9 mei 2023
‘Er spelen nu belangrijke politieke thema’s die over regionale verdelingsvraagstukken gaan’, vertelt Huijsmans. ‘Denk maar aan de stikstofcrisis. Die thema’s hebben de verschillen tussen stad en platteland in de schijnwerpers gezet.’ In debatten over deze thema’s wordt vaak een grote kloof tussen stad en platteland gesuggereerd met inwoners die recht tegenover elkaar staan. Maar klopt dat wel?
Huijsmans onderzoekt hoe inwoners van stad en platteland, en van de randstad en gebieden die daar ver vandaan liggen, over politiek denken. Wat vinden ze bijvoorbeeld van politieke thema’s als migratie, de EU en klimaat? En hoe denken ze over politici en de manier waarop politiek in Nederland wordt bedreven? Huijsmans haalt zijn data vooral uit grootschalige en vaak langlopende surveys, die soms wel tot de jaren ’70 van de vorige eeuw teruggaan.
Uit zijn onderzoek blijkt dat inwoners van de grote steden gemiddeld positiever denken over onderwerpen als migratie en de EU. Ook zijn deze verschillen de afgelopen decennia toegenomen. Wel met de nuance dat inwoners van grote steden steeds iets positiever werden. ‘Het is dus niet zo dat men op het platteland, of in de rest van het land, steeds conservatiever is geworden op deze thema’s.’
Huijsmans noemt deze verschillen tussen stad en platteland echter klein wanneer je ze met de verschillen tussen opleidingsgroepen vergelijkt. ‘Die zijn veel substantiëler en vinden we bovendien terug binnen de stad én binnen het platteland’, benadrukt Huijsmans.
Huijsmans vond wel grotere verschillen in hoe inwoners over de politiek zelf dachten en hoe deze in Nederland wordt uitgevoerd. ‘Inwoners buiten de randstad hebben sterk het idee dat de politiek geen oog voor hen heeft. Dat politici hun regio benadelen bij de verdeling van middelen’, legt Huijsmans uit. ‘Dat noemen we plaatsgebonden ressentiment. Dit sentiment was er al vóór de stikstofcrisis.’
Dit plaatsgebonden ressentiment is volgens Huijsmans een belangrijke verklaring voor het maatschappelijk onbehagen buiten de randstad. ‘Inwoners buiten de randstad hebben veel vaker het idee dat het de verkeerde kant opgaat met Nederland.’ Dit is volgens hem zorgelijk want kan het draagvlak voor overheidshandelen aantasten. ‘Dat zien we duidelijk in de politieke crisis rond de stikstofmaatregelen.’
Mensen buiten de randstad ervaren dus wel een afstand tot de nationale politiek in Den Haag, maar staan op inhoudelijke thema’s niet recht tegenover inwoners van de randstad, is de conclusie van Huijsmans. ‘Er is geen kloof tussen inwoners van stad en platteland. Politieke opvattingen hangen veel sterker met andere kenmerken samen, zoals opleiding. Een stadse mbo’er heeft politiek meer gemeen met een plattelandse mbo’er dan een stadse universitair afgestudeerde.’
Huijsmans vindt het positief dat in de politiek steeds centraler staat hoe we welvaart eerlijk over Nederland verdelen. En dat iedereen zich vertegenwoordigd voelt, ongeacht waar je woont. ‘Maar dus wel met de nuance dat stedelijkheid of woonplaats niet de grote politieke scheidslijn is. Ook in Amsterdam stemt vaak maar de helft van de mensen en ook hier zijn grote groepen die afhaken van de politiek.’