21 september 2021
Als dorpen worden gebombardeerd, draait alles om overleven. Ouders hebben geen zorgen of hun kinderen op tijd op school komen, maar of hun kinderen wel levend uit school terugkomen. En als ouders met hun kinderen vluchten op zoek naar veiligheid, kunnen sommige aspecten van het dagelijkse leven op die veilige bestemming verbeteren, maar krijgen ze ook met nieuwe stressoren te maken. Zoals het leren van een nieuwe taal, het vinden van passend werk en het leven met een gemarginaliseerde maatschappelijke status.
Tot voor kort richtte het meeste onderzoek zich op oorlogsgerelateerd trauma als verklaring voor aanpassingsproblemen onder door oorlog getroffen populaties. ‘Maar we moeten ook de rol begrijpen van dagelijkse stressoren die verband houden met de voortdurende noodzaak om zich aan te passen aan een nieuwe context en tegelijkertijd om te gaan met oorlogsgerelateerd trauma, in real life en in real time’, stelt Hend Eltanamly. Zij onderzocht ouderschap in de nasleep van oorlog en de invloed van dagelijkse stressoren op vluchteling-ouders. Ze testte of een korte interventie vluchteling-ouders beter bestand kunnen maken tegen die dagelijkse stressoren.
Om te beginnen bleek uit literatuuronderzoek dat de ongunstige effecten van blootstelling aan oorlog op de ontwikkeling van kinderen deels zijn doorgegeven door de ouders. Enerzijds leidt blootstelling aan oorlog tot minder warmte en gevoeligheid van ouders en meer problematische gevolgen bij kinderen. Anderzijds suggereren Eltanamly (en collega’s) dat niet alleen de mate van blootstelling aan oorlog maar ook de aard van het opgelopen trauma een rol speelt bij de manier waarop opvoeding werd vormgegeven in tijden van oorlog. ‘Hieruit valt op te maken dat het niet alleen gaat om een dosis-responsverhouding, de mate van trauma; ook wat gezinnen hebben meegemaakt en de aard van de traumatische blootstelling speelt een essentiële rol in de manier waarop opvoeding in tijden van oorlog vorm krijgt’, stelt Eltanamly.
Ook sprak Eltanamly met recent hergevestigde vluchteling-ouders in Nederland. De verhalen die zij deelden over oorlogsomstandigheden, als vluchteling en als ontheemde, vertoonden veel overeenkomsten. ‘De gezinnen moesten zich op overleven richten, waarbij zaken als zorgactiviteiten op de eerste plaats kwamen. Dit liet weinig ruimte over voor individuele verschillen bij het opvoeden’, legt Eltanamly uit. ‘De vluchteling-ouders werden bij het opvoeden schijnbaar op soortgelijke manieren beïnvloed door financiële nood, gezamenlijke huisvesting, buitengewone eisen aan hun rol als ouder, gescheiden leven van familie en verlies van status.’
Ouders gaven ook aan dat de mate waarin ze actief bij hun kinderen betrokken waren en toezicht op hun kinderen hielden gestaag afnam en na de hervestiging weer toenam. Hun ongevoeligheid nam juist in de fase van ontheemding toe tot een hoogtepunt en nam na de hervestiging weer af. In de verhalen over opvoeding na hervestiging nam Eltanamly meer verschillen tussen gezinnen waar: sommige gezinnen waren meer betrokken bij hun kinderen en andere waren meer beheersend. ‘Deze uiteenlopende verhalen zijn misschien deels te verklaren door herstel van emotionele uitputting en door zelfredzaamheid van ouders’, denkt Eltanamly.
Volgens Eltanamly staat zelfredzaamheid van ouders centraal in het leven van vluchtelinggezinnen. ‘Als ouders in een land wonen waarvan ze de cultuur, normen en waarden niet volledig begrijpen, kunnen ze zich afvragen of ze hun kinderen daadwerkelijk kunnen grootbrengen volgens hun eigen normen en ambities. Hoe meer de ouders van mening waren dat ze als buitenstaanders werden behandeld en hoe meer ze naar hun eigen land verlangden, hoe minder ze zich daartoe in staat achtten.’ Dit leidde ertoe dat hun kinderen minder autonomie kregen en minder ruimte om hun mening te uiten.
Uit het onderzoek van Eltanamly bleek dat als vluchteling-ouders hun kinderen autonomie verleenden, zij zich effectiever voelden. 'Vluchteling-ouders hechten dus waarde aan het luisteren naar hun kinderen, hun kinderen een kans geven om andere beslissingen te nemen, en rekening houden met het standpunt van hun kinderen, aangezien ze zich hierdoor als ouders effectiever voelen.'
Om te testen of een korte, gerichte interventie de zelfredzaamheid van ouders kan vergroten en hun minder kwetsbaar maken voor negatieve externe factoren, voerden Eltanamly en haar collega’s een experiment uit waarbij zij positieve feedback gaven over de opvoeding. Aan de hand van hun eigen verhalen die de ouders in de diepte-interviews hadden gedeeld, toonden de onderzoekers de positieve impact van hun opvoeding op hun kinderen. Deze korte interventie vergrootte inderdaad de zelfredzaamheid van ouders en maakte ze minder kwetsbaar voor post-migratiestressoren.
‘Uit de studie blijkt dat opvoeding één manier is waarop oorlog invloed heeft op kinderen’, concludeert Eltanamly. ‘De manier waarop vluchteling-ouders over zichzelf denken als ouders en de manier waarop ze hun opvoeding daadwerkelijk inrichten, wordt, afgezien van de impact van oorlogstrauma, gevormd door de stressoren waar ze dagelijks mee te maken hebben. Maar uit de bevindingen valt ook op te maken dat zelfredzaamheid als ouders weliswaar contextafhankelijk is, maar kan worden versterkt.’
Hend Eltanamly (2021), When the Village Gets Bombed. Parenting in the Aftermath of War and Refuge. Promotor: Prof. dr. G.J. Overbeek, copromotor: Dr. P.H.O. Leijten
Vrijdag 15 oktober, 16.00 uur, Agnietenkapel, Amsterdam
Dit proefschrift is mogelijk gemaakt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en UvA Research Priority Area Yield.