8 juni 2021
Marie Rosenkrantz Lindegaard deed al onderzoek naar de publieke ruimte en hoe omstanders op conflicten reageren, maar de pandemie maakte deze openbare ruimte in één klap anders. ‘Mensen gingen anders bewegen, elkaar anders begroeten en opeens was daar een hele nieuwe vorm van gevaar. Een onzichtbaar virus.’ Lindegaard had toegang tot de opnames van 300 beveiligingscamera’s in Amsterdam om het straatbeeld te analyseren. Meer dan een jaar lang onderzocht ze met collega’s aan de hand van deze opnames het gedrag van mensen in reactie op coronaregels, ook op direct verzoek van gemeente en RIVM. Wat is hieruit gebleken?
Een eerste urgente vraag die Lindegaard van het RIVM kreeg voorgelegd, en later ook van de veiligheidsregio’s, is of het dragen van een mondkapje invloed heeft op afstandhouden. ‘Dit was in juni 2020 toen het Outbreak Management Team (OMT) nog tegen verplichte invoering van het mondkapje was. Het OMT en de regering gingen uit van de theorie dat mensen meer risico’s gaan nemen met een mondkapje op. Al die camerabeelden gaven ons een fantastisch middel om naar het werkelijke gedrag van mensen te kijken tijdens de experimentele invoer van het mondkapje in bepaalde buurten in Amsterdam en Rotterdam. Het mondkapje bleek geen enkel effect te hebben op het afstandhouden. Drukte daarentegen wel. Hoe drukker het was, hoe lastiger voor mensen om afstand te houden. Als de ruimte er is, houden mensen dus netjes afstand, was onze conclusie.’
Naar aanleiding van onder andere het positieve resultaat van dit onderzoek besloot de regering de verplichting van het mondkapje in te voeren in semi-openbare ruimtes. ‘Het is boeiend te zien hoe ontzettend standaard het mondkapje nu is geworden. Je zult bijvoorbeeld niet snel een supermarkt ingaan als je geen mondkapje bij je hebt.’
Met de camerabeelden bracht Lindegaard ook het effect van de avondklok op ons gedrag in kaart. ‘Na het invoeren van de avondklok bleek 50 procent meer mensen binnen te blijven na 21.00. Dat lijkt heel wat, maar dit effect was in werkelijkheid superklein omdat mensen überhaupt al weinig naar buiten gingen na 21.00, dus ook voor het invoeren van de avondklok. In plaats van 3 had je bijvoorbeeld maar 2 mensen op straat. De bewegingen op straat hadden zich gedeeltelijk verplaatst naar een eerder tijdstip in de avond, tussen 20.00 en 21.00.’
Wat Lindegaard opviel is de morele paniek in reactie op beelden die ons via het nieuws en social media bereikten, bijvoorbeeld van drukke stranden en boulevards. ‘Er was veel ophef dat mensen zich niet aan de regels zouden houden, maar de beelden die we analyseerden lieten iets heel anders zien. Namelijk van mensen die eigenlijk heel goed afstandhouden.’
Dat het beeld dat media schetsten afweek van die vastgelegd door beveilingscamera’s, zag Lindegaard ook terug tijdens de rellen die er tegen de avondklok uitbraken. ‘In de kranten zagen we heftige taferelen, maar de camerabeelden van een aantal Amsterdamse buurten waar de zogenaamde "rellen" plaats vonden, lieten zien dat het in de meeste straten betrekkelijk rustig bleef. Ook dankzij omstanders, burgers uit de betreffende buurten, die zelf ingrepen en jongeren terug naar huis stuurden.’
Lindegaard werkt met collega’s aan algoritmes om nog veel meer beelden te kunnen analyseren dan met menselijke codeurs mogelijk is. ‘We hebben nu een algoritme ontwikkeld waarmee we 1,5 meter afstand in de publieke ruimte kunnen meten. Hierdoor kunnen we opeens wel 80.000 uren beeld van het afgelopen jaar bestuderen. Daarmee hebben we al heel mooi de ontwikkelingen van gedrag door het jaar heen bloot kunnen leggen.’
In het afgelopen jaar heeft Lindegaard intensief samengewerkt met gemeente en politie. ‘Dat is wel een heel bijzonder resultaat van dit jaar. Hoe we als elkaar als wetenschap en praktijk hebben gevonden door de urgente situatie waar we ons in bevonden. De praktijk heeft echt ontdekt dat ze met crisisvragen rond gedrag bij ons terecht kunnen.’ Deze samenwerking is nu nog verder bestendigd in een langdurige samenwerking rondom vraagstukken over ‘rule compliance’ en ‘helping behaviour’. ‘Hoe houden we ons aan de regels in de publieke ruimte? Denk hierbij ook aan gedrag in verkeer en omgaan met afval. En hoe helpen mensen elkaar op straat?’
Marie Rosenkrantz Lindegaard is bijzonder hoogleraar Dynamics of Crime and Violence aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De leerstoel is ingesteld vanwege het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). Lindegaard combineert het hoogleraarschap met haar functie als senior onderzoeker bij het NSCR. In haar onderzoek focust Lindegaard zich op criminologie, Artificial Intelligence en het gebruik van CCTV (beveiligingscamera’s) voor observationeel onderzoek. Zie ook haar profielpagina bij NSCR en website over haar onderzoek.