22 november 2023
Klik op de infographic voor volledige weergave
Het onderzoek ‘Safeguarding the normative foundations of democracy’ is uitgevoerd door Honorata Mazepus, Matthijs Rooduijn en Bert Bakker (Hot Politics Lab). Het onderzoek is gebaseerd op een grote diverse steekproef van de Nederlandse populatie, die grotendeels representatief is op regio, opleidingsniveau, leeftijd en geslacht. De vragenlijst werd afgenomen tussen 8 en 15 november. Om te weten tot welke partij de kiezers behoren, werd gevraagd wat ze hoogstwaarschijnlijk gaan stemmen. Dit leidde tot het aantal van 12 verschillende partijen.
Het universele stemrecht moet in twijfel worden getrokken nu zoveel kiezers tegenwoordig slecht geïnformeerd zijn en makkelijk misleid worden. Er heerst behoorlijk wat verdeeldheid over deze stelling. Met name kiezers van GL-PvdA (63%) en D66 (72%) zijn het hier in sterke mate mee oneens. Bij kiezers van de PVV (35%) en BBB (43%) is dit in veel mindere mate het geval.
Op de vraag of een sterke leider in de regering goed is in Nederland, zelfs als de leider de regels buigt om dingen gedaan te krijgen, verschillen de meningen tussen de kiezers ook flink. Kiezers van partijen als GL-PvdA, de PvdD en Volt zijn het hier in sterke mate mee oneens (rond de 60%). Onder kiezers van de PVV en de VVD is slechts een dikke 20% het hier mee oneens. Ook slechts tussen de 30-35% van de CDA-, NSC- en BBB-stemmers is het hiermee oneens.
De stelling dat de Tweede Kamer genegeerd moet worden als het het werk van de regering belemmert, zien de kiezers van partijen als D66, GL-PvdA en Volt niet zitten. Zij zijn het hiermee sterk oneens, terwijl kiezers van PVV, BBB en CDA hier minder tegen zijn. Opvallend is het feit dat de kiezers van het NSC het hier niet sterk mee oneens zijn, terwijl een betere wisselwerking in het parlement een van de speerpunten van fractievoorzitter Pieter Omtzigt is.
Voor een nog beter overzicht van de infographic, download het PDF-bestand.