8 januari 2024
Huib groeide op in de Amsterdamse Rivierenbuurt, schuin tegenover het appartement van de familie Frank op het Merwedeplein. Het was een sportief (broer Leendert won zilver op de olympische spelen van '68) en intellectueel stimulerend gezin.
Zijn vader, econoom bij de gezondheidsraad, had een debatclubje waarin ook Johan Barendregt zat; de latere hoogleraar persoonlijkheidsleer aan de “Gemeente Universiteit”. Toen de jonge Huib moest herstellen van geelzucht gaf Barendregt hem een stapel boeken om de tijd de doden. De kiem was gelegd: Huib begon in 1960 als student medicijnen maar nam er al snel psychologie als 2e studie bij, aangemoedigd door Barendrecht die een jong talent in hem zag.
Voor het beeld: in 1960 had de afdeling (toen een ‘sub-faculteit’) 47 eerstejaars studenten. Vooral mannen. De cognitieve revolutie begon op stoom te raken en de klinische psychologie ontwikkelde zich tot een op therapie gerichte discipline. Huib gaf vanaf 1963 les in Fysiologie, een verplicht kernvak voor psychologen, aan het Anatomisch Fysiologisch laboratorium tegenover de Portugese synagoge. Die historische buurt zou later volledig worden gesloopt om plaats te maken voor de Stopera. Vervolgens, op het hoogtepunt van de seksuele revolutie, deed hij neurobiologisch onderzoek naar seks. Zijn neef Adriaan van Dis herinnerende hoe hij elke week naar het lab kwam “om mezelf af te trekken voor een tientje”; volgeplakt met electroden en onder toezicht van Huib. Huibs ambitie om een anticonceptiepil voor mannen te ontwikkelen was visionair, maar werd nooit verwezenlijkt.
Huib heeft vooral op het klinische werkveld zijn stempel gedrukt. Samen met generatiegenoten werd hij een pionier van de Medische Psychologie. Over een periode van 50 jaar wisten psychologen stap voor stap posities in ziekenhuizen te veroveren: eerst als onderzoeker, vervolgens als diagnosticus, daarna als behandelaar en tenslotte als behavioural educator van artsen in opleiding. Vandaag hebben alle ziekenhuizen in Nederland een afdeling Medische Psychologie; een autonome discipline met zo’n 1000 BIG geregistreerde psychologen. Als politiek dier, initiatiefnemer, lid en voorzitter van commissies en besturen, wist Huib veel voor elkaar te krijgen.
Je zou Huib ‘markant’ kunnen noemen, hoewel hij dat waarschijnlijk zelf een truttige omschrijving zou vinden. Alleen al zijn verschijning: groot en met een opvallende bos krullen, navenant gekrulde zinnen, en de onafscheidelijke vlinderstrik als fashion-statement. Dat heeft een verhaal: toen tijdens het verzorgen van zijn ernstig zieke dochter de stropdas voor de zoveelste keer in de pot gleed, besloot Huib dat een vlinderstrik praktischer was. Zijn dochter herstelde en Huib bleef de vlinderstrik dragen. Als symbool van dankbaarheid, of misschien een beetje uit bijgeloof. Zij wist het ook niet precies.
Het Engelse woord maverick past beter: autonoom en, for better or worse, strijdbaar. Hij pakte dingen groot aan, wist mensen mee te krijgen en meed, als dat dan moest, de confrontatie niet. Zijn wapenspreuk: “Waar geen wil is, is een omweg”. Toen onder klinisch psychologen grote onvrede bestond over de belangenbehartiging door de beroepsvereniging NIP, heeft Huib dat een aantal keer stevig aangekaart. Het NIP reageerde daarop, in zijn optiek, te laks en met een groep collega’s heeft hij toen de NVGzP (‘Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpyschologie en haar specialismen’) opgericht. Voor het NIP was Huib de kwaaie pier, maar dat gaf anderen de ruimte om weer in gesprek te gaan. De NVGzP heeft daardoor veel bereikt.
Door zijn vasthoudendheid is ook Klinische Neuropsychologie als afstudeerrichting behouden: bij de grote bezuinigingsoperatie ‘selectieve krimp en groei’, eind jaren 80, was de UvA het vak kwijtgeraakt. Huib voorzag echter dat het vakgebied groei zou doormaken en dat er veel belangstelling voor was. Tegen de stroom op verwezenlijkte hij zijn visie, mede door het creëren van enthousiasme bij de studenten. Die kwamen de onderwijsdirecteur dan vertellen hoe belangrijk het vak was. Huib ontwikkelde een volledige afstudeerroute, compleet met cursussen, stages en scriptieonderwerpen, en deed alles zelf. Het groeide als kool. Uiteindelijk is de afdeling met hem gaan praten over versterking en ontwikkeling. Zo keerde de wal het schip.
Wat het makkelijker maakte, was zijn grote passie voor onderwijs, en Huib heeft over de jaren enorm veel studenten voor het vak geënthousiasmeerd. Ik sprak Frank Snoek, inmiddels emeritus, die in de vroege jaren 70 wekelijks in een café op het Leidseplein zijn scriptie met Huib besprak. Boeiende en vormende gesprekken. Jaren later, al bijna 80, deed Huib dat nog precies zo. Leidinggevende fronsten soms, maar coördinatoren waren er blij mee. Door zijn persoonlijke aandacht was er vaak een goede match, en het leverde mooie en actuele theses op. Het Parool plaatste dan een ingezonden stuk over het toenemende gebruik van Ritalin als ‘studiedoping’. Die begeleiding was puur liefdewerk en met periodes zonder eigen plek. Hij hield dan kantoor in Crea of hij vond ergens een stoel en tafel in gebouw G. Er is áltijd een omweg.
Drieënzestig jaar is Huib actief en zichtbaar verbonden geweest met de afdeling. Hij er kwam er nog tot vlak voor zijn overlijden; plotseling maar vredig in zijn slaap. Huib had een ongelooflijke levenslust, creativiteit, werkkracht en inspiratie. Zelfs mensen die hem goed kenden, overzagen vaak niet wat hij allemaal deed. Hij was een periode directeur van de faculteit, heeft de afdeling studentenpsychologen hervormd, was voorzitter van beroeps-, zorg- en culturele organisaties. Hij heeft curricula opgezet en belangen van studenten en psychologen behartigd, zowel lokaal als landelijk, met zijn enorme netwerk en talloze initiatieven. Je kwam Huib overal tegen.
Op 29 december is Huib begraven, met zijn vlinderstrikken en in het bijzijn van familie en zijn vele vrienden. Vaarwel Huib.
Jos Bosch, universitair hoofddocent bij de afdeling Psychologie, programmagroep Klinische Psychologie
Met dank aan Klaas Visser, Adriaan van Dis, Frank Snoek, Sako Visser, Bob Bermond en Mark Spiering