Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Uitspraken over ‘kinderloze kattenvrouwtjes’, de tegenstander ‘weird’ noemen en razendsnel nepnieuws rondom de aanslag op Trump. Het politieke nieuws in Amerika wordt deze zomer weer vaak geassocieerd met populisme, desinformatie en negatieve campagnevoering. Dit soort communicatie zorgt misschien voor vermakelijke nieuwsberichten en goede gesprekken bij de koffieautomaat, maar heeft ook negatieve gevolgen voor de maatschappij. ‘Mensen raken hun vertrouwen in de democratie en instituten kwijt.’

ASCoR, het onderzoeksinstituut van Communicatiewetenschap aan de UvA, onderzoekt dit soort politieke fenomenen. Communicatiewetenschapper Michael Hameleers legt uit wat voor invloed ze hebben: ‘Eigenlijk vinden er continu aanvallen plaats op de gevestigde orde - of “de elite” - zoals de media of de politiek. Mensen raken zo hun vertrouwen in de democratie of bepaalde instituten kwijt. Het zorgt voor polarisatie - of het idee daarvan - in de samenleving; wederzijds begrip en een respectvol dialoog lijken steeds moeilijker te worden. Mensen hebben zo minder makkelijk de mogelijkheid om op een genuanceerde manier in aanraking te komen met verschillende standpunten. Maar ook het praten over problemen als nepnieuws kan bijdragen aan wantrouwen. Als alles voor nep kan worden uitgemaakt, wat kunnen we dan nog wél geloven?’

Trump verwoordde het gevoel van veel mensen dat mainstream media het volk niet vertegenwoordigden

Fake news media

In de afgelopen jaren zijn er genoeg voorbeelden langsgekomen van politieke campagnes waarin negativiteit en conflict centraal stonden. Hameleers: ‘Trump en zijn beweringen rondom “fake news” hadden vanaf 2015 grote invloed. Hij verwoordde het gevoel van veel mensen dat mainstream media het volk niet vertegenwoordigden.’ Inmiddels is dat idee ook in Europa wijdverspreid. ‘Het idee dat politici en journalisten deel uitmaken van de elite, is ook in Nederland gangbaar. Het wantrouwen ten opzichte van instituten groeit en mensen gaan op zoek naar alternatieve geluiden, en naar politici die volgens hen wel de waarheid vertellen.’

Van anti-establishment naar establishment

De huidige regering in Nederland is hier een concreet voorbeeld van: twee van de vier regeringspartijen, de PVV en de BBB, profileren zich duidelijk als anti-establishment; tegen de gevestigde orde. Maar hoe werkt het dan als je als partij zelf ineens het establishment wordt, door te gaan regeren?

‘Anti-establishment-logica is flexibel. Als een partij onderdeel wordt van de regering, zijn er altijd nog andere instituten en vormen van elite die men verantwoordelijk kan houden. Bijvoorbeeld rechters of de EU. Toch kan het wel een interne strijd zijn voor populistische partijen of ze willen regeren of niet. Als dat dan toch gebeurt, presenteren partijen het vaak als een noodzakelijke stap om voor de belangen van de gewone burger op te komen. Zo blijven ze trouw aan hun anti-establishment imago en kunnen ze blijven benadrukken dat ze tegen de gevestigde orde vechten.’ 

Uiteindelijk wil een medium vooral publiek trekken, en negativiteit en conflict wordt nu eenmaal gezien als nieuwswaardig, dus dat scoort goed

Social media de grote boosdoener?

Vaak worden social media aangewezen als boosdoeners op het gebied van desinformatie en een dalend vertrouwen in de politiek. Maar volgens Hameleers spelen de gevestigde media hier ook een grote rol in: ‘Op sociale media zijn geen “poortwachters”, geen journalistieke codes en is er dus in feite geen filter. Maar gevestigde media hebben in de afgelopen jaren laten zien ook niet altijd een kritisch standpunt in te nemen ten opzichte van populistische politiek. Uiteindelijk wil een medium vooral publiek trekken, en negativiteit en conflict wordt nu eenmaal gezien als nieuwswaardig, dus dat scoort goed. Gevestigde media fungeren zo dus wel als spreekbuis.’ 

Focus op het negatieve

ASCoR is onderdeel van samenwerkingsverbanden op het gebied van mediawijsheid, maar startte zelf ook een breder initiatief rondom desinformatie. Dat initiatief richt zich op het verbeteren van onze weerbaarheid tegen desinformatie en het vertrouwen in echte informatie. ‘We willen mensen niet alleen inlichten over desinformatie, maar juist ook over hoe je informatie kunt vinden die wel betrouwbaar is.’

Wat je aandacht geeft groeit, en wellicht is het soms beter om de aandacht te verschuiven naar constructievere benaderingen

De communicatiewetenschappers van de UvA concluderen dat er ook kanten binnen de politieke communicatie zijn waar nog ruimte is voor meer onderzoek. ‘We hebben altijd een vrij sterke focus gehad op het negatieve; op de bedreiging’, vertelt Hameleers. ‘In de toekomst hopen we ook echt te kunnen kijken naar alternatieve benaderingen van journalistiek. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als politiek en journalistiek meer interactie zoeken met publiek en de gemeenschap? En hoe kunnen we betrouwbare informatie toegankelijker en aantrekkelijker maken? Nu richten we ons nog veel op het ontkrachten van problematische informatie. Door dat zo veel te bespreken, krijgt het ook een podium. Wat je aandacht geeft groeit, en wellicht is het soms beter om de aandacht te verschuiven naar constructievere benaderingen in de politieke communicatie en journalistiek.’