10 mei 2022
‘Voor mij was een belangrijke drijfveer om dit boek te schrijven de behoefte aan “spraakontwarring”’, vertelt onderwijswetenschapper Louise Elffers over haar net verschenen boek Onderwijs maakt het verschil. Kansengelijkheid in het Nederlandse onderwijs. ‘Iedereen heeft het over kansengelijkheid, maar vaak is niet duidelijk wat daar mee wordt bedoeld. Waarop moet een kans gemaakt worden en wat moet er precies gelijk zijn? Als je alle leerlingen bijvoorbeeld een gelijke kans wil geven om het beste uit zichzelf te halen, hanteren we doorgaans juist een ongelijke behandeling van leerlingen met oog voor hun specifieke talenten en behoeften. Maar bij selectie in het onderwijs is het uitgangspunt juist vaak een gelijke behandeling bij gelijke prestaties. Als we niet helder zijn over wat we precies nastreven, bestaat het risico dat we denken hetzelfde te willen, maar ondertussen met tegengestelde ideeën aan de slag gaan. Die conceptuele chaos wilde ik ontrafelen.’
Onderwijs kan niet alles oplossen maar wel een compenserende rol spelen
‘Mede door deze spraakverwarring zie ik hoe zwaar dit thema op de schouders van het onderwijs rust’, vervolgt Elffers, ‘als weer een maatschappelijk vraagstuk waarvan de oplossing op hun bordje wordt gelegd. Eén ding dat zeker is, is dat onderwijs nooit alle ongelijkheid in de samenleving kan oplossen. Als samenleving moeten we dit met elkaar doen, want we zijn allemaal onderdeel van een systeem dat ongelijke kansen biedt. Maar onderwijs kan wel een compenserende rol spelen door verschillen te helpen overbruggen. Het is belangrijk om scherp te identificeren welke rol onderwijs wel en niet kan spelen in het voorkomen of tegengaan van ongelijkheid. Ik hoop helderheid te geven over het verschil dat we met onderwijs kunnen maken.’
In het boek ontrafelt Elffers de verschillende opvattingen over kansengelijkheid in het onderwijs en ontwikkelt op basis hiervan een model om de kansengelijkheid in het Nederlandse onderwijs te toetsen. Ze identificeert welke voorwaarden de verschillende benaderingen aan het onderwijs stellen, en hoe deze op elkaar ingrijpen. Elffers legt vervolgens het Nederlandse onderwijs langs de meetlat. In hoeverre voldoet het Nederlandse onderwijs aan de voorwaarden voor kansengelijkheid, op papier en in de praktijk? ‘Soms is het op papier al verkeerd geregeld en voldoe je niet aan je eigen streven naar kansengelijkheid, maar vaak zit het meer in hoe het uitpakt in de praktijk’, stelt ze.
Wat echt opvallend is in Nederland, is de nadruk die op selectie is komen te liggen’
Een duidelijk voorbeeld van waar het op papier al fout gaat en opvattingen lijken te botsen, is volgens Elffers de vroege selectie in het Nederlandse onderwijs. ‘Wat echt opvallend is in Nederland, is de nadruk die op selectie is komen te liggen. Schoolloopbanen worden hier al op vroege leeftijd vastgezet, op basis van een bindend schooladvies. Dit advies blijkt deels af te hangen van de thuisachtergrond van leerlingen. Dat is een schending van het principe van gelijke kansen bij gelijke geschiktheid: kinderen krijgen bij gelijke prestaties niet dezelfde kansen om verder te leren in een bepaalde richting of op een bepaald niveau.’
‘Vaak wordt als excuus voor dit probleem een andere benadering van kansengelijkheid gehanteerd, namelijk dat we alle onderwijsniveaus gelijk zouden moeten waarderen. En dat het dus niet uit zou moeten maken of je naar het vmbo of het vwo gaat. In werkelijkheid is die waardering echter zeer ongelijk, zowel materieel als immaterieel. Maar ook als vmbo, havo en vwo volstrekt gelijkwaardig zouden zijn, is er geen reden om leerlingen bij gelijke geschiktheid ongelijke kansen te geven om in te stromen in een van de routes. Beide benaderingen van kansengelijkheid kunnen en moeten naast elkaar bestaan: leerlingen moeten gelijk worden geplaatst bij gelijke prestaties én het beroepsonderwijs en theoretisch onderwijs zouden als gelijkwaardige routes moeten worden gepositioneerd en behandeld.’
Elffers bespreekt in haar boek ook wat we concreet kunnen doen aan het probleem van kansenongelijkheid. ‘Ik zeg niet dat het makkelijk is, wél dat we meer kunnen doen dan we nu doen door andere keuzes te maken. En daarvoor hoeven we niet het hele onderwijs tot op de grond af te breken en opnieuw op te bouwen. Een voorbeeld is dat we schoolloopbanen minder op slot zetten en dat leerlingen vaker een correctie kunnen doen op hun aanvankelijke plaatsing. In de wet staat nergens dat we leerlingen verplicht op 12-jarige leeftijd moeten sorteren en scheiden.’
Trek pedagogische- en selectietaken meer uit elkaar
‘Ook moeten we voorkomen dat de selectieve taak van het onderwijs de pedagogische opdracht overschaduwt en in de weg zit. De pedagogische opdracht – leerlingen zo goed mogelijk begeleiden in hun ontwikkeling - is doorgaans de drijfveer van schoolleiders en leerkrachten in hun werk. Daarvoor moeten ze ook alle ruimte krijgen. Maar ze zijn zich steeds meer gaan vastklampen aan hun selectieve taak: wij voorspellen het beste waar een leerling later terecht komt. Bij selectie moet je in mijn ogen juist wel standaardiseren. Het schooladvies is waardevol bij de overgang naar het voortgezet onderwijs, maar moet niet fungeren als dwingende voorspelling over het verdere verloop van de schoolloopbaan.’
Elffers benadrukt nogmaals dat kansengelijkheid een opdracht is voor ons allemaal. ‘We moeten allemaal kritisch naar onszelf durven kijken. Ongelijkheid is niet iets wat zich alleen in bepaalde achterstandswijken afspeelt of op scholen waar het niet goed gaat. Kansen(on)gelijkheid gaat juist ook over de groep hbo/wo-geschoolde mensen, met kinderen die zelf ook naar het hoger onderwijs gaan of willen. Zodra er bijvoorbeeld wordt gesproken over de herinrichting van het voortgezet onderwijs, inclusief de positie van het categoriaal gymnasium, overstemt deze groep moeiteloos het maatschappelijk debat en verandert er niks. Kansengelijkheid gaat over het verbeteren van kansen voor degenen die dat nodig hebben, maar vergt ook een kritische reflectie op de wijze waarop anderen de top bereiken.’
Kansengelijkheid in het onderwijs: het lijkt een breed gedeeld ideaal. Maar wat bedoelen we er precies mee? En hoe staat het ervoor in het Nederlandse onderwijs? Louise Elffers laat zien hoe achter het gedeelde streven naar kansengelijkheid uiteenlopende, soms zelfs tegengestelde opvattingen schuilgaan. Ze schept orde in de conceptuele chaos en neemt vervolgens het Nederlandse onderwijs de maat. Hoe (on)gelijk zijn de kansen hier? En wat moet er gebeuren om het ideaal van kansengelijkheid in de praktijk te brengen?
Op 16 mei presenteert Elffers 'Onderwijs maakt het verschil' bij Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Meer informatie en reserveren kan hier. Website uitgever.