21 april 2023
Het geheugen is een onmisbaar onderdeel van het cognitieve functioneren van de mens. Als we na twee weekjes vakantie een nieuwe collega terugzien, kunnen we doorgaans op ons langetermijngeheugen vertrouwen om de juiste naam bij het gezicht te weten. En als we ons hoofd ergens van wegdraaien, kunnen we vertrouwen op ons kortetermijngeheugen om nog te weten wat we net gezien hebben. Algemeen wordt aangenomen dat ons kortetermijngeheugen dat op een betrouwbare manier kan.
Een internationaal onderzoeksteam heeft vier experimenten uitgevoerd die stuk voor stuk het tegendeel laten zien: binnen een tijdsspanne van maar een paar seconden kunnen verse herinneringen die betrouwbaar aandoen, in werkelijkheid vertekend zijn. Proefpersonen die in eerste instantie benoemden wat ze inderdaad zagen, gingen in plaats daarvan rapporteren wat ze verwachtten te zien. Ze wisten het heel zeker, ook al klopte het niet. 'Samen laten deze experimenten zien dat verwachtingen onze waarneming op korte termijn kunnen vervormen. Dat leidt tot wat wij "kortetermijngeheugenillusies" noemen', aldus hoofdauteur Marte Otten van de Universiteit van Amsterdam.
In alle experimenten kregen de proefpersonen heel kort zes of acht letters in een cirkel te zien. Sommige van deze letters, maximaal de helft, stonden in spiegelbeeld. De proefpersonen moesten deze letters en de plaats ervan korte tijd in hun geheugen vasthouden en dit werd moeilijker gemaakt door ze ondertussen andere, irrelevante letters te laten zien. Na een heel korte (een halve seconde) of iets langere (3-5 seconden) tussenpoos verscheen er een vak op het scherm die alleen de plaats aangaf van het symbool dat ze daar eerst hadden gezien en moesten benoemen. De proefpersonen konden uit zes opties kiezen, waaronder zowel de daadwerkelijk getoonde letter als het spiegelbeeld ervan. Ook moesten ze aangeven hoe zeker ze van hun keuze waren.
Wanneer de onderzoekers inzoomden op de gevallen waarin de proefpersonen zeker waren van hun herinnering, bleek de meest voorkomende vergissing dat ze de gewone letter kozen, terwijl ze de omgekeerde versie van die letter gezien hadden. Dit gebeurde in soms wel de helft van die gevallen waarin de getoonde letter een omgekeerde letter was. Geheugenillusies traden dus zelfs op als de te onthouden symbolen nog maar net uit het zicht verdwenen waren.
De auteurs concluderen dat deze illusoire herinneringen van de proefpersonen gevormd werden door hun kennis van het alfabet en dus door hun verwachtingen. Marte Otten: 'Wanneer we een gewone letter hadden laten zien, claimden proefpersonen vrijwel nooit dat ze de omgekeerde versie hadden gezien. De kans lijkt dus veel groter dat we onverwachte dingen, zoals een omgekeerde letter, slechter onthouden dan dingen die passen bij onze verwachtingen van de wereld, in dit geval onze verwachtingen van hoe letters eruitzien.'
Bovendien stellen de auteurs dat geheugenillusies niet worden veroorzaakt doordat mensen omgekeerde letters ten onrechte voor gewone letters aanzien. 'Als mensen binnen een halve seconde de vraag kregen, gaven ze wel het juiste antwoord als ze een omgekeerde letter hadden gezien. Dit betekent dat mensen de omgekeerde letters in eerste instantie wel goed hebben gezien en geregistreerd. De geheugenillusies beginnen pas in sterke mate op te treden als er iets meer tijd is verstreken.'
'Als we sterke verwachtingen hebben van hoe de wereld eruit hoort te zien en onze herinnering begint een beetje uit te doven – al is het maar na een paar seconden – dan gaan we invullen op basis van onze verwachtingen', concludeert Otten. 'In het geval van ons onderzoek houden die verwachtingen verband met een categorie visuele symbolen die ons van jongs af aan zijn ingeprent, namelijk de letters van het alfabet.'
Marte Otten (University of Amsterdam), Anil K. Seth (University of Sussex ) and Yair Pinto (Canadian Institute for Advanced Research ), 2023, ‘ Seeing Ɔ, remembering C: Illusions in shortterm memory’, in: PLOS ONE 18(4): e0283257.