7 juni 2022
Voelen en denken worden vaak gezien als elkaars tegenpolen. Sociaal wetenschapper en artistiek onderzoeker Ulrike Scholtes wilde deze tegenstelling doorbreken door voelende lichamen te onderzoeken. Hoe leren wij ons lichaam voelen in verschillende praktijken, specifiek in die van een pilatesdocent, een yogadocent en een haptonoom? ‘Voelen is eigenlijk best een vage term, maar in de praktijk zijn er hele specifieke technieken die mensen leren om te voelen. Door die praktijken en technieken te onderzoeken, maak ik zichtbaar hoe lichamelijke interacties ten grondslag liggen aan voelen en dat voelen kan worden geleerd en getraind.’
De praktijken die Scholtes onderzocht kent ze goed vanuit haar eigen achtergrond als yoga- en pilates docent, massage therapeut en lichaamsgerichte coach. ‘Dat is niet het cliché van de antropoloog die als vreemdeling en met een frisse blik iets bestudeert. Ik onderzoek iets wat ik eigenlijk al heel goed ken, alleen weet ik van tevoren nog niet hoe ik deze kennis expliciet ga maken. Dat proces – van het expliciet maken van impliciete kennis – laat ik zien in mijn proefschrift.’
In elke praktijk komt een andere versie van het voelende lichaam tot stand
Scholtes ontrafelde de technieken die professionals gebruiken om mensen hun lichaam te laten voelen. ‘Om voeltechnieken over te dragen moeten deze experts ze expliciet maken. Ze moeten hun leerlingen uitleggen wat ze kunnen doen om te voelen. En ze zorgen voor omstandigheden waarin dit kans van slagen heeft.’
Scholtes zet de verschillende praktijken tegen elkaar af door deze in woorden en tekeningen te beschrijven. ‘Elke vorm van voelen kent een andere vorm van beschrijven. Zo worden de specifieke aspecten van elke voelpraktijk zichtbaar en expliciet en wordt dus zichtbaar hoe voelen in elke praktijk anders is.’
‘In elke praktijk komt een andere versie van het voelende lichaam tot stand. Bij een haptonoom leer je bijvoorbeeld waar emoties in het lichaam voelbaar zijn. Bij een pilatesdocent leer je juist weer een hele specifieke spier te voelen, en bij een yogadocent om je lichaam met compassie te ervaren.’
Ook onderzocht Scholtes hoe je als wetenschapper je eigen lichaam kan inzetten als methode om onderzoek te doen. ‘Vaak zien we het lichaam als objectief en wordt deze in echte kennis weggecijferd. Ik benader de wetenschapper als sensitief onderzoekinstrument. Een wetenschapper kan niet alleen leren over voelen, maar voelen ook leren te gebruiken.’ In haar onderzoek leerde Scholtes bijvoorbeeld door haar eigen tekeningen tijdens praktijksessies hoe ze bepaalde technieken interpreteerde.
De belangrijkste boodschap die Scholtes mee wil geven is dat voelen niet iets natuurlijks is, maar ontstaat in een praktijk in specifieke omstandigheden en met behulp van specifieke objecten, aanrakingen, woorden en beelden.
Maar ook pleit ze voor een vervaging tussen de kennispraktijk en voelpraktijk en wil ze gevoeligheid emanciperen als kennisvorm. ‘Voelen is niet alleen relevant in de yogastudio, maar ook in de wetenschap. En wetenschap is niet alleen de plek waar kennis wordt gemaakt, maar ook in de yogastudio.’
Ulrike Scholtes, 2022, Feeling Techniques. Making methods to articulate bodily practices, promotor: prof. dr. A. Mol, co-promotor: dr. R.J. Benschop
Maandag 13 juni, 14.00, Agnietenkapel, Amsterdam