Daniel Mügge over de toekomst van digitaal beleid
3 maart 2025
Daniel Mügge, hoogleraar Political Arithmetic aan de Universiteit van Amsterdam, is gespecialiseerd in onderzoek naar omgang met AI, met name in de Europese context. In dit interview gaan we dieper in op zijn inzichten wat betreft de regulering van AI, impact van Trumps verkiezingssucces op het digitale beleid en Europa's technologische afhankelijkheid van de Verenigde Staten en China.
De onlangs aangenomen AI-verordening moet ervoor zorgen dat Europa kan profiteren van AI en tegelijkertijd de risico's ervan kan beperken. Mügge schetst de belangrijkste aspecten van de Europese AI-verordening, waaronder:
Ondanks deze inspanningen stelt Mügge dat de EU vooral individuele rechten beschermt in plaats van de maatschappelijke effecten van AI aan te pakken. ‘De AI-verordening schiet tekort in het aanpakken van grootschalige problemen, zoals de rol van AI in het verspreiden van desinformatie en de invloed ervan op de democratie. Anderen zijn bezorgd dat AI schade toebrengt aan onderwijssystemen, omdat de aandachtsspanne en mentale gezondheid van jonge mensen door deze nieuwe technologieën afneemt. Met de nieuwe regels kan de samenleving de digitale veranderingen niet in een richting te sturen die goed is voor ons allemaal.’
Europa is sterk afhankelijk van grote buitenlandse techbedrijven, voornamelijk uit de Verenigde Staten en China. De recente verkiezingsoverwinning van Donald Trump heeft invloed op de relatie tussen Europa en Amerika, met name op het gebied van digitale regelgeving. ‘Onder Trump proberen grote Amerikaanse techbedrijven, waaronder Meta, Microsoft en Google, de ingewikkelde relatie met hem te herstellen. In het verleden verwijderden Facebook en Instagram content die werd aangemerkt als conservatief, nationalistisch of mogelijk racistisch. Dit tot woede van Donald Trump omdat hij vond dat deze ingrepen ten onrechte gericht waren tegen hem en zijn aanhangers. Daarnaast heeft techbaas Elon Musk directe invloed gekregen op beslissingen van de overheid, vooral op het gebied van AI en digitaal beleid’, legt Mügge uit.
Mügge denkt dat het verkiezingssucces van Trump voor veel mensen in Brussel als een verrassing kwam. ‘De nieuwe Amerikaanse regering leidt digitale technologie in een andere richting dan Europa dacht. Er is onenigheid over de visie op digitalisering, wat kan leiden tot het gebruik van verschillende soorten regels en apps tussen Europa en de Verenigde Staten.’
Er zijn verschillende redenen waarom Europa strengere regels heeft voor AI en digitale technologie. ‘Ten eerste is het makkelijker om bedrijven strenge regels op te leggen als ze niet uit je eigen land komen, De meeste essentiële digitale tools, besturingssystemen, clouddiensten, AI-platforms en sociale medianetwerken zijn ontworpen en worden beheerd door Amerikaanse of Chinese bedrijven,’ legt Mügge uit. ‘Daar komt bij dat Europa terughoudender is als het gaat om snelle technologische veranderingen, vaak aangedreven door extreem rijke mensen. Tot slot denken Europeanen anders over vrije meningsuiting. Trump beweert dat hij wil dat mensen online alles mogen zeggen. Europese beleidsmakers zijn meer bereid grenzen te stellen om grip te krijgen op gesprekken op sociale media."
Sommige beleidsmakers in Brussel en andere hoofdsteden zijn van mening dat de EU sommige regels van de AI-verordening moet versoepelen zodat de Europese technologie-industrie kan concurreren met Amerika. Mügge betwist dit. "Terwijl de VS dankzij zijn technologie een snelle economische groei doormaakt, kampt het land ook met problemen als extreme inkomensongelijkheid, hoge stressniveaus en een kortere levensverwachting. In Europa hebben we een evenwichtige aanpak nodig die welzijn in onze samenleving belangrijker vindt dan ongecontroleerde technologische ontwikkeling."
Om dit te bereiken, stelt Mügge dat Europese beleidsmakers strategieën moeten ontwikkelen om de technologische onafhankelijkheid van Europa te versterken. ‘Europa's afhankelijkheid van Amerikaanse en Chinese producten maakt ons kwetsbaar. Om de controle over de digitale omgeving terug te krijgen, moet de EU investeren in haar eigen technologie-industrie en ervoor zorgen dat kritieke technologieën binnen Europa worden ontwikkeld in plaats van deze te importeren uit het buitenland.’