Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
1 op de 10 leerlingen wordt regelmatig gepest. Leerkrachten spelen een sleutelrol in het aanpakken van pesten, maar voelen zich hier vaak onvoldoende toe in staat. ‘Leerkrachten hebben behoefte aan meer handvatten bij het voorkomen en aanpakken van pesten’, concludeert onderzoeker Marloes van Verseveld. Zij onderzocht hoe leerkrachten versterkt kunnen worden door middel van een schoolbreed anti-pestprogramma. Donderdag 24 juni promoveert ze aan de Universiteit van Amsterdam.
Leerkracht grijpt in bij pesten

Pesten komt vooral voor in het hoger basisonderwijs en lager vervolgonderwijs, maar begint al in de vroege schooljaren en vroegtijdig ingrijpen is dan ook belangrijk. Leerkrachten spelen hier een sleutelrol in, maar blijken zich vaak onvoldoende bekwaam te voelen. Onderzoeker en pedagoog Marloes van Verseveld onderzocht hoe leerkrachten kunnen worden versterkt door middel van een schoolbreed anti-pestprogramma en welke effecten deze programma’s hebben op de competenties van leerkrachten om pesten beter aan te pakken. Ze analyseerde bestaand onderzoek naar antipestprogramma’s, sprak met leerkrachten over hun ervaringen en voerde een experiment uit waarin de evaluatie van het vernieuwde PRIMA-anti-pestprogramma centraal stond.

Studies rapporteren positieve effecten antipestprogramma’s

‘Uit de hele berg studies naar antipestprogramma’s die we hebben doorgespit, bleven er uiteindelijk 13 studies over waarin ook naar effecten op leerkrachten was gekeken’, vertelt Van Verseveld. Uit die studies bleek dat antipestprogramma’s effectief kunnen zijn en de competenties van leerkrachten om pestgedrag aan te pakken kunnen versterken. De studies lieten ook zien dat de leerkracht vaak in alle onderdelen van het programma een rol heeft wat het extra belangrijk maakt hen goed te ondersteunen. ‘Op basis van dit resultaat adviseren we in antipestprogramma’s goed aandacht te besteden aan leerkrachten en hun houding ten aanzien van pesten, de ervaren zelfeffectiviteit, en kennis en vaardigheden.’

Marloes van Verseveld vertelt over haar onderzoek naar leerkrachten en anti-pestprogramma's
Marloes van Verseveld vertelt over haar onderzoek naar leerkrachten en anti-pestprogramma's

Leerkrachten voelen zich onzeker over hun aanpak bij specifieke pestsituaties

Van Verseveld is daarnaast in gesprek gegaan met leerkrachten over waar zij in de praktijk tegenaan lopen en wat ze lastig vinden aan pestsituaties. De leerkrachten gaven aan vooral problemen te ervaren wat betreft:

  1. Het signaleren van verborgen vormen van pesten, zoals digitaal pesten in whatsapp groepen
  2. Het inschatten wanneer iets een pestsituatie is, bijvoorbeeld door tegenstrijdige verhalen
  3. Het aanpakken van hardnekkige gevallen van pesten bij leerlingen met sociaal-emotionele problemen, zowel die pesten als die gepest worden
  4. Het vinden van oplossingen met ouders van leerlingen die betrokken zijn bij pestsituaties, vooral bij meningsverschillen.

‘Leerkrachten missen tijd en vaardigheden hier goed mee om te gaan en hebben meer ondersteuning nodig’, stelt Van Verseveld, ‘vooral startende leerkrachten. Ze zouden bijvoorbeeld  geholpen zijn met een goede screeningtool waarmee ze pestgedrag al in een vroeg stadium kunnen signaleren, heldere protocollen om pestgedrag aan te pakken en professionele training om de eigen vaardigheden te oefenen.’

Geen effect op leerkrachten, wel op leerlingen

In een eenjarig experiment onderzocht Van Verseveld ook de effectiviteit van het vernieuwde anti-pestprogramma PRIMA. Ze vond, in tegenstelling tot wat andere studies over antipestprogramma’s concluderen, geen effecten op de leerkrachten. ‘Mogelijk voelden leerkrachten zich al behoorlijk competent voor het experiment omdat ze hoog scoorden op de voormeting op hun competenties. Of de PRIMA training is niet intensief genoeg geweest, of te weinig leerkrachten hebben de onderdelen ingezet. Maar startende leerkrachten, leerkrachten die zelf pesten signaleerden en leerkrachten in stedelijke scholen lijken wel behoefte te hebben aan PRIMA.’

PRIMA had wel een redelijk sterk effect op leerlingen. ‘We zagen bij scholen die aan de slag waren gegaan met alle onderdelen van PRIMA, inclusief een lessenserie gericht op leerlingen, een daling van 20% in het aantal meldingen door klasgenoten over kinderen die gepest zouden worden. Dit effect vonden we niet bij scholen die PRIMA zonder lessen hebben ingezet. De leerlinglessen die onderdeel zijn van PRIMA lijken dus een positieve invloed te hebben. Het is daarom belangrijk dat antipestprogramma’s zowel leerlingen als leerkrachten versterken’, stelt Van Verseveld.

Een schoolbreed programma

‘Scholen en leerkrachten kunnen echt baat hebben bij een schoolbreed programma met onderdelen gericht op individuele leerlingen, de klas, het schoolpersoneel en de ouders. Pesten blijft echter een complex probleem ‘en de uitvoering van antipestprogramma's is kwetsbaar', concludeert van Verseveld. Het kan voor leerkrachten ook best een opgave zijn naast al hun andere onderwijstaken.’

‘De leerlinglessen zouden voor scholen een mooi startpunt kunnen zijn, omdat we in ons onderzoek zien dat deze een positief effect hadden op het inzetten van de andere onderdelen. Maar alleen lesgeven over pesten is niet voldoende. Idealiter volgen scholen het hele traject van training, monitoring en daarna de lessen en werken ze met programma’s waarvan bewezen is dat deze werken.’

Promotiedetails

Marloes van Verseveld (2021), Strengthening Teachers in Their Role to Identify and Address Bullying among Students in Elementary Schools. Promotoren: Prof. dr. R. J. Oostdam, Prof. dr R. G, Fukkink, Co-promotor: Prof. dr. M. Fekkes

Tijd en locatie

Donderdag 24 juni, 13.00, Agnietenkapel, Amsterdam. Je kunt de promotie ook online bijwonen via een livestream.