27 september 2022
In democratische samenlevingen bestaat er een wederzijdse relatie tussen media en politiek. Media roepen politici publiekelijk ter verantwoording en politici zoeken vaak de media op om stemmers te informeren over hun wapenfeiten. Als politici steeds bepalender worden in politieke processen en voor de stem van de kiezers, spreken we van personificatie van de politiek. Personificatie is in de nationale politiek inmiddels gemeengoed, maar over de situatie op het niveau van de Europese Unie was minder bekend.
Recente politieke ontwikkelingen doen vermoeden dat personificatie op EU-niveau wel terrein wint. Een voorbeeld is de invoering van de Spitzenkandidaten voor de verkiezingen van 2014 voor het Europees Parlement. Voor het eerst werden de grote Europese partijen aangespoord topkandidaten naar voren te schuiven om onder de Europese burgers de interesse en bekendheid rondom de verkiezingen te vergroten. Kan personificatie de EU-politiek voor burgers toegankelijker maken?
In haar nieuwe boek doet communicatiewetenschapper Katjana Gattermann onderzoek naar personificatie met betrekking tot instituten, media, politiek en burgers in de Europese Unie. ‘Instituten zijn belangrijk, omdat de personificatie van formele regels en procedures de media, en uiteindelijk de burgers, in staat stelt besluitvormers ter verantwoording te roepen’, legt ze uit. Volgens Gattermann is het ook belangrijk om te begrijpen in hoeverre nieuwsmedia politiek en persoon met elkaar verbinden wanneer zij verslag doen van nieuws uit Brussel en Straatsburg. ‘Nieuwsmedia zijn een cruciale schakel tussen de EU-burgers en hun vertegenwoordigers.’
Aan de andere kant moeten politici zich in het politieke debat zichtbaar maken. Gattermann stelt dat het voor de media waarschijnlijk moeilijk is om burgers over de prestaties van hun vertegenwoordigers te informeren als politici zich niet profileren. En wanneer media profilerend gedrag niet goed oppikken, slagen zij er niet in de schakelfunctie te vervullen tussen vertegenwoordigers en degenen die zij vertegenwoordigen.
Gattermann concludeert dat institutionele personificatie, zoals in gang gezet door de invoering van de Spitzenkandidaten, voor de media belangrijk is maar geen must om meer te berichten over individuele politici. ‘Dat komt omdat bij Europese commissarissen en Europarlementariërs de personificatie door media per land en van tijd tot tijd erg verschilt.’
Deze fluctuatie heeft de profileringsdrang onder politici echter niet in de weg gestaan. ‘In het wetgevend gedrag van Europarlementariërs zien we steeds meer profilering, gemeten aan de hand van het aantal individuele parlementaire vragen die zij stellen’, legt Gatterman uit. Inzoomend op Nederlandse Europarlementariërs blijkt dat wetgevend gedrag en socialemediagedrag steeds meer met elkaar vervlecht zijn geraakt. ‘Het lukt hun ook beter om met hun wetgevingsactiviteiten de agenda van traditionele en sociale media te beïnvloeden.’
Maar deze ontwikkelingen hebben tot dusver weinig gevolgen voor de Europese burgers stelt Gatterman. ‘Ik zag alleen maar zwakke verbanden tussen personificatie door media en het vertrouwen van burgers in de EU in het algemeen. Ook zijn er weinig aanwijzingen voor een verband tussen aan personen gekoppeld politiek nieuws en het geloof van burgers dat de EU rekening houdt met hun wensen.’ Resultaten van een casestudy over nieuwsvoorkeuren van Duitse kiezers duiden er aanvullend op dat burgers geïnteresseerder zijn in gepersonificeerde EU-politiek als ze (voorafgaande) kennis hebben over de achtergrond van EU-politici (functie, bij welke partij ze horen, deskundigheid e.d.).
Aanvankelijk had Gattermann verwacht dat personificatie tot meer interesse in EU politiek zou leiden, ‘omdat die de mens achter dit abstracte en complexe politieke systeem zichtbaar maakt.’ Maar door de toename van politieke actoren met formele individuele verantwoordelijkheden is het volgens haar alleen maar moeilijker geworden om wegwijs te raken. ‘Het gaat erom aanknopingspunten aan te bieden – voor de media om burgers over de Europese Unie te informeren en voor burgers om inzicht te krijgen in en een oordeel te kunnen vormen over de Europese Unie. Instituties blijken daar effectiever in dan individuele politici.’
Gatterman vraagt zich tot slot af of kiezers nu voldoende zijn toegerust om keuzes te maken tussen partijen en hun (hoofd)kandidaten in de Europese politiek door die focus van mediaverslaggeving en burgers op instituten. ‘Hoewel de media al nieuws brengen over individuele politici, bestaat er onder politici een duidelijke trend naar meer personificatie. Dit roept de vraag op of de sterk op instituties gerichte media wel een juist beeld schetsen van de politieke realiteit in de EU.’ Anderzijds lijken de gevaren die politieke persoonlijkheden kunnen vormen voor de democratie (nog) niet van toepassing op de EU.
Katjana Gatterman, 2022, 'The Personalization of Politics in the European Union', Oxford University Press.