30 juni 2020
Tekst: Edda Heinsman. Fotografie: Liesbeth Dingemans
Daar word je natuurlijk nieuwsgierig van. Maar wat is de quarantaine-etiquette, mag je daar een vraag over stellen? Het voelt een beetje als gluren; toch nog wat onwennig zo'n digitaal interview. Gelukkig vertelt Van Diest bij het voorstellen uit zichzelf dat ze fanatiek geturnd heeft, ha dat verklaart de bekers!
Voor van Diest en Ingemann is het niets nieuws, praten via zoom. 'Ik geef al twee maanden online onderwijs, Inleiding in de chemie', zegt Ingemann. 'Het begint een beetje te wennen maar ik vind er niets aan, het is vermoeiend om 1,5u tegen een scherm te praten.' Van Diest heeft een paar online colleges gevolgd en vindt het ook niet ideaal. 'Het is moeilijker je concentratie erbij te houden; het is toch interessanter als je fysiek aanwezig bent, je neemt de stof beter op.' Ingemann zucht: 'Daar ben ik misschien ouderwets in, maar ik kan niet wachten om weer gewoon voor de klas te staan.'
Tijd voor een vrolijker onderwerp: 20 jaar FNWI. Wat is er allemaal veranderd? 'Toen zaten we nog op het Roeterseiland, ik ken het daar heel goed', zegt Ingemann. Zijn ogen beginnen te glimmen. 'Toen ik voor het eerst in Amsterdam kwam, in 1980, was dat op het Roeterseiland voor mijn promotieonderzoek. Ik heb er goede herinneringen aan.' Inmiddels is het complex helemaal verbouwd, Van Diest is er wel eens geweest voor een tentamen. Ingemann haalt herinneringen op: 'In die tijd was er de Roetertoeter, een gezellige ontmoetingsplek en fameuze bar voor studenten, en we gingen eten bij de Chinees op de hoek.'
'Er is veel geschiedenis op die locatie. Historisch gezien is het Roeterseiland dé plek wat betreft de ontwikkeling van de scheikunde, vooral door het nobelprijswinnende werk van Van 't Hoff, Zeeman en Van der Waals. Het gebouw van het oude Van der Waals-lab waar natuurkundige Zeeman ook werkte, is er nog'. Ingemann wijst op de boekenkast achter hem. Ergens in een van die boeken moet nog wel een oude foto van Van der Waals staan die over een brug op het Roeterseiland loopt. 'Maar de gebouwen waren versleten, het was tijd om naar de nieuwbouw op het science park te verhuizen.'
Ingemann heeft niet alleen mooie herinneringen aan 20 jaar FNWI. 'Het begin verliep moeizaam. De studentenaantallen waren ontzettend laag met in 2001 en 2002 het absolute dieptepunt. Ik gaf het college massaspectrometrie aan slechts twee studenten op mijn kantoor. Met de opzet van de Bachelor Master structuur is dat stapsgewijs beter geworden. Bovendien is het curriculum veranderd, de opleiding is breder geworden en er is meer keuzeruimte in de bachelor. Verder is er een slag gemaakt in het onderwijs, daar heb ik me persoonlijk echt hard voor gemaakt. Vroeger was men vooral bezig met onderzoek en had men geen zin in onderwijs, nu is het iets waar mensen echt hun best voor doen.' Van Diest vult aan: 'We zijn een kleine opleiding, en toch is er al twee keer een professor tot docent van het jaar verkozen bij de UvA. Ze zijn allemaal heel enthousiast en komen met voorbeelden uit het onderzoek waar ze zelf op dat moment aan werken, dat maakt het ontzettend interessant.'
De veranderingen binnen de opleiding werpen hun vruchten af. Inmiddels geeft Ingemann zijn college massaspectrometrie niet meer aan 2 studenten, maar aan meer dan negentig. Heeft de groei van het aantal studenten invloed op de manier van lesgeven? 'Het is een gigantische klus!', zegt Ingemann. Toch is het contact tussen docenten en studenten volgens hem alleen maar opener en laagdrempeliger geworden. 'Docenten vinden het ook gewoon leuk om met studenten om te gaan.'
Vooral de scheikundemaster aan de UvA is populair. 'Het succes van de master is denk ik te danken aan dat we verschillende soorten scheikunde aanbieden, voor ieder wat wils. De track analytical sciences bijvoorbeeld, sluit goed aan bij de pre-master, voor studenten die van het HBO komen; 40% van de instroom komt daar vandaan. Bovendien bieden we vakken aan die andere universiteiten minder aanbieden, zoals binnen de track moleculair sciences. En we hebben nog een smaak: duurzaamheid en energie, een gedeelde track met natuurkunde. We trekken relatief veel internationale studenten. En 50 - 60% van de mensen die hier een master doet, stroomt nog door naar een PHD. De opleiding scheikunde biedt een goed toekomstperspectief.'
Wil Van Diest na haar studie ook verder gaan met een promotieonderzoek? 'Ik denk er wel over na, maar het duurt nog een tijdje voor ik klaar ben. Ik heb besloten om de master Chemistry te doen, de track Molecular Sciences. Dat was nog best een lastige beslissing, de opleiding is heel breed en je kunt er veel kanten mee op. In het tweede jaar heb ik bijvoorbeeld twee projecten gedaan. Een op het gebied van heterogene katalyse. Na een aantal slecht werkende katalysators te hebben gemaakt, bleek onze uiteindelijke katalysator zo goed te werken dat we de reactie stop moesten zetten! Ontzettend interessant. Het andere project in de computationele chemie – een totaal andere tak van de scheikunde- had ik niet zelf uitgekozen, maar was ook verrassend leuk om te doen. En eigenlijk zou ik nu mijn eindstage Synthetische Organische Chemie doen, alleen dat kan nu niet door corona. Ik hoop dat ik niet te veel vertraging oploop'.
Ingemann haakt daar op aan. Ook voor hem is het op het moment van het interview nog niet precies bekend hoe de universiteit het gaat aanpakken met colleges en practica die niet online gegeven kunnen worden. 'Voorlopig is het niet de bedoeling dat we naar de universiteit komen.' Afspreken voor de foto, kan dat wel? Vooruit, in de buitenlucht, met voldoende afstand.
Twitter. Zo blijf je op de hoogte van wetenschappelijke inzichten en het laatste nieuws over FNWI.