10 februari 2023
De democratie is van en voor iedereen. Het is daarom belangrijk dat iedereen zich voldoende uitgerust voelt om er deel aan te nemen, bijvoorbeeld door te gaan stemmen, en dat burgers zich vertegenwoordigd voelen in de besluiten die hen aangaan. Die gelijkheid is niet vanzelfsprekend; er bestaan zorgen over ongelijke participatie binnen de democratie. Scholen in Nederland hebben de wettelijke taak om burgerschap te bevorderen. Het voorbereiden van jongeren op deelname aan de democratie is daar een onderdeel van.
Mennes onderzocht in hoeverre er ongelijkheden bestaan binnen burgerschapsonderwijs, en of deze relateren aan reeds bestaande ongelijkheden in democratische uitkomsten onder jongeren. Zo brengt ze democratische ongelijkheid in verband met een andere ongelijkheid waar veel zorgen over zijn, namelijk die in het onderwijs. ‘Kansengelijkheid in het onderwijs gaat over toets scores of schooladviezen, maar kan ook verwijzen naar de mogelijkheden die leerlingen in het onderwijs hebben om te leren over democratie en burgerschap, gezien hun gelijke posities binnen de democratie.’
Voor haar onderzoek maakte Mennes gebruik van data uit een grootschalige internationale studie op middelbare scholen in 24 landen (waaronder Nederland) die om de 6 jaar wordt uitgevoerd. Deze International Civic & Citizenship Education Study (ICCS) brengt bijvoorbeeld in kaart hoe jonge burgers over hun (toekomstig) stemrecht denken, wat ze over de democratie weten, hoeveel vertrouwen ze in hun eigen burgerschapsvaardigheden hebben en hoe ze het burgerschapsponderwijs op hun school ervaren.
Aan de ronde van 2016, waar Mennes zich op baseert, deden in Nederland meer dan 100 vmbo, havo en vwo scholen mee. Mennes vulde deze data aan met gegevens van de Inspectie van het Onderwijs, van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en informatie uit Europese beleidsbronnen. Hierdoor kon ze de Nederlandse praktijk nog verder uitdiepen en met andere landen vergelijken: ‘Zo kon ik goed inzicht krijgen in de rol die onderwijssystemen en onderwijsbeleid kunnen spelen.’
Wat betreft burgerschapsonderwijs is er sprake van sociale ongelijkheden onder jongeren, concludeert Mennes op basis van haar onderzoek. ‘Hoe leerlingen het burgerschapsonderwijs ervaren verschilt naar gelang hun sociale achtergrond of opleidingsrichting. Dat geldt ook voor democratische uitkomsten, zoals hun intentie om te gaan stemmen of hun kennis over de democratie.’
Mennes bekeek in de data hoe leerlingen rapporteerden over democratische activiteiten op school, zoals stemmen, en over politieke discussies in de klas. ‘Leerlingen met een meer geprivilegieerde sociaaleconomische achtergrond hebben vaker deelgenomen aan zulke democratische activiteiten op school dan leerlingen met een achtergrond met minder privilege. En leerlingen in het havo en vwo ervaren zulke discussies vaker als positief dan leerlingen in het vmbo.’
Daarbij is het ook van belang om te kijken naar hoe het onderwijssysteem in een bepaald land is ingericht. ‘In een onderwijssysteem als in Nederland, met verschillende middelbare schooltypen, hangt hoe leerlingen het burgerschapsonderwijs ervaren mogelijk deels af van het schooltype dat ze volgen.’ Een onderwijssysteem met verschillende schooltypen structureert het onderwijs, en lijkt gepaard te gaan met ongelijkheid in het leren over de democratie.
Mennes concludeert dat haar onderzoek laat zien dat de ongelijke verdeling van onderwijskansen ook kan gaan over burgerschap. ‘Het vertelt ons niet wat de effectiviteit is van burgerschapsonderwijs, maar laat wel zien dat kansengelijkheid binnen burgerschapsonderwijs geen gegeven is. Dat gaat ook over de rol van onderwijssystemen en- beleid, waar de overheid en onderwijsinstituties over gaan.’ Er moet volgens haar meer aandacht komen voor deze verschillen in onderwijservaringen en de mogelijke rol van onderwijssystemen hierbij. ‘Kansengelijkheid in het onderwijs kan dus ook gaan over democratie, en hoe we recht doen aan alle leerlingen hun gelijke posities als burgers.’
Op woensdag 1 februari verdedigde Mennes haar proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek werd gefinancierd door de Inspectie van het Onderwijs.
Hester Mennes, 2023, 'Inequalities in education for democracy'. Promotoren: prof. dr. A.B. Dijkstra en prof. dr. H.G. van de Werfhorst. Copromotor: dr. A. Munniksma.
Momenteel is Mennes als postdoctoraal onderzoeker werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam en onderdeel van het team dat onderzoek doet naar visies op democratische kernwaarden onder adolescenten.