18 maart 2024
Waar vroeger in de klas de harde hand gold, is er nu meer aandacht voor de kwetsbaarheid van een leerling. Om te zien welke methode effectiever is onderzocht Gerben van Kleef, hoogleraar Sociale Psychologie, samen met Maybritt Larsen en Eftychia Stamkou hoe emotionele expressies van leraren de prestaties van leerlingen beïnvloeden.
Dit onderzoek werd uitgevoerd op een muziekschool, waar werd gekeken of leerlingen beter of slechter muziek gingen maken, afhankelijk van het gebruik van positieve of negatieve emoties bij het geven van feedback. De muzikale prestaties werden vervolgens onafhankelijk beoordeeld door externe experts.
Vooraf werden de leerlingen beoordeeld op twee persoonlijkheidskenmerken. Ten eerste werd er gekeken naar de bereidheid tot informatieverwerking. Zo werd gemeten in hoeverre iemand geneigd is om diep na te denken over iets. Hoeveel informatie zoekt een persoon bijvoorbeeld op, voordat diegene een besluit neemt? Daarnaast speelt de karaktereigenschap ‘vriendelijkheid’ een rol. Dit heeft te maken met hoe aardig iemand is tegen andere mensen, en diezelfde mate van vriendelijkheid ook verwacht van andere mensen tegenover de persoon zelf.
Uit het experiment bleek dat leerlingen die hoger scoren op informatieverwerking en lager scoren op vriendelijkheid betere muziek maken na het ontvangen van negatieve feedback. Leerlingen die minder diep nadenken over informatie en hoger scoren op vriendelijkheid presteren juist beter als leraren positieve emoties tonen, zoals blijdschap.
‘Kinderen die zelf graag beleefd, vriendelijk of aardig zijn voor anderen, verwachten zelf ook dat ze zo behandeld worden.’, legt Gerben van Kleef uit. ‘Zij kunnen goed overweg met positieve feedback. Als je positief bent tegenover “minder vriendelijke” kinderen die meer nadenken over “Wat betekent die emotie precies?”, wordt de kans groter dat ze het wel prima vinden. Zij zien de positieve feedback als een bevestiging dat hun prestatie goed is en gaan hun best niet meer doen. Deze groep presteert beter bij het ontvangen van negatieve feedback. Zo voelen ze zich minder gehinderd door een vervelend gevoel en zijn ze beter in staat om relevante informatie uit het advies te halen.’
Het onderzoek laat zien dat er geen eenzijdige manier is van succesvol feedback geven. Een kwestie die al langer heerst in het onderwijs, maar ook in andere maatschappelijke sectoren. Zo is er steeds meer aandacht voor sociale veiligheid binnen de topsport of de mediawereld. Van Kleef: ‘Aan de ene kant zijn er mensen die zeggen dat je gewoon hard moet zijn. Op die manier komt het beste in mensen naar boven. Anderzijds is er een tegenbeweging die zegt: we moeten op een aardige manier met elkaar omgaan, dan komen de goede dingen vanzelf. Ons onderzoek laat zien dat beide partijen gelijk hebben, maar ook allebei ongelijk.’
Hoe kunnen docenten nu de beste feedback geven? Van Kleef geeft een tip mee. ‘Wees flexibel, maar voorzichtig. Je hoeft niet altijd positief te zijn, maar zorg bij het uiten van negatieve emoties dat de leerling de feedback ziet als gepast. Anders duwen leerlingen het van zich af, wordt het te bedreigend en schiet het z’n doel voorbij.’