15 januari 2021
Als je mensen zou vragen welke groep dieren het meest voorkomt op aarde, zou bijna niemand met het juiste antwoord komen. Het zijn niet wij mensen, en ook geen mieren, of vissen - nee, het zijn de nematoden. Vier van de vijf dieren op aarde behoren tot deze groep, die ook wel rondwormen of aaltjes genoemd worden. De reden dat bijna niemand ze kent, is dat ze onder de grond leven en voor de meesten van ons onzichtbaar blijven. Rustig en onopgemerkt verrichten zij dagelijks - samen met duizenden andere bodemorganismen - vitale diensten voor de wereld boven hen.
De bodem is de meest diverse habitat van allemaal. Onder elke vierkante meter gezond grondoppervlak leeft maar liefst zo’n 1,5 kilogram aan kleine organismen: rondwormen, regenwormen, springstaarten, mijten, insectenlarven, en nog veel meer. Daarnaast leven er talloze micro-organismen, zoals bacteriën, protisten en schimmels. Zij zetten levend en dood dierlijk en plantaardig materiaal door het op te eten en op andere wijzen af te breken om in voedingsstoffen. En zonder deze voedingsstoffen is er geen nieuw leven mogelijk. Planten zouden niet meer kunnen groeien, en uiteindelijk raakt dat ook ons als mensen.
Het is daarom eigenlijk verbazingwekkend dat bodems tot dusverre nauwelijks een rol hebben gespeeld in internationale strategieën ter bescherming van de biodiversiteit. Volgens de auteurs van het Science-artikel is dit een groot probleem. ‘Als we de bodem niet beschermen voor toekomstige generaties, kunnen ook bovengrondse biodiversiteit en voedselproductie niet worden gegarandeerd’, schrijven ze in hun pleidooi. De oproep gaat naar de 196 staten die in onderhandeling zijn over een nieuwe strategie voor de bescherming van de biodiversiteit in het kader van het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD). De groep werd geleid door het German Center for Integrative Biodiversity Research (iDiv), de Martin Luther University Halle-Wittenberg (MLU), Leipzig University (UL) en Colorado State University en omvat ook professor Franciska de Vries van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteemdynamica (UvA-IBED).
Het is volgens de betrokken onderzoekers de hoogste tijd dat er iets gebeurt: onze bodems worden steeds minder gezond. Ze lijden onder intensieve landbouw met zware machines, kunstmest en pesticiden, worden bedekt met gebouwen en wegen of worden blootgesteld aan wind- en watererosie. De opwarming van de aarde zorgt voor extra druk. Volgens de Duitse Heinrich Böll Foundation gaat op dit moment wereldwijd jaarlijks ongeveer 24 miljard ton vruchtbare grond verloren. Hierdoor kan een breed scala aan “diensten” die bodems ons verlenen, zoals de levering van schoon water of bescherming tegen plantenziekten, niet meer worden gegarandeerd. In Nederland heeft de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur deze achteruitgang van de bodemgezondheid en de noodzaak tot actie onderkend in het rapport 2020 getiteld ‘De bodem bereikt’. Naast dit alles zijn bodems een van de belangrijkste koolstofreservoirs op aarde, en helpen zo de wereldwijde klimaatverandering af te remmen.
Volgens de onderzoekers krijgen deze functies van bodems in het politieke debat veel te weinig aandacht. ‘Tot nu toe is bodembescherming grotendeels teruggebracht tot de effecten die verband houden met bodemerosie en het belang ervan voor de landbouw’, aldus hoofdauteur dr. Carlos Guerra (iDiv, MLU). ‘Het wordt tijd dat in het bodembeschermingsbeleid de bescherming van bodemorganismen en ecosysteemfuncties breder wordt bekeken dan alleen voor voedselproductie en andere productieve systemen. Monitoring en instandhouding van bodembiodiversiteit kan het behalen van veel meer duurzaamheidsdoelen ondersteunen. '
Franciska de Vries benadrukt ook het belang van het niet over het hoofd zien van bodems. De Vries: ‘Onderzoek zoals het in kaart brengen van biodiversiteit en het analyseren van veranderingen door de tijd heen richt zich traditioneel op bovengrondse biodiversiteit. Maar de ondergrondse biodiversiteit is net zo belangrijk, en even overvloedig! Toch houden bestaande beschermingsmaatregelen praktisch geen rekening met deze ondergrondse biodiversiteit. In ons artikel stellen we dat ondergrondse biodiversiteit moet worden meegenomen bij natuurbeschermings-inspanningen. Maar om dit te kunnen doen, moeten we eerst beter begrijpen hoe de ondergrondse biodiversiteit op aarde verspreid is en hoe deze zich ontwikkelt als reactie op bedreigingen zoals verandering van landgebruik en klimaatverandering. Hoewel er de afgelopen jaren een forse groei is geweest van onderzoeken naar patronen van bodembiodiversiteit, hebben we gecoördineerde, lange-termijn, wereldwijde inspanningen nodig om deze patronen echt goed te karakteriseren. En daarmee de beleidsmakers te ondersteunen. ’
De betrokken onderzoekers lanceerden hiertoe het meetnetwerk SoilBON. De Vries draagt binnen dit netwerk bij aan de coördinatie, monsteranalyse en interpretatie van de gegevens. Het bodemchemisch lab van UvA-IBED zal het organisch koolstof- en stikstofgehalte van bodemmonsters van over de hele wereld gaan analyseren. Dit is een maat die aangeeft hoeveel organische stof in de bodem is opgeslagen. De Vries: ‘Ophoping van organische stof in de bodem kan de klimaatverandering compenseren, maar de zorg is dat als gevolg van veranderingen in landgebruik en klimaatverandering, bodems deze organische stof gaan verliezen en daarmee klimaatverandering verergeren. We zien vaak ook een duidelijk verband tussen het gehalte aan organische stof in de bodem en de hoeveelheid leven in de bodem, dus door deze patronen op wereldschaal te analyseren, kunnen we beter begrijpen hoe bodembiodiversiteit verband houdt met het gehalte aan organische stof in de bodem. '
Volgens de onderzoekers maakt het door hen voorgestelde netwerk het mogelijk om de wereldwijde toestand van de bodems en bodemfuncties efficiënt te registreren en over de langere termijn te volgen. Bovendien kan het dienen als een belangrijk early warning-systeem: met de hulp van het voorgestelde systeem kan in een vroeg stadium worden gezien of de gestelde beleidsdoelen op het vlak van bodembiodiversiteit en functioneren inderdaad kunnen worden gehaald met lopende maatregelen.
Carlos A. Guerra et al, (2020): Tracking, targeting, and conserving soil biodiversity - A monitoring and indicator system can inform policy, in: Science, DOI: 10.1126/science.abd7926