22 maart 2022
Sinds 2020 hebben meer wensouders in Nederland toegang tot behandelingen met een draagmoeder en eiceldonor, namelijk ook man-man stellen en transgender personen. De vraag naar deze vorm van hoogtechnologisch draagmoederschap zal daardoor toenemen en er zullen meer kinderen via deze procedure worden geboren. Het is belangrijk dat voor deze nieuwe gezinnen goede begeleiding komt in de vorm van advies en training. Een consortium onder leiding van de Universiteit van Amsterdam gaat hierin voorzien.
Richtlijnen zijn hard nodig, want de procedure heeft een grote impactHenny Bos, hoogleraar Sexual and gender Diversity in Families and Youth
‘In Nederland hebben we wel ervaring met man-vrouw stellen die een kindje krijgen via een draagmoeder en eiceldonatie, maar er zijn geen nationale richtlijnen voor de begeleiding van ouders, draagmoeders en eiceldonoren,’ licht de coördinator van het project hoogleraar Sexual and gender Diversity in Families and Youth Henny Bos toe. ‘Deze richtlijnen zijn hard nodig, want de procedure van hoogtechnologisch draagmoederschap heeft een grote impact. Betrokkenen ervaren bijvoorbeeld veel onzekerheid of de procedure zal slagen, moeten hun relatie tot elkaar vormgeven en omgaan met reacties en mogelijke stigmatisering in hun sociale omgeving en de samenleving. Dit alles heeft invloed op de gezondheid van de ouders en het welzijn van het kind.’
Door het volgen van verschillende nieuwe gezinnen – de kinderen, hun ouders, de draagmoeder en haar familie en de eiceldonor en haar familie- over een langere periode verzamelt dit project kennis over de behoeftes van de betrokkenen. ‘Zo kunnen we wetenschappelijk onderbouwde en ethisch verantwoorde counselingsrichtlijnen en trainingen ontwikkelen die recht doen aan de diverse belangen en die ten dienste staan van een goede ontwikkeling van de verwekte kinderen’, stelt Bos. ‘Ons consortium zet zich in voor een wereld waarin alle stellen die deze technologie gebruiken - man-man, transgender, man-vrouw- de noodzakelijke begeleiding krijgen zodat hun gezin tot bloei kan komen.’
Henny Bos van de Universiteit van Amsterdam is penvoeder van het consortium. Verder bestaat het consortium uit Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam UMC - Locatie VUmc, Amsterdam UMC - Locatie AMC, Maastricht University, Universiteit Utrecht, Transgender Netwerk Nederland (TNN), Nij Geertgen, Stichting Zwanger voor een ander, Stichting Dutch Rainbow Family Professionals, Stichting Meer dan Gewenst.
Het project wordt gefinancierd binnen het programma van de Nationale Wetenschapsagenda Onderzoek op Routes door Consortia (NWA-ORC). Het toegewezen bedrag is 1,1 miljoen euro. De looptijd van het project is 8 jaar.
Voor vragen neem contact op met Henny Bos.