiek, teledetectie per satelliet en vanuit de lucht, en het geautomatiseerd vastleggen van gegevens door digitale sensoren om ons biodiversiteitsonderzoek op te schalen. Dat is van groot belang gezien de biodiversiteitscrisis."
Kissling benadrukt de waarde van goede middelen voor onderzoek. "Recente investeringen in grootschalige onderzoeksinfrastructuur door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) zijn veelbelovende eerste stappen, zoals de ARISE-infrastructuur voor soortherkenning en de LTER-LIFE digitale tweelingen van ecosystemen. Daarnaast biedt Europese financiering vanuit het Horizon Europe programma een grote steun voor het ontwikkelen van moderne methodes om biodiversiteit te monitoren."
Daarbij is ook internationale samenwerking van groot belang. "Biodiversiteitsverlies is alomtegenwoordig en staat nu zeer hoog op de politieke agenda”, zegt Kissling. “Het rapport laat zien dat academisch onderzoek in Nederland een buitengewone internationale bijdrage heeft geleverd, met een grote wetenschappelijke en beleidsimpact en een sterke internationale inbedding. Om deze belangrijke rol voort te zetten, moet Nederland voorop lopen bij de digitale transformatie van het biodiversiteitsonderzoek."
Academici moeten, zo bepleit Kissling, ook samenwerken met onder meer EU-instellingen, nationale regeringen, niet-gouvernementele organisaties, citizen science-platforms en het bedrijfsleven. “Dit zal de instandhouding, het herstel en het duurzame gebruik van biodiversiteit helpen verbeteren, wat cruciaal is om het verlies aan biodiversiteit en de achteruitgang van ecosystemen om te keren."
'Biodiversiteitsonderzoek in Nederland en wereldwijd; wat kunnen we leren van gepubliceerd academisch onderzoek.'