In het onderzoek richten van den Putte en mede-onderzoekers zich op maatregelen die relevant zijn bij een laag-risico scenario (testen, hygiëne) en een hoog-risico scenario (afstand houden, mondneusmaskers). Om onder andere het effect van waarschuwingsborden rond afstandhouden en mondneusmaskergebruik te onderzoeken, gaan ze al bestaande video-observaties in Amsterdam analyseren.

Ook vergelijken ze in online-experimenten acht verschillende informatiestrategieën die nog nauwelijks zijn onderzocht/vergeleken in COVID-19 context. Tot slot onderzoeken ze in veldexperimenten op universiteiten, woonwijken en winkelgebieden het gecombineerde effect van communicatie (via verschillende media/kanalen) en omgevingsinterventies die tot doel hebben het gedrag gemakkelijker te maken (bv. gratis en prominent aanbieden van zelftesten en goed zichtbare stickers/posters over locaties van handgel- en zeepdispensers).

Inzicht in welke communicatiestrategieën het meest effectief zijn

‘Tijdens de COVID-19 pandemie zijn veel interventies in hoog tempo geïmplementeerd, vaak gebaseerd op theorie en ervaringen bij andere gezondheidsproblemen’, stelt Van den Putte. ‘Ik ben heel blij dat we nu kunnen gaan onderzoeken wat het meest effectief is in deze unieke situatie. Dit is belangrijke kennis waarvan gebruik kan worden gemaakt in het onverhoopte geval van een volgende COVID-19 golf of andere pandemie.’

Het project zal inzicht geven in welke communicatiestrategieën het meest effectief de navolging van COVID-19 gedragsmaatregelen stimuleren en in de meerwaarde van gecombineerde communicatie- en omgevingsinterventies. De resultaten zullen ook bruikbaar zijn voor toekomstige pandemieën.

ZonMw financiering

Dit project wordt mogelijk gemaakt door ZonMw binnen het deelprogramma ‘COVID-19: besmetting en verspreiding’. Het doel van dit deelprogramma is het genereren van kennis om passende maatregelen te identificeren om besmetting en verspreiding van COVID-19 te voorkomen. In geval van uitblijven van een volgende golf van COVID-19 moet de gegenereerde kennis van toepassing zijn op andere infectieziekten en/of bijdragen aan pandemische paraatheid.