22 februari 2023
De economie rond huisvesting en vastgoed heeft een hausse, een crisis en vervolgens weer een hausse beleefd. ‘Dit zijn de grote transformaties die de relatie tussen familie, huizen en de economie hebben versterkt’, zeggen Ronald en Arundel. In hun nieuwe boek verzamelden zij bijdragen van verschillende auteurs over deze transformaties op de huizenmarkt en de invloed op families, over de rol die families zijn gaan spelen bij de opbouw van vermogen door woningbezit en hoe hierdoor de ongelijkheid binnen en tussen generaties is toegenomen.
‘Historisch gezien is het woningbezit enorm toegenomen sinds de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw', stelt Arundel, 'toen veel mensen een huis konden kopen en er een betrekkelijk grote instroom was van jonge mensen in de huizenmarkt.’ Een eigen woning bezitten werd volgens hem de norm, waardoor een samenleving van woningbezitters ontstond. 'Dit gold niet voor iedereen, maar voor een groot deel van de samenleving werd huisvesting betrekkelijk betaalbaar. We kunnen dit zien als een periode met meer gelijkheid dan tegenwoordig en waarin de familie nog niet zo’n in het oog springende rol speelde.’
‘Dan komt het verhaal van de financialisering van de hypotheeksector', voegt Ronald toe. 'Dit had een belangrijke rol in de (bijna) ondergang van de wereldeconomie aan het eind van de jaren 2000 en de Grote Recessie die daarop volgde.’ Na het zo uiteenspatten van de hypotheekzeepbel en de financiële crisis kwam er weer nieuw geld de woningmarkt in die de huizenprijzen opdreef. 'Deze keer was dit afkomstig van internationale bedrijven die op zoek waren naar investeringen in concreet vastgoed', stelt Ronald. 'Daar kwamen later ook veel kleine huizeneigenaren bij die vastgoed begonnen te kopen om te verhuren.’
Ronald en Arundel stellen dat de familie een belangrijke rol is gaan spelen voor het kunnen bezitten van een eigen woning. ‘De kinderen van de woningbezitters die in groten getale de woningmarkt betreden, en net als vorige generaties een eigen woning nastreven, want dat is nog steeds de norm, doen dat onder andere omstandigheden dan hun ouders. In huidige economie ligt de nadruk op het individu als op zichzelf staande economische actor. Maar in werkelijkheid zijn we op familieschaal meer afhankelijk van elkaar geworden. Families zijn steeds meer gemobiliseerd rond hun woning als middel om vermogen op te bouwen.’
Arundel benadrukt hoe deze afhankelijkheid van de familie heeft geleid tot grotere verschillen tussen huishoudens en toegenomen ongelijkheid binnen en tussen generaties. ‘De generaties met een eigen woning hebben de middelen om hun kinderen te helpen, maar oudere generaties zonder kunnen dat niet.’
‘We zien een kloof tussen huurders en woningbezitters’, vult Ronald aan, ‘en ook binnen woningbezitters. Families die vermogen opbouwen en families die vermogen verliezen. Families die beter af zijn leven in beter vastgoed in betere buurten en bouwen meer vermogen op, waardoor hun kinderen in staat zijn om vastgoed te kopen. Families die zich maar net een woning konden veroorloven in minder goede buurten met minder goede scholen, kunnen dit vermogen niet aanwenden voor hun kinderen.’
Sinds zij hun boek hebben voltooid, is de woningmarkt weer veranderd. ‘Voor de energiecrisis en de enorme inflatie hadden we niet kunnen voorzien dat de hypotheekrentes zo zouden stijgen en dat de huizenprijzen zouden dalen’, zegt Ronald. De auteurs zijn echter sceptisch over het idee dat lagere huizenprijzen meer gelijkheid op de woningmarkt brengen. ‘Veel mensen zullen geen hypotheek kunnen krijgen, of slechts een veel kleinere, omdat de rentetarieven zo hoog zijn en de regels strenger zijn geworden’, legt Ronald uit. ‘Mensen die genoeg vermogen of vermogenbestandsdelen hebben en geen lening nodig hebben, zijn degenen die werkelijk baat hebben bij de huidige situatie.’
‘Het is dan ook heel waarschijnlijk dat deze veranderingen simpelweg de kloof tussen woningbezitters zullen vergroten, en ertoe zullen leiden dat de familie een grotere rol gaat spelen als ondersteuning bij het in bezig krijgen van een woning,’ vullen de auteurs aan.
Richard Ronald & Rowan Arundel (eds), 2023, Families, Housing and Property Wealth in a Neoliberal World. Routledge. Naar de website van de uitgeverij